Toelichting
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Algemene voorwaarden zijn van toepassing indien partijen niets anders overeenkomen.
In een offerte kan de Rijksgebouwendienst afwijkende voorwaarden opnemen en partijen
kunnen gedurende de uitvoering van de overeenkomst van de AVR 2011 afwijkende voorwaarden
overeenkomen.
Artikelsgewijs
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In dit artikel wordt naast een aantal begripsbepalingen de reikwijdte van de AVR 2011
gegeven. Inkoopvoorwaarden van de opdrachtgever zijn niet van toepassing.
De kring van de opdrachtgevers waarop de AVR 2011 van toepassing zijn is gekoppeld
aan het begrip afnemer in het Besluit Rijksgebouwendienst 1999. Het gaat om afnemers waarvoor de Rijksgebouwendienst krachtens artikel 3 van het Besluit Rijksgebouwendienst 1999 de zorg voor de huisvesting van rechtswege draagt en om lichamen en organisaties
waarvoor de Rijksgebouwendienst de zorg voor de huisvesting op grond van artikel 4 van het besluit opgedragen heeft gekregen. De verzelfstandigde rijksmusea zijn een voorbeeld van
de laatstgenoemde categorie.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Bewust is ervoor gekozen om de afspraken tussen de Rijksgebouwendienst en de opdrachtgever
schriftelijk vast te leggen. Een en ander draagt er toe bij dat partijen het aanbod
en de instemming met het aanbod goed kunnen overwegen en dat duidelijkheid ontstaat
over de inhoud van hetgeen is overeengekomen.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In dit artikel wordt de positie van de Rijksgebouwendienst binnen het rijkshuisvestingsstelsel
onder de aandacht gebracht. De positie van de Rijksgebouwendienst is in het Besluit
instelling agentschap Rijksgebouwendienst en in het Besluit Rijksgebouwendienst 1999 voldoende vastgelegd; het is echter goed om in deze AVR 2011 duidelijk te maken dat
de Rijksgebouwendienst handelt vanuit uitgangspunten die zich moeilijk laten vergelijken
met uitgangspunten die in de markt gebruikelijk zijn.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De Rijksgebouwendienst voert werkzaamheden uit op basis van door de minister vastgestelde
tarieven. Jaarlijks, op 1 januari, worden de tarieven aangepast door indexering van
het tarief van het voorafgaande jaar op de wijze zoals die wordt voorgeschreven in
de Regeling Tarieven Rijksgebouwendienst 2003. Door partijen kan bijvoorbeeld worden overeengekomen dat geoffreerde bedragen met
een bepaald percentage kunnen worden overschreden zonder dat daarvoor een aanvullende
opdracht benodigd is. Een en ander is afhankelijk van de aard van het project. Indien
een dergelijke afspraak vooraf niet is gemaakt geldt de regel dat elke overschrijding
schriftelijk moet worden overeengekomen tussen partijen.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Dit artikel gaat in op de declaratie van tarieven. Het vierde lid bepaalt dat het
gehele artikel buiten toepassing blijft indien en voor zover in de verrekening van
tarieven op een andere wijze is voorzien. Indien, bijvoorbeeld, in een offerte van
de Rijksgebouwendienst een aanbieding wordt gedaan voor een ingebruikgeving van een
object of voor een herziening van een reeds bestaande ingebruikgeving, dan worden
de kosten van de tarieven van de Rijksgebouwendienst verwerkt in de gebruiksvergoeding
of in de aangepaste gebruiksvergoeding.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De opdrachtgever kan een overeenkomst met de Rijksgebouwendienst tussentijds beëindigen.
Als de beëindiging een rechtstreeks gevolg is van een tekortkoming die de Rijksgebouwendienst
is toe te rekenen dan kan het tweede lid buiten toepassing blijven.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Ook de Rijksgebouwendienst kan de overeenkomst tussentijds beëindigen ingeval van
onvoorziene gebeurtenissen of als de opdrachtgever niet presteert. Dat kan het geval
zijn als betalingen uitblijven of als de opdrachtgever niet of onvoldoende bijdraagt
(b.v. informatie, gegevens, instemmingen) aan het succesvol uitvoeren van een overeenkomst.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Evenals bij de tarieven is bepaald geldt voor de door de Rijksgebouwendienst opgegeven
investeringskosten dat vooraf tussen partijen een overschrijdingsmarge kan worden
overeengekomen. Binnen die marge behoeven overschrijdingen geen nieuwe schriftelijke
opdracht van de opdrachtgever. Alle mogelijke en verwachte overschrijdingen, ook indien
die beperkt blijven tot de overeengekomen marge, dienen door de Rijksgebouwendienst
te worden gemeld aan de opdrachtgever.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Iedere opdracht kan worden beschouwd als een project. Een van de kenmerken van een
project is dat het een begin en een einde heeft. Vandaar de bepaling dat voor iedere
overeenkomst een planning dient te worden gegeven. Bij eenvoudige werkzaamheden kan
worden volstaan met het noemen van het begin en het einde van de werkzaamheden. Naarmate
de overeengekomen werkzaamheden complexer zijn zal ook de complexiteit van de planning
toenemen. De planning dient te worden beschouwd als een middel om de werkzaamheden
vooraf in de tijd te plaatsen.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Ook voor de informatie en organisatie van de overeengekomen werkzaamheden geldt dat
de inrichting daarvan afhankelijk is van de aard en de complexiteit. Grote projecten
brengen veel en gestructureerd overleg op diverse niveaus met zich mee; voor kleine
projecten kan veelal worden volstaan met eenvoudige overlegstructuren. De AVR 2011
hebben niet de bedoeling om bepaalde vormen van overleg voor te schrijven maar bieden
de ruimte om het overleg over de werkzaamheden in te richten naar het inzicht van
partijen en naar de aard van de overeengekomen werkzaamheden. In het vierde lid is
bepaald dat, tenzij sprake is van onvoorziene omstandigheden zoals bedoeld in artikel
14, de veroorzaker betaalt.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De Rijksgebouwendienst besteedt een grote hoeveelheid werk uit aan adviseurs en aannemers.
