Besluit bijzondere vergunningen verzekeringsbedrijf BES

[Regeling vervallen per 01-07-2012.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m 30-06-2012

Besluit bijzondere vergunningen verzekeringsbedrijf BES

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De wet is niet van toepassing op de verzekeraars die in het bezit zijn van een door de Bank verleende bijzondere vergunning, tenzij uit dit besluit anders blijkt.

Hoofdstuk II. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Voor een bijzondere vergunning als bedoeld in Artikel 2, eerste lid, komen in aanmerking:

    • a. verzekeraars met zetel in een openbaar lichaam die:

      • 1. de rechtsvorm van naamloze vennootschap, met op naam luidende aandelen besloten vennootschap, of van onderlinge waarborgmaatschappij bezitten; en

      • 2. risico’s verzekeren of herverzekeren die uitsluitend of in overwegende mate voortvloeien uit de bedrijfs- of beroepsuitoefening buiten de openbare lichamen van hun aandeelhouders of leden, van in een groep verbonden ondernemingen of van deelnemers in een samenwerkingsverband.

    • b. verzekeraars die vanuit hun vestiging in een openbaar lichaam het verzekeringsbedrijf uitsluitend als herverzekeraar uitoefenen, geen verzekeraar zijn als bedoeld in onderdeel a en die:

      • 1. indien zij hun zetel in een openbaar lichaam hebben, de rechtsvorm van naamloze vennootschap, besloten vennootschap of onderlinge waarborgmaatschappij bezitten;

      • 2. indien zij hun zetel in het buitenland hebben, naar het recht van de Staat van hun zetel rechtspersoon zijn.

  • 2 De Bank kan voor een bijzondere vergunning eveneens in aanmerking doen komen een verzekeraar met zetel buiten de openbare lichamen, die:

    • a. naar het recht van de Staat van zijn zetel rechtspersoon is;

    • b. het verzekeringsbedrijf uitsluitend vanuit een vestiging in een openbaar lichaam uitoefent en in die bedrijfsuitoefening risico's verzekert of herverzekert als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, ten 2.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het dagelijks beleid van een verzekeraar met zetel in een openbaar lichaam, die in het bezit is van een bijzondere vergunning, wordt bepaald door tenminste een natuurlijke persoon die zijn woonplaats in een openbaar lichaam heeft. Degenen die het dagelijks beleid van de verzekeraar bepalen, dienen naar het oordeel van de Bank te beschikken over voldoende bekwaamheid tot het uitoefenen van het verzekeringsbedrijf.

  • 2 De handelingen en de antecedenten van degenen die het beleid van de verzekeraar bepalen of mede bepalen en van houders van een deelneming in de verzekeraar mogen de Bank geen aanleiding geven tot het oordeel dat hun betrouwbaarheid niet buiten twijfel staat, of dat de belangen van hen die betrokken zijn of zullen worden bij overeenkomsten van verzekering, door hen of ten behoeve van hen gesloten of te sluiten met de verzekeraar, in gevaar zouden kunnen komen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een verzekeraar met zetel buiten de openbare lichamen die een bijzondere vergunning bezit, dient als zijn vertegenwoordiger een natuurlijke persoon of een rechtspersoon te hebben aangesteld, die zijn woonplaats onderscheidenlijk zijn zetel in een openbaar lichaam heeft.

    Ten aanzien van deze vertegenwoordiger zijn de Artikelen 23, tweede tot en met zesde lid, en 38 tot en met 42 van de wet van toepassing.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een verzekeraar aan wie een bijzondere vergunning is verleend, mag geen ander bedrijf dan het verzekeringsbedrijf uitoefenen.

  • 3 De Bank beslist of een handeling of een samenstel van handelingen al dan niet uitoefening van het levensverzekeringsbedrijf, het schadeverzekeringsbedrijf of een andersoortig bedrijf vormt. Zij deelt haar beslissing bij aangetekende brief aan de betrokkene mee.

