Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
deelnemer: de voortijdig schoolverlater die aan het voor hem vastgesteld sociaal kanstraject
deelneemt;
deelnemersregister: het register, bedoeld in artikel 6;
Inspectie: de Inspectie van het onderwijs, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht;
kanstrajecttoelage: een toelage als bedoeld in artikel 11, eerste lid;
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
projectbureau: het bureau, bedoeld in artikel 5, eerste lid;
raamplan sociale kanstrajecten: een plan als bedoeld in artikel 8;
sociaal kanstraject: een sociaal kanstraject als bedoeld in artikel 9;
startkwalificatie: startkwalificatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Leerplichtwet BES;
uitvoeringsinstantie: een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die wordt bekostigd
voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 5, tweede lid;
voortijdig schoolverlater: ingezetene van een openbaar lichaam, die:
-
a. de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, maar nog niet de leeftijd van 25 jaren,
-
b. niet beschikt over een startkwalificatie,
-
c. niet werkzaam is op grond van een aanstelling of arbeidsovereenkomst, en
-
d. die:
-
1° het onderwijs aan de school waaraan hij is ingeschreven gedurende een aaneengesloten
periode van ten minste een maand of een door het bevoegd gezag te bepalen kortere
periode zonder geldige reden niet meer volgt, of
-
2° niet meer aan een school als bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs 2020 is ingeschreven en evenmin is ingeschreven aan een instelling als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.
Artikel 2. Doelgroep sociaal kanstraject
Voor een sociaal kanstraject komt in aanmerking een voortijdig schoolverlater.
Een voortijdig schoolverlater wordt onverwijld door het bestuurscollege aangemeld
bij het projectbureau.
Artikel 4. Doorverwijzing; intake; aanbod sociale kanstraject
-
1 Het projectbureau nodigt een aangemelde voortijdig schoolverlater uit voor een gesprek
om te onderzoeken of de betrokkene kan worden doorverwezen naar onderwijs of arbeidsmarkt.
Indien dit het geval is, begeleidt het projectbureau de betrokkene naar het desbetreffende
onderwijs of de desbetreffende arbeid.
-
2 Indien de betrokkene niet kan worden doorverwezen, voert het projectbureau een educatieve
intake uit, om te onderzoeken of de betrokkene in aanmerking komt voor een sociaal
kanstraject en, indien dit het geval is, over welke kennis en vaardigheden de betrokkene
beschikt.
Artikel 5. Projectbureau en uitvoeringsinstantie
Artikel 6. Deelnemersregister
Artikel 7. Gebruik register
De in het deelnemersregister opgenomen gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de
uitvoering en handhaving van deze wet en zijn als zodanig uitsluitend toegankelijk
voor de uitvoeringsinstantie en de in artikel 20 bedoelde toezichthouders, voor zover deze gegevens redelijkerwijs noodzakelijk zijn
voor de vervulling van hun taak.
Artikel 8. Raamplan sociale kanstrajecten
Artikel 9. Sociaal kanstraject
Artikel 10. Getuigschrift
Nadat de deelnemer alle modules van het voor hem vastgestelde dan wel gewijzigde kanstraject
met succes heeft afgerond, ontvangt hij een certificaat of een diploma, afhankelijk
van de aard van het traject.
Artikel 11. Kanstrajecttoelage
Artikel 12. Handelingsplan
Artikel 12a. Zorgstructuur
Artikel 13. Bekostiging sociale kanstrajecten
Artikel 14. Verslaglegging
Het projectbureau zendt binnen drie maanden na afloop van het jaar aan het betrokken
bestuurscollege en Onze Minister:
-
a. een overzicht van de geregistreerde voortijdig schoolverlaters en van het aantal van
hen dat zonder voorafgaand sociaal kanstraject is doorverwezen naar onderwijs of arbeidsmarkt;
en
-
b. een verslag over de uitgevoerde sociale kanstrajecten.
Artikel 15. Indiening financiële verantwoording
Artikel 16. Intrekking of wijziging bekostiging door bestuurscollege
Het bestuurscollege kan de vastgestelde bijdrage binnen een periode van vijf jaar,
gerekend vanaf de dag waarop het verzoek tot bekostiging was ingewilligd, intrekken
of ten nadele van de uitvoeringsinstantie wijzigen:
-
a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bestuurscollege bij de vaststelling
van de bijdrage redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de bijdrage
lager zou zijn vastgesteld;
-
b. indien de vaststelling van de bijdrage onjuist was en de uitvoeringsinstantie dit
wist of behoorde te weten;
-
c. indien de uitvoeringsinstantie na de vaststelling van de bijdrage niet heeft voldaan
aan het bepaalde in deze wet.
Artikel 17. Bijzondere uitkering
Artikel 17a. Verantwoording bijzondere uitkering
Artikel 18. Intrekking of wijziging bijzondere uitkering door Onze Minister
Onze Minister kan de vastgestelde bijzondere uitkering, bedoeld in artikel 17 aan een openbaar lichaam binnen een periode van vijf jaar, gerekend vanaf de dag
waarop de kosten zijn vergoed, intrekken of ten nadele van een openbaar lichaam wijzigen:
-
a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan Onze Minister bij de vaststelling van
de vergoeding redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de vergoeding
lager zou zijn vastgesteld;
-
b. indien de vaststelling van de vergoeding onjuist was en het openbaar lichaam dit wist
of behoorde te weten;
-
c. indien het openbaar lichaam het bepaalde bij of krachtens deze wet niet nakomt;
-
d. indien de uitkering niet is besteed in overeenstemming met deze wet.
Artikel 19. Terugvordering of verrekening middelen
-
2 Het openbaar lichaam is verplicht binnen vier weken na een besluit als bedoeld in
het eerste lid, onderdeel a, over te gaan tot betaling. Indien betaling uitblijft,
is het openbaar lichaam zonder aanmaning of rechterlijke tussenkomst wettelijke rente
verschuldigd.
Artikel 21. Strafbepalingen
Hij die op grond van de bij of krachtens deze wet vastgestelde bepalingen gehouden
is inlichtingen of gegevens te verstrekken en daarbij opzettelijk een valse opgave
doet dan wel opzettelijk in strijd met bedoelde gehoudenheid iets verzwijgt wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden, een geldboete van de vierde categorie
of met beide straffen. Het in de eerste volzin strafbaar gestelde feit is een misdrijf.
Artikel 21a. Overgangsbepaling
Degene die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet deelneemt aan
een kanstraject als bedoeld in de Wet sociale kanstrajecten jongeren BES, zoals die
wet is komen te luiden op 10 oktober 2010, is deelnemer in de zin van deze wet.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet sociale kanstrajecten jongeren BES.