Handelsregisterwet 2009 BES

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m 31-12-2021

Handelsregisterwet 2009 BES

Definities

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

  • a. Kamer: kamer van koophandel en nijverheid als bedoeld in de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES;

  • b. Secretaris: de secretaris van de betreffende kamer van koophandel en nijverheid;

  • c. eigen vermogen: het op het ogenblik van aangifte volgens de balans van het laatste boekjaar aanwezige, eventueel volgens de balans van het lopende boekjaar werkelijk aanwezige, eigen vermogen van de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging;

  • d. hoofdvestiging: het door een onderneming als zodanig aangemerkte onderdeel van de onderneming;

  • e. nevenvestiging: een ondernemingsonderdeel, niet zijnde de hoofdvestiging, dat geheel of ten dele elders is ondergebracht in een gebouw of complex van gebouwen, waar duurzaam activiteiten van de onderneming plaatsvinden;

  • f. hoofdnederzetting: de in het openbaar lichaam gelegen nevenvestiging van een buiten het openbaar lichaam gevestigde onderneming of, indien er meer nevenvestigingen zijn, de door de onderneming als hoofdnederzetting aangemerkte nevenvestiging;

  • g. openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.

Handelsregister

Artikel 2

  • 1 Er is een handelsregister, waarin ondernemingen en rechtspersonen worden ingeschreven overeenkomstig het bepaalde in deze wet.

  • 2 Het handelsregister wordt gehouden door de Kamers. De Secretaris is belast met het beheer van het handelsregister en de in verband daarmee ontvangen gelden.

Artikel 3

  • 1 In het handelsregister worden de ondernemingen ingeschreven die in het openbaar lichaam zijn gevestigd, of in het openbaar lichaam een nevenvestiging hebben.

  • 2 Behoort de onderneming toe aan een natuurlijke persoon, of is een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap aangegaan, dan worden tevens de gegevens daarvan ingeschreven.

  • 3 Aan de in artikel 4, eerste lid, genoemde rechtspersonen, met uitzondering van stichtingen, stichtingen particulier fonds en verenigingen, wordt steeds geacht een onderneming toe te behoren.

  • 4 Het bepaalde in het derde lid is van overeenkomstige toepassing op in het openbaar lichaam gevestigde buitenlandse rechtspersonen.

  • 5 Indien aan een stichting of stichting particulier fonds of een vereniging een onderneming tevens als inschrijving van de stichting, de stichting particulier fonds of de vereniging toebehoort die als zodanig overeenkomstig dit artikel moet worden ingeschreven, geldt de inschrijving van de onderneming.

  • 6 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen activiteiten waarmee niet wordt beoogd vermogensrechtelijk voordeel te behalen, voor de toepassing van het eerste lid met een onderneming worden gelijkgesteld.

Artikel 4

  • 1 In het handelsregister worden tevens ingeschreven naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, stichtingen, stichtingen particulier fonds en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2 Verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid kunnen in het handelsregister worden ingeschreven.

De inschrijving in het handelsregister

Artikel 5

  • 1 Tot het doen van opgave ter inschrijving in het handelsregister is verplicht degene aan wie een onderneming toebehoort of, indien het de inschrijving betreft van een aan een rechtspersoon toebehorende onderneming, ieder der bestuurders van de rechtspersoon.

  • 2 Tot het doen van opgave ter inschrijving in het handelsregister van een rechtspersoon en deponering van een authentiek afschrift van de akte en statuten is naast de bestuurders van de rechtspersoon tevens verplicht de notaris ten overstaan van wie de akte van oprichting van de rechtspersoon is verleden.

  • 3 Indien geen van de in het eerste of tweede lid bedoelde personen in het gebied van de bevoegde Kamer is gevestigd, is tot het doen van de opgave tevens verplicht degene die in dat gebied belast is met de dagelijkse leiding.

  • 4 Indien een onderneming buiten het openbaar lichaam is gevestigd, is tot het doen van de opgave tevens verplicht degene die belast is met de dagelijkse leiding van de hoofdnederzetting.

  • 5 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere personen worden aangewezen die verplicht of bevoegd zijn tot het doen van daarbij aangewezen opgaven.