  • 4 De Bank kan van het bepaalde in het tweede lid ontheffing verlenen mits te haren genoegen is aangetoond dat het beheer van de werkzaamheden in de uitoefening van het levensverzekeringsbedrijf is gescheiden van het beheer van de werkzaamheden in de uitoefening van het schadeverzekeringsbedrijf. De Bank kan ook overigens voorwaarden aan de ontheffing verbinden. Zij is bevoegd een verleende ontheffing in te trekken.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een verzekeraar aan wie een bijzondere vergunning is verleend, voert te zijnen kantore in een openbaar lichaam de boekhouding van het door hem uitgeoefende verzekeringsbedrijf en bewaart aldaar alle zakelijke bescheiden betreffende dit verzekeringsbedrijf gedurende een periode van tenminste tien jaar.

  • 2 Een verzekeraar als bedoeld in het eerste lid laat zijn boekjaar lopen over een aaneengesloten tijdvak van twaalf maanden.

Hoofdstuk III. De bijzondere vergunning

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Een bijzondere vergunning als bedoeld in Artikel 2, eerste lid, wordt aangevraagd bij de Bank door indiening van een aanvraagformulier. De Bank stelt het model van het aanvraagformulier vast.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De aanvrager van een bijzondere vergunning, met zetel in een openbaar lichaam, dient te beschikken over:

    • a. het minimum bedrag van de solvabiliteitsmarge, bedoeld in Artikel 14, eerste onderscheidenlijk tweede lid; en

    • b. voldoende financiële middelen tot dekking van de te verwachten kosten van de inrichting van het bedrijfsapparaat.

  • 2 De aanvrager van een bijzondere vergunning met zetel buiten de openbare lichamen dient:

    • a. in de Staat van zijn zetel bevoegd te zijn tot uitoefening van het verzekeringsbedrijf;

    • b. te beschikken over een solvabiliteitsmarge als bedoeld in Artikel 15; en

    • c. te beschikken over voldoende financiële middelen tot dekking van de te verwachten kosten van de inrichting van het bedrijf van zijn vestiging in een openbaar lichaam.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Bij de aanvraag van een bijzondere vergunning legt de aanvrager aan de Bank over:

    • a. een authentiek afschrift van zijn akte van oprichting en van zijn statuten;

    • b. een exemplaar van zijn reglementen indien deze zijn vastgesteld;

    • c. een lijst met de namen en adressen van zijn bestuurders en – indien de statuten voorzien in de benoeming van commissarissen – van zijn commissarissen;

    • d. indien van toepassing: bescheiden waaruit blijkt dat hij voldoet aan Artikel 9, tweede lid, aanhef en onderdeel a.

  • 2 De aanvrager legt bij zijn aanvraag tevens aan de Bank een programma van werkzaamheden voor. Dit programma van werkzaamheden bevat:

    • a. een opgave van de aard van de risico's die de verzekeraar voornemens is te dekken;

    • b. indien de aanvrager het levensverzekeringsbedrijf uitoefent, de technische grondslagen die hij voornemens is toe te passen, met name de grondslagen voor de berekening van de tarieven en de technische voorzieningen;

    • c. een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van de herverzekering;

    • d. een raming van de kosten van inrichting van het bedrijfsapparaat, vergezeld van de bewijsstukken waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;

    • e. indien de aanvrager zijn zetel in een openbaar lichaam heeft of een verzekeraar als bedoeld in Artikel 3, tweede lid, is, bewijsstukken waaruit blijkt dat hij beschikt over het ingevolge Artikel 14, eerste of tweede lid, vereiste minimum bedrag van de solvabiliteitsmarge;

    • f. indien de aanvrager een herverzekeraar als bedoeld in Artikel 3, eerste lid, onderdeel b, aanhef en ten 2, is, bewijsstukken waaruit blijkt dat hij voldoet aan Artikel 15;

    en voorts, voor de eerste drie boekjaren:

    • g. een raming van de vermoedelijke inkomsten en uitgaven, zowel wat de directe verrichtingen en de geaccepteerde herverzekeringen als de overdrachten uit hoofde van herverzekering betreft;

    • h. een raming van de liquiditeitspositie;

    • i. een raming van de financiële middelen tot dekking van de verzekeringsverplichtingen;

    • j. indien de aanvrager zijn zetel heeft in een openbaar lichaam, een raming van de financiële middelen tot dekking van de solvabiliteitsmarge.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Indien de stukken die bij het aanvragen van een bijzondere vergunning zijn overgelegd, de Bank aanleiding geven tot het maken van opmerkingen, stelt zij de aanvrager in de gelegenheid op deze opmerkingen binnen een door haar te stellen redelijke termijn te antwoorden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De Bank deelt binnen een maand na ontvangst van het in Artikel 30, eerste lid, genoemde bedrag en van de vereiste gegevens, bewijsstukken en inlichtingen, haar beslissing op de aanvraag van een bijzondere vergunning bij aangetekende brief aan de aanvrager mee.

