Overgangs- en vrijstellingsregeling financiële markten BES

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 23-05-2012 t/m heden

Regeling van de minister van Financiën houdende aanvullende regels betreffende het overgangsrecht voor de financiële markten in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede regels betreffende vrijstellingen op grond van de Wet toezicht bank- en kredietwezen 1994 BES en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf BES (Overgangs- en vrijstellingsregeling financiële markten BES)

§ 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. (definities)

In deze regeling wordt verstaan onder:

§ 2. Aanvullende regels van overgangsrecht

Artikel 2. (afbakening vergunning van rechtswege)

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een op grond van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994 verleende vergunning, voor zover de betrokken kredietinstelling de activiteiten waarop de vergunning betrekking heeft, reeds ten tijde van de inwerkingtreding van deze regeling door middel van het verrichten van diensten in de openbare lichamen verrichtte.

Artikel 3. (overgangsrecht trustkantoren)

  • 2 Personen die zijn vermeld op een bijlage bij een op grond van de Landsverordening toezicht trustwezen verleende vergunning die niet op grond van artikel 6, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt gelijkgesteld met een op grond van de Wet toezicht trustwezen BES verleende vergunning, en die ten tijde van de inwerkingtreding van deze regeling in of vanuit de openbare lichamen beheersdiensten als bedoeld in die landsverordening verleenden, zijn tot 1 juli 2011 vrijgesteld van de eisen die de Wet toezicht trustwezen BES stelt aan het verlenen van beheersdiensten als bedoeld in die wet.

  • 3 In geval de betrokken persoon voor 1 januari 2011 een aanvraag voor een vergunning voor het werkzaam zijn als trustkantoor heeft ingediend die voldoet aan het ingevolge artikel 4 van de Wet toezicht trustwezen BES bepaalde, geldt in afwijking van het tweede lid de in dat lid bedoelde vrijstelling tot en met de dag waarop de vergunning wordt verleend, dan wel tot de eerste dag van de derde kalendermaand na het tijdstip van afwijzing van de aanvraag.

Artikel 4. (overgangsrecht assurantiebemiddelaars)

  • 2 Degene die de feitelijke leiding heeft over een bijkantoor in Bonaire als bedoeld in het eerste lid, mag woonachtig zijn in Curaçao.

  • 3 Degene die de feitelijke leiding heeft over een bijkantoor in Saba of Sint Eustatius als bedoeld in het eerste lid, mag woonachtig zijn in Sint Maarten.

Artikel 5. (overgangsrecht geldtransactiekantoren)

  • 1 Degene die een maand voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling in de openbare lichamen het bedrijf van geldtransactiekantoor uitoefende, is tot 1 juli 2011 vrijgesteld van de eisen die ingevolge de Wet toezicht bank- en kredietwezen 1994 BES aan de uitoefening van het bedrijf van geldtransactiekantoor worden gesteld.

  • 2 In geval de betrokken financiële onderneming voor 1 januari 2011 een aanvraag voor een vergunning tot uitoefening van het bedrijf van geldtransactiekantoor heeft ingediend die voldoet aan het ingevolge artikel 3a van de Wet toezicht bank- en kredietwezen 1994 BES bepaalde, geldt in afwijking van het eerste lid de in dat lid bedoelde vrijstelling tot en met de dag waarop de vergunning wordt verleend, dan wel tot de eerste dag van de derde kalendermaand na het tijdstip van afwijzing van de aanvraag.

Artikel 6. (overgangsrecht kredietinstellingen met zetel in de BES)

  • 2 Een kredietinstelling die deel uitmaakt van een groep waarop de Bank van de Nederlandse Antillen dan wel haar rechtsopvolger geconsolideerd toezicht uitoefent, behoeft voor de boekjaren 2010 en 2011 niet te voldoen aan de ingevolge de Regeling bank- en kredietwezen BES gestelde voorschriften met betrekking tot solvabiliteit en liquiditeit mits de groep waarvan zij deel uitmaakt voldoet aan de door de Bank van de Nederlandse Antillen gestelde voorschriften inzake solvabiliteit en liquiditeit op geconsolideerde basis.

§ 3. Vrijstellingen voor bijkantoren van kredietinstellingen en verzekeraars

Artikel 7. (vrijstellingen bijkantoren van kredietinstellingen)

  • 2 De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, geldt uitsluitend, indien:

    • a. de kredietinstelling beschikt over een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van kredietinstelling, verleend door de bevoegde autoriteit van het land of de staat waar zij haar zetel heeft;

    • b. de kredietinstelling zich vanuit het bijkantoor uitsluitend of hoofdzakelijk richt op ingezetenen van de openbare lichamen, en

    • c. de som van de bij het bijkantoor aangehouden betaalrekeningen, spaartegoeden en deposito's per ultimo van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan USD 90 miljoen bedraagt.

  • 3 Een kredietinstelling als bedoeld in het eerste lid die niet meer voldoet aan de voorwaarden van het tweede lid, meldt dit terstond aan De Nederlandsche Bank. De Nederlandsche Bank stelt de kredietinstelling in de gelegenheid om binnen een door haar vast te stellen redelijke termijn alsnog aan de voorwaarden te voldoen dan wel haar activiteiten onder te brengen in een in de openbare lichamen gevestigde of te vestigen rechtspersoon of deze af te wikkelen.

Artikel 8. (vrijstellingen bijkantoren van verzekeraars)

  • 2 De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, geldt uitsluitend, indien:

    • a. de verzekeraar beschikt over een vergunning voor de uitoefening van het verzekeringsbedrijf, verleend door de bevoegde autoriteit van het land of de staat waar hij zijn zetel heeft;

    • b. de verzekeraar zich vanuit het bijkantoor uitsluitend of hoofdzakelijk richt op ingezetenen van de openbare lichamen, en

    • c. de door het bijkantoor ontvangen bruto premies over het laatst afgesloten boekjaar niet meer bedragen dan USD 5 miljoen.

  • 3 Een verzekeraar als bedoeld in het eerste lid die niet meer voldoet aan de voorwaarden van het tweede lid, meldt dit terstond aan De Nederlandsche Bank. De Nederlandsche Bank stelt de verzekeraar in de gelegenheid om binnen een door haar vast te stellen redelijke termijn alsnog aan de voorwaarden te voldoen dan wel zijn activiteiten onder te brengen in een in de openbare lichamen gevestigde of te vestigen rechtspersoon of deze af te wikkelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

J.C. de Jager

Naar boven