Artikel 6

  • 1 Tot inschrijving van een in het openbaar lichaam gevestigde onderneming of nevenvestiging is bevoegd de Kamer binnen welker gebied de onderneming haar hoofdvestiging respectievelijk hoofdnederzetting heeft.

  • 2 Tot inschrijving van een in het openbaar lichaam gevestigde rechtspersoon is bevoegd de Kamer binnen welker gebied de rechtspersoon volgens zijn statuten zijn zetel heeft.

  • 3 Tot inschrijving van een buiten het openbaar lichaam gevestigde onderneming is bevoegd de Kamer binnen welker gebied de onderneming haar hoofdnederzetting heeft.

Artikel 7

  • 1 De tot opgaaf verplichte personen doen, met inachtneming van het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaalde, de opgaven die de Kamer nodig heeft om ervoor te zorgen dat de bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur en andere wettelijke bepalingen aangewezen gegevens te allen tijde juist en volledig in het handelsregister ingeschreven zijn.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het deponeren van bescheiden.

Artikel 8

  • 1 De opgave voor de eerste inschrijving van een onderneming wordt gedaan binnen één week na aanvang van de uitoefening van de ondernemingsactiviteiten.

  • 2 De andere voorgeschreven opgaven worden gedaan uiterlijk één week na het plaatsvinden van het feit ten gevolge waarvan de verplichting tot de opgave ontstaat, voor zover bij of krachtens algemene maatregel van bestuur niet anders is bepaald.

  • 3 De verplichting tot het doen van een opgave eindigt zodra die opgave is gedaan door iemand anders die daartoe verplicht of bevoegd was of, voor zover het een wijziging betreft als bedoeld in artikel 9 of artikel 10, zodra de Kamer de desbetreffende wijziging heeft ingeschreven.

Artikel 9

  • 1 De Kamer is ambtshalve bevoegd tot het inschrijven van een wijziging van een gegeven betreffende een onderneming of rechtspersoon, indien die wijziging reeds elders in het door haarzelf gehouden register is ingeschreven.

  • 2 Bij een inschrijving als bedoeld in het eerste lid vermeldt de Kamer zo mogelijk de dag waarop de wijziging is ingegaan.

  • 3 De Kamer doet van een inschrijving als bedoeld in het eerste lid onverwijld schriftelijk mededeling aan degene die tot het doen van opgave ter inschrijving in het handelsregister verplicht is.

Artikel 10

  • 1 Indien uit het bevolkingsregister blijkt dat degene aan wie een onderneming toebehoort of een andere in verband met de onderneming of rechtspersoon in het register ingeschreven persoon is overleden, is de Kamer ambtshalve bevoegd dit feit in het register in te schrijven.

Openbaarheid en externe werking handelsregisterinzage, afschrift of uittreksel

Artikel 11

  • 1 Het handelsregister en de bescheiden die daarbij krachtens wettelijk voorschrift zijn gedeponeerd, kunnen door een ieder per inschrijving of gedeponeerd bescheiden worden ingezien tegen betaling van een vergoeding.

  • 2 De Kamer verstrekt op verzoek tegen betaling van een vergoeding afschrift van of uittreksel uit hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift aldaar is gedeponeerd.

Derdenbescherming

Artikel 12

  • 1 Op een feit dat door inschrijving of deponering moet worden bekendgemaakt, kan tegenover derden die daarvan onkundig waren geen beroep worden gedaan zolang de inschrijving of deponering niet hebben plaatsgevonden.

  • 2 Degene aan wie de onderneming toebehoort, de ingeschreven rechtspersoon of degene die enig feit heeft opgegeven of verplicht is enig feit op te geven, kan aan derden die daarvan onkundig waren niet de onjuistheid of onvolledigheid van de inschrijving dan wel de deponering tegenwerpen.

Persoonlijke levenssfeer

Artikel 13

Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen die in het handelsregister staan ingeschreven kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor daarbij aangewezen gegevens of bescheiden beperkingen worden vastgesteld ten aanzien van het bepaalde in artikel 11.