  • 2 De Bank verleent de aangevraagde bijzondere vergunning indien de aanvrager te haren genoegen heeft aangetoond dat hij voldoet aan de ingevolge dit besluit gestelde eisen voor het verkrijgen van de bijzondere vergunning.

  • 3 Indien de Bank van oordeel is dat de aanvrager niet heeft aangetoond dat hij aan de ingevolge dit besluit gestelde eisen voor het verkrijgen van de bijzondere vergunning voldoet, wordt haar afwijzende beschikking met redenen omkleed.

Hoofdstuk IV. Financiële eisen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een verzekeraar aan wie een bijzondere vergunning is verleend, is verplicht toereikende technische voorzieningen als bedoeld in de wet aan te houden.

  • 2 De technische voorzieningen dienen volledig door waarden te zijn gedekt. De Bank kan tegen de aard en de waardering van deze waarden bezwaar maken, aan welk bezwaar de verzekeraar dient tegemoet te komen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een verzekeraar aan wie een bijzondere vergunning is verleend ingevolge Artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, dient te beschikken over solvabiliteitsmarge die:

    • a. voor het levensverzekeringsbedrijf tenminste vier procent van de voorziening voor verzekeringsverplichtingen aan het einde van het voorgaande boekjaar, na aftrek van het aandeel van herverzekeraars in deze voorziening, doch minimaal USD 223.000 beloopt;

    • b. voor het schadeverzekeringsbedrijf tenminste vijftien procent van het in het voorgaande boekjaar geboekte premie-inkomen, na aftrek van de in dat boekjaar verschuldigde premies voor herverzekering, doch minimaal USD 167.000 beloopt.

  • 2 Een herverzekeraar als bedoeld in Artikel 3, eerste lid, onderdeel b, aanhef en ten 1, aan wie een bijzondere vergunning is verleend, dient te beschikken over een solvabiliteitsmarge die tenminste tien procent van de in het voorgaande boekjaar verschuldigde premies voor herverzekering, doch minimaal USD 614.000 beloopt.

  • 3 In een ingevolgde Artikel 17, zesde lid, vast te stellen model van een staat wordt bepaald welke vermogensbestanddelen de solvabiliteitsmarge kunnen vormen, welke vermogensbestanddelen daarbij een aftrek dienen te vormen, alsook de mate waarin en de voorwaarden waaronder een en ander geschiedt. De Bank kan tegen de waardering van de vermogensbestanddelen bezwaar maken.

  • 4 Indien een verzekeraar weet of redelijkerwijze kan voorzien dat zijn solvabiliteitsmarge niet voldoet of zal voldoen aan de eisen die daaraan krachtens het eerste danwel tweede lid worden gesteld, doet hij daarvan terstond aan de Bank mededeling.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Een herverzekeraar als bedoeld in Artikel 3, eerste lid, onderdeel b, aanhef en ten 2, aan wie een bijzondere vergunning is verleend, dient met betrekking tot zijn gehele verzekeringsbedrijf te beschikken over een solvabiliteitsmarge die overeenkomt met de ingevolge Artikel 14, tweede lid, vereiste solvabiliteitsmarge. Artikel 14, vierde lid, is op de herverzekeraar van toepassing.

Hoofdstuk V. Het toezicht

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het toezicht op de verzekeraars zoals dit uit dit besluit voortvloeit, berust bij de Bank.

  • 2 In de instructie voor de Bank, bedoeld in Artikel 2, tweede lid van de wet worden mede voorschriften gegeven ter zake van de uitoefening van de ingevolge dit besluit aan de Bank opgedragen taak.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Iedere verzekeraar aan wie een bijzondere vergunning is verleend, dient binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar bij de Bank staten in tweevoud in, die te zamen een duidelijk beeld geven van de financiële toestand van de verzekeraar. Een verzekeraar dient voorts binnen de door de Bank te bepalen termijn een of meer van deze staten in tweevoud in, indien de Bank zulks voor de vervulling van haar bij dit besluit opgelegde taak mocht verlangen.