Deze bepaling heeft slechts betrekking op de werkzaamheden die de Rijksgebouwendienst
normaliter zelf zou uitvoeren en als zodanig aan de opdrachtgever heeft aangeboden
en waarvan men in een later stadium tot de conclusie komt dat het beter ware om die
werkzaamheden uit te besteden. De opdrachtgever is gehouden om daaraan mee te werken
tenzij er redelijke gronden zijn om de toestemming te weigeren. Een en ander betekent
dat een opdrachtgever niet het recht van de Rijksgebouwendienst kan weerleggen maar
wel de wijze waarop de Rijksgebouwendienst invulling geeft aan dit recht.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In dit artikel is een verband gelegd tussen de intellectuele eigendomsrechten en degene
die de opdracht voor het product waarop dat recht betrekking heeft. De Rijksgebouwendienst
is dus eigenaar voor zover hij opdracht heeft verstrekt tot vervaardiging of ontwikkeling.
Uiteraard voor zover de Rijksgebouwendienst de intellectuele eigendomsrechten kan
verwerven. De Rijksgebouwendienst blijft buiten beeld indien de opdrachtgever van
de Rijksgebouwendienst zelf, ook in het kader van de overeengekomen werkzaamheden,
opdracht aan een derde heeft gegeven voor de vervaardiging van een product waarbij
intellectuele eigendomsrechten ontstaan.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Bij de totstandkoming van de overeenkomst dient duidelijkheid te bestaan over de voorwaarden
die de opdrachtgever met betrekking tot de veiligheid stelt. Eisen die worden gesteld
nadat de overeenkomst tot stand is gekomen kunnen een onredelijke verzwaring van de
omstandigheden voor de Rijksgebouwendienst opleveren waarmee de Rijksgebouwendienst
bij het uitbrengen van de offerte geen rekening heeft kunnen houden. Een en ander
kan voor de Rijksgebouwendienst aanleiding zijn om de aanvankelijk overeengekomen
voorwaarden (bijvoorbeeld ten aanzien van de kosten en de planning) te herzien.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Dit artikel geeft naast de algemene omschrijving van de onvoorziene gebeurtenis, een
aantal omstandigheden die in ieder geval als onvoorziene gebeurtenis worden aangemerkt.
De werkstaking kan slechts als onvoorziene gebeurtenis worden aangemerkt indien noch
de Rijksgebouwendienst noch de opdrachtgever door een eigen inspanning de werkstaking
hadden kunnen voorkomen. Onvoorziene gebeurtenissen kunnen voor partijen aanleiding
zijn om de overeenkomst te beëindigen of om de overeenkomst zodanig te herzien dat
de gevolgen van de gebeurtenis zoveel mogelijk worden weggenomen.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De hoogte van de aansprakelijkheid voor schade als gevolg van toerekenbaar tekortschieten
door de Rijksgebouwendienst is, overeenkomstig hetgeen gebruikelijk is in de markt
gekoppeld aan het honorarium en gemaximeerd op € 700.000,–.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor de gevallen waarin partijen deel uitmaken van de rechtspersoon staat geldt dat
geschillen worden voorgelegd aan de Geschillencommissie voor de rijkshuisvesting.
Als de contractpartij van de Rijksgebouwendienst geen onderdeel is van de rechtspersoon
staat kunnen beide de gewone rechter vragen om zich over het geschil uit te spreken.
Het staat partijen echter vrij om alsnog arbitrage of bindend advies overeen te komen.
De Rijksgebouwendienst voert niet slechts projecten uit op het Nederlandse grondgebied
maar ook daarbuiten. Vandaar de rechtskeuze in de AVR 2011.
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Dit artikel bepaalt wat de gevolgen zijn van herzieningen.