Artikel 14

  • 1 Bij de eerste inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging en vervolgens jaarlijks na het jaar van inschrijving, zijn voor elke ingeschreven onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging aan de Kamer verschuldigd, op grondslag van het in de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging aanwezige eigen vermogen, de door de Kamer vast te stellen bedragen, die nimmer minder dan de in de navolgende schalen genoemde minima, noch meer dan de in deze schalen genoemde maxima bedragen.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde minimum en maximum bedragen zijn bij een in de onderneming, rechtspersoon,of nevenvestiging per 1 januari aanwezige eigen vermogen van:

    Schaal

    Meer dan

    Doch niet meer dan

    Voor de 1ste inschrijving minimaal

    Voor de 1ste inschrijving maximaal

    Jaarlijks minimaal

    Jaarlijks maximaal

    Schaal 1

    USD 0,—

    USD 8.379,89

    USD 41,90

    USD 83,80

    USD 41,90

    USD 83,80

    Schaal 2

    USD 8.379,89

    USD 27.932,96

    USD 41,90

    USD 139,66

    USD 41,90

    USD 139,66

    Schaal 3

    USD 27.932,96

    USD 41.899,44

    USD 41,90

    USD 195,53

    USD 41,90

    USD 195,53

    Schaal 4

    USD 41.899,44

    USD 55.865,92

    USD 55,87

    USD 251,40

    USD 55,87

    USD 251,40

    Schaal 5

    USD 55.865,92

    USD 83.798,88

    USD 69,83

    USD 279,33

    USD 69,83

    USD 279,33

    Schaal 6

    USD 83.798,88

    USD 111.731,84

    USD 83,80

    USD 307,26

    USD 97,77

    USD 307,26

    Schaal 7

    USD 111.731,84

    USD 279.329,61

    USD 139,66

    USD 418,99

    USD 111,73

    USD 418,99

    Schaal 8

    USD 279.329,61

    USD 558.659,22

    USD 588,66

    USD 698,32

    USD 223,46

    USD 588,66

    Schaal 9

    USD 558.659,22

    USD 1.117.318,44

    USD 588,66

    USD 698,32

    USD 279,33

    USD 588,66

    Schaal 10

    USD 1.117.318,44

    USD 1.675.977,65

    USD 588,66

    USD 698,32

    USD 335,20

    USD 588,66

    Schaal 11

    USD 1.675.977,65

    USD 2.234.636,87

    USD 588,66

    USD 837,99

    USD 418,99

    USD 698,32

    Schaal 12

    USD 2.234.636,87

    USD 2.793.296,09

    USD 588,66

    USD 837,99

    USD 474,86

    USD 698,32

    Schaal 13

    USD 2.793.296,09

     

    USD 588,66

    USD 837,99

    USD 588,66

    USD 698,32

  • 3 Ter bepaling van de grondslag voor de toepassing van de schaal van het tweede lid, is degene die tot het doen van opgave ter inschrijving in het handelsregister verplicht is, gehouden aangifte te doen van het eigen vermogen van de onderneming, de rechtspersoon of nevenvestiging met uitzondering van de in artikel 15 bedoelde ondernemingen, rechtspersonen, stichtingen, stichtingen particulier fonds en verenigingen.

  • 4 De bedragen voor de inschrijving zijn verschuldigd door degene aan wie de onderneming of nevenvestiging behoort. Behoort de onderneming of nevenvestiging aan meer dan een persoon, dan zijn deze ieder voor het geheel voor de voldoening aansprakelijk. Behoort de onderneming aan een rechtspersoon, dan zijn de bedragen voor de inschrijving door de rechtspersoon verschuldigd. De bedragen voor de inschrijving van een stichting, een stichting particulier fonds en een vereniging aan wie niet een onderneming toebehoort zijn verschuldigd door de stichting, de stichting particulier fonds en de vereniging. Bij ontbinding of omzetting in een buitenlandse rechtspersoon zijn respectievelijk de met vereffening belaste personen en de bestuurders hoofdelijk daarvoor aansprakelijk.

  • 5 De Kamer kan degene die tot het doen van opgave ter inschrijving in het handelsregister verplicht is, ten hoogste eenmaal per jaar schriftelijk verzoeken aangifte te doen ten behoeve van de rangschikking van de onderneming. Een dergelijk verzoek wordt niet gedaan voordat een jaar is verstreken sinds de aangifte bij de inschrijving of, bij gebreke daarvan, sinds de inschrijving heeft plaatsgevonden.