  • 3 Met betrekking tot het levensverzekeringsbedrijf behelst een der staten het actuariële verslag, terwijl in een andere staat de sterftevergelijking is opgenomen. Deze staten worden voorzien van een verklaring van de actuaris, waarmee deze bevestigt dat hij zich ervan heeft overtuigd dat de in het actuariële verslag genoemde voorzieningen juist zijn vastgesteld en de sterftevergelijking juist is weergegeven. Ten bewijze van een en ander waarmerkt de actuaris deze stukken. Hij is bevoegd zijn verklaring nader toe te lichten of op enig punt een voorbehoud te maken.

  • 4 Tot het afgeven van de verklaring, bedoeld in het tweede onderscheidenlijk derde lid, is slechts een deskundige onderscheidenlijk een actuaris bevoegd tegen wie de Bank bij de verzekeraar geen bezwaar heeft gemaakt.

  • 5 De Bank kan tegen de aanwijzing of handhaving van een deskundige of een actuaris bezwaar maken indien de betrokkene naar haar oordeel niet of niet meer de nodige waarborgen biedt dat hij de hem toevertrouwde taak naar behoren zal vervullen. Het bezwaar wordt schriftelijk ter kennis gebracht van de betrokken verzekeraar en van de betrokken deskundige of actuaris.

  • 6 De Bank stelt de modellen van de staten vast.

  • 7 Een verzekeraar met zetel buiten de openbare lichamen aan wie een bijzondere vergunning is verleend, dient jaarlijks zijn balans en winst- en verliesrekening met toelichting, betreffende zijn gehele bedrijf, waar dit ook wordt uitgeoefend, in tweevoud in bij de Bank zodra hij deze stukken openbaar heeft gemaakt of naar het recht van zijn zetel openbaar moet hebben gemaakt.

    Indien naar het recht van zijn zetel geen verplichting tot openbaarmaking bestaat en de verzekeraar bedoelde stukken ook niet openbaar maakt, dient hij de stukken binnen negen maanden na afloop van elk boekjaar bij de Bank in.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een verzekeraar aan wie een bijzondere vergunning is verleend, verstrekt aan de Bank binnen de door deze te bepalen termijn alle inlichtingen die de Bank nodig heeft voor de juiste uitvoering van de taak, haar bij dit besluit opgelegd.

  • 2 Indien de verzekeraar nalatig is in het verschaffen van de door de Bank verlangde inlichtingen of de verstrekte inlichtingen naar het oordeel van de Bank onvoldoende zijn, is zij bevoegd zich de verlangde inlichtingen te verschaffen door inzage te nemen of door personen, door haar bij uitdrukkelijke en bijzondere volmacht aangewezen, inzage te doen nemen van de boeken en de zakelijke bescheiden van de verzekeraar. De verzekeraar is verplicht bij zulk een onderzoek zoveel mogelijk behulpzaam te zijn.

  • 3 Hij die de in het tweede lid bedoelde boeken en zakelijke bescheiden onder zich heeft, is desgevorderd verplicht deze voor het in het tweede lid bedoelde onderzoek over te leggen.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Een verzekeraar aan wie een bijzondere vergunning is verleend, legt een authentiek afschrift van elke wijziging van zijn statuten en een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van elke wijziging van zijn reglementen aan de Bank over en brengt elke wijziging in de samenstelling van zijn bestuur en raad van commissarissen ter kennis van de Bank, een en ander binnen veertien dagen na de totstandkoming van de wijziging.

Hoofdstuk VI. Bijzondere maatregelen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Indien een verzekeraar met zetel in een openbaar lichaam, aan wie een bijzondere vergunning is verleend, niet meer beschikt over de ingevolge Artikel 14, eerste onderscheidenlijk tweede lid, vereiste solvabiliteitsmarge, dient hij – tenzij het tweede lid van toepassing is – binnen een door de Bank te bepalen termijn bij de Bank een saneringsplan ter goedkeuring in, dat aangeeft op welke wijze en binnen welke termijn de solvabiliteitsmarge weer op de vereiste omvang zal worden gebracht.

  • 2 Indien de solvabiliteitsmarge is gedaald of naar het oordeel van de Bank zal dalen beneden het vereiste minimum bedrag, dient de verzekeraar bij de Bank binnen een door deze te bepalen termijn een financieringsplan ter goedkeuring in, dat aangeeft hoe op korte termijn de solvabiliteitsmarge weer op vereiste omvang zal worden gebracht.

