Regeling aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (budgetcorrectie Fonds Ziekenhuis Opleidingen)

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 23-12-2010 t/m heden

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 december 2010, nr. MC-U-3041144, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake de budgetcorrectie ten behoeve van Fonds Ziekenhuis Opleidingen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na 16 augustus 2010 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2009/10, 29 282, nr. 104h);

Gezien het verslag van een schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 24 november 2010 inzake voorhang overheveling middelen uit ziekenhuisbudgetten naar Fonds Ziekenhuis Opleidingen (Kamerstukken II, 2010/11, 29 282, nr. 108);

Besluit:

Artikel 1

Deze aanwijzing is van toepassing op zorg geleverd door instellingen voor medisch specialistische zorg met uitzondering van epilepsie-inrichtingen, instellingen voor revalidatie en long/astmacentra waarop in 2011 de budgetsystematiek van toepassing is, te weten: de algemene en academische ziekenhuizen, de radiotherapeutische centra en de dialysecentra, verder te noemen ziekenhuizen.

Ter uitvoering van dit besluit stelt de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen zorgautoriteit, beleidsregels vast.

Artikel 2

Aan ziekenhuizen wordt per 1 januari 2011 een neerwaartse macrobudgetcorrectie van structureel € 111,7 miljoen (prijspeil 2010) opgelegd in verband met de overheveling van de kosten voor het opleiden van gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend personeel.

Artikel 3

Voor de verdeling van de in artikel 2 vermelde neerwaartse budgetcorrectie gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1. De toedeling van het macrobedrag van € 111,7 miljoen naar het niveau van de individuele ziekenhuizen dient te geschieden op basis van het aandeel van het individuele ziekenhuis in het macrobudget in het basisjaar.

  • 2. Het basisjaar waarop het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen betrekking hebben en de daarbij te hanteren peildatum worden door de zorgautoriteit nader vastgesteld.

  • 3. Het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen hebben betrekking op het A- en B-segment tezamen. Bij de toedeling van het macrobedrag wordt de omvang van het vrije B-segment in de verdeelgrondslag betrokken.

  • 4. Het macrobudget en de standen van de individuele ziekenhuizen worden uitsluitend geschoond voor loonkosten medische specialisten en aios, inclusief schoning voor loonkosten medisch specialisten en aios academische component (waarbij de technische uitwerking van deze schoning mede afhankelijk is van de keuze van het basisjaar).

Artikel 4

De op basis van de voorgaande per individuele instelling berekende budgetcorrectie wordt verwerkt als nominaal bedrag in het A-segment en is onderhevig aan nominale aanpassingen (indexering). De eerste nominale aanpassing vindt plaats over het jaar 2011 waarmee de budgetcorrectie op het prijspeil 2011 wordt gebracht.

Artikel 5

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatcourant geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers

Naar boven