  • 6 De Kamer kan degene die een aangifte ten behoeve van de rangschikking heeft gedaan, schriftelijk verzoeken een nadere toelichting op die aangifte te verstrekken.

  • 7 Bij gebrek aan aangifte van het eigen vermogen bij de opgave tot inschrijving wordt het in de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging aanwezige eigen vermogen door de Kamer geschat; het geschatte bedrag geldt als grondslag voor de toepassing van de schaal in het tweede lid. Voor de later verschuldigde bedragen blijven degenen, die tot het doen van aangiften voor de inschrijving in het handelsregister zijn gehouden, bevoegd aangifte te doen van het in de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging aanwezige eigen vermogen.

  • 8 De Kamer geeft, in haar gebied, kennis aan belanghebbende van de bedragen verschuldigd ingevolge de voorgaande bepalingen, welke bedragen dan binnen een maand na dagtekening van de mededeling moeten zijn voldaan. Bij gebreke van betaling zijn van overeenkomstige toepassing de bepalingen die bij wanbetaling van de kohierbelastingen gelden.

Artikel 15

Stichtingen, stichtingen particulier fonds en verenigingen, aan wie niet een onderneming toebehoort als bedoeld in artikel 3, derde lid, worden ingedeeld in schaal 4, bedoeld in artikel 14, tweede lid.

Artikel 16

Voor het inzien van het handelsregister en de bescheiden die daarbij krachtens wettelijk voorschrift zijn gedeponeerd, zijn aan de Kamer maximaal verschuldigd de volgende door de Kamer vast te stellen bedragen:

  • a. voor het door middel van een internet verbinding inzien van het elektronische bestand: USD 139,66 per kalenderjaar voor abonnementskosten, vermeerderd met USD 0,08 per inschrijving en USD 0,06 per tijdseenheid van 1 minuut of gedeelte daarvan;

  • b. voor het telefonisch vragen van inlichtingen over hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift daarbij is gedeponeerd: USD 0,56 per tijdseenheid van 1 minuut of gedeelte daarvan;

  • c. voor het door middel van internet raadplegen van uittreksels uit het elektronisch bestand: USD 1,40 per uittreksel.

Artikel 17

Voor het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift daarbij is gedeponeerd, zijn aan de Kamer verschuldigd de volgende door de Kamer maximaal vast te stellen bedragen:

  • a. voor fotokopieën: USD 0,56 voor de eerste bladzijde en USD 1,12 voor elke volgende bladzijde per inschrijving;

  • b. voor uittreksels: USD 11,17 voor ieder uittreksel;

  • c. voor een schriftelijke mededeling met betrekking tot hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of daarbij is gedeponeerd: USD 8,38 per inschrijving;

  • d. voor het verstrekken van een overzicht van categorieën van in het handelsregister ingeschreven ondernemingen, rechtspersonen of nevenvestigingen, USD 0,56 per onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging, met een minimum van USD 8,38 per overzicht;

  • e. voor het per brief, telefax, e-mail of andere wijze verstrekken van producten genoemd onder a, b, c en d: het tarief voor het desbetreffende product, vermeerderd met de kosten van verzending en betalingsverkeer.

Artikel 17a

De bedragen genoemd in de artikelen 11 tot en met 17 kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bijgesteld telkens wanneer de prijsontwikkeling daartoe aanleiding geeft.

Artikel 18

  • 1 Indien een Kamer of een persoon die belang heeft bij de inschrijving van mening is dat de inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging onjuist, onvolledig of in strijd met de openbare orde of de goede zeden is of dat een onderneming, rechtspersoon of een nevenvestiging ten onrechte niet is ingeschreven, kan de belanghebbende zich bij verzoekschrift wenden tot het gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba dat zittingsplaats heeft in het openbaar lichaam waar de Kamer is gevestigd, bij welke de inschrijving is geschied of zou moeten geschieden, met het verzoek de doorhaling, aanvulling of wijziging van het ingeschrevene of de inschrijving van de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging te gelasten.