  • 3 Ingeval het eerste lid reeds toepassing vond, geeft het financieringsplan tevens aan hoe het saneringsplan daarin is verwerkt.

  • 4 De Bank kan op verzoek van de verzekeraar wijzigingen in een goedgekeurd plan toestaan dan wel, bij gewijzigde omstandigheden, wijziging van het plan eisen of de goedkeuring intrekken.

Hoofdstuk VII. Intrekking van de bijzondere vergunning

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De Bank is bevoegd een bijzondere vergunning in te trekken indien de verzekeraar:

    • a. om intrekking verzoekt;

    • b. niet meer voldoet aan de eisen die voor het verkrijgen van de bijzondere vergunning zijn gesteld;

    • c. niet binnen de ingevolge Artikel 21 door de Bank goedgekeurde termijn de solvabiliteitsmarge op de vereiste omvang heeft gebracht;

    • d. ernstig in gebreke blijft aan wettelijke voorschriften te voldoen; of

    • e. de uitoefening van het betrokken verzekeringsbedrijf heeft gestaakt.

  • 2 Het in het eerste lid bepaalde is mede van toepassing indien de vergunning is verleend op grond van onjuiste informatie door de vergunninghoudster verstrekt.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Het besluit tot intrekking van een vergunning is met redenen omkleed en wordt door de Bank door middel van een deurwaardersexploit ter kennis van de verzekeraar gebracht.

  • 2 De intrekking wordt eerst van kracht, wanneer het daartoe strekkende besluit onherroepelijk is geworden.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De intrekking van een bijzondere vergunning verplicht de verzekeraar zijn bedrijf af te wikkelen. Hij blijft daarbij onderworpen aan de bepalingen van dit besluit.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Indien de Bank de bijzondere vergunning intrekt op grond van Artikel 22, onderdeel b, c of d, beperkt zij de uitoefening van de bevoegdheid van de verzekeraar om over zijn waarden te beschikken of verbiedt zij hem om anders dan met haar schriftelijke machtiging over deze waarden te beschikken.

  • 2 De Bank brengt de beperking of het verbod, opgelegd ingevolge het eerste lid, met het besluit tot intrekking van de vergunning ter kennis van de verzekeraar.

  • 3 De verzekeraar dan wel de Bank namens de verzekeraar, kan de ongeldigheid van een rechtshandeling, door de verzekeraar verricht in strijd met de beperking of het verbod, inroepen indien de wederpartij de beperking onderscheidenlijk het verbod kende of daarvan niet onkundig kon zijn.

  • 4 De Bank heft de beperking of het verbod, opgelegd ingevolge het eerste lid, op zodra het besluit tot intrekking van de bijzondere vergunning is vernietigd.

Hoofdstuk VIII. Faillissement

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een vordering of verzoek tot faillietverklaring van een verzekeraar – eigen aangifte daaronder begrepen – wordt niet in behandeling genomen zolang de verzekeraar in het bezit is van een bijzondere vergunning.

  • 2 Indien de bijzondere vergunning van een verzekeraar is ingetrokken, wordt op het verzoek of de vordering tot faillietverklaring niet beslist dan nadat de rechter de Bank in de gelegenheid heeft gesteld haar gevoelen daaromtrent kenbaar te maken.

  • 3 De wettelijke bepalingen inzake surséance van betaling zijn op verzekeraars niet van toepassing.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Indien de bijzondere vergunning is ingetrokken, dient de Bank een verzoek tot faillietverklaring van de verzekeraar in, indien haar blijkt dat de verzekeraar een negatief eigen vermogen heeft.

  • 2 Bij de beoordeling van de omvang van het eigen vermogen van een verzekeraar met zetel buiten de openbare lichamen worden uitsluitend de activa en passiva in aanmerking genomen die naar het oordeel van de Bank behoren tot het verzekeringsbedrijf dat vanuit de vestiging in een openbaar lichaam wordt uitgeoefend.

  • 3 De faillietverklaring op verzoek van de Bank wordt uitgesproken ongeacht of de verzekeraar verkeert in een toestand van te hebben opgehouden te betalen.

Naar boven