  • 2 Een ieder, met betrekking tot wie hetgeen in het handelsregister is ingeschreven, onvolledig of onjuist is, of in strijd met de openbare orde of de goede zeden, kan, indien degene die het handelsregister houdt weigert of nalaat het verzoek tot aanvulling of wijziging te doen, zich op dezelfde wijze met dit verzoek tot het gerecht in eerste aanleg wenden.

  • 3 Indien bij rechterlijke uitspraak hetgeen in het handelsregister is ingeschreven geheel of gedeeltelijk onrechtmatig is verklaard, doet de Kamer op verzoek van een belanghebbende daarvan aantekening in het handelsregister.

Artikel 19

Degene die verplicht is tot het doen van opgaven voor de inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging in het handelsregister, met uitzondering van de notaris ten overstaan van wie de akte van oprichting van de rechtspersoon is verleden, zorgt ervoor dat op alle van de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging uitgaande brieven, orders, facturen en offertes is vermeld onder welk nummer de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging in het handelsregister is ingeschreven.

Artikel 20

Alles wat betreft de inrichting van en het toezicht op het handelsregister, de opgaven voor de inschrijving, de inschrijving zelf, de doorhaling, de aanvulling en de wijziging van het ingeschrevene, het ter inzage leggen en het geven van afschriften van en uittreksels uit hetgeen ingeschreven is en hetgeen verder nog ter uitvoering van deze wet nodig is, wordt, voorzover daarin niet bij deze wet is voorzien, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, geregeld.

Strafbepalingen

Artikel 21

  • 1 Hij die opzettelijk een onjuiste of onvolledige opgave doet, bestemd voor inschrijving in het handelsregister, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste USD 28.000.

  • 2 Hij die wettelijk gehouden is een opgave te doen voor inschrijving in het handelsregister, wordt, indien het aan zijn schuld te wijten is dat die opgaaf gedaan door hemzelf of door een ander onjuist of onvolledig is, gestraft met geldboete van ten hoogste USD 11.200.

  • 3 Hij die niet voldoet aan zijn wettelijke verplichtingen tot het doen van opgave voor inschrijving in het handelsregister, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste USD 28.000.

  • 4 Hij die niet voldoet aan zijn wettelijke verplichting tot het op alle van de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging uitgaande brieven, orders, facturen en offertes vermelden van het nummer onder welk de onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging in het handelsregister is ingeschreven, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste USD 28.000.

  • 5 De feiten, strafbaar gesteld in het eerste, derde en vierde lid, zijn misdrijven. Het feit strafbaar gesteld in het tweede lid, is een overtreding.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23

  • 1 Binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet schrijft de Kamer – voorzover deze niet reeds zijn ingeschreven – in het handelsregister in alle in het Stichtingenregister voorkomende gegevens als ware opgave gedaan overeenkomstig het handelsregisterbesluit.

  • 2 Overige opgaven ter inschrijving in het handelsregister en deponering van bescheiden ten kantore van het handelsregister, waartoe de verplichting ontstaat als gevolg van de inwerkingtreding van deze wet worden, voor zover betrekking hebbend op ondernemingen, rechtspersonen, waaronder verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid, nevenvestigingen of persoonlijke gegevens, gedaan binnen een jaar na inwerkingtreding van deze wet, voor zover niet bij de Invoeringswet Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES in een andere overgangstermijn is voorzien.

  • 3 Het bepaalde in artikel 19 geldt voor rechtspersonen die reeds bestaan bij het in werking treden van Boek 2 BW BES eerst nadat twee jaren na inwerkingtreding van deze wet zijn verstreken. Tot dat tijdstip blijft voor deze rechtspersonen het voordien geldend recht van toepassing.

  • 4 Artikel 15 is voor wat betreft naamloze en besloten vennootschappen slechts van toepassing op die vennootschappen die opgericht zijn na 1 maart 2004, dan wel die na 1 maart 2004 hun statuten hebben gewijzigd.

  • 5 Alle opgaven gedaan door stichtingen en stichtingen particulier fonds bij de door de Kamer gehouden registers na 1 maart 2004 en de dag van inwerkingtreding van deze wet, en de inschrijvingen daarvan door de Kamer, worden geacht te zijn gedaan overeenkomstig de bepalingen van deze wet en de daarop rustende algemene maatregel van bestuur.

Naar boven