Beleidsregels bestuurlijke boete Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal

[Regeling vervallen per 24-10-2013.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 18-06-2010 t/m 23-10-2013

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 9 juni 2010, nr. MC-U-3006972, houdende vaststelling van beleidsregels betreffende het opleggen van bestuurlijke boetes op grond van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal (Beleidsregels bestuurlijke boete Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 20a van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Bij constatering van een bestuurlijk beboetbaar feit wordt, alvorens een bestuurlijke boete wordt opgelegd, de overtreder door het geven van een waarschuwing in de gelegenheid gesteld aan de wettelijke eisen te voldoen. In die situaties waarbij de overtreder anders dan door een waarschuwing in de gelegenheid is gesteld om aan de eisen te voldoen, wordt direct een boete opgelegd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Bij constatering van een overtreding wordt een boete opgelegd, onderscheidenlijk een waarschuwing gegeven met inachtneming van de bijlage. Onverminderd de artikelen 3, 6, 9 en 10 wordt uitgegaan van een boete gelijk aan het normbedrag.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

  • 1 Indien een door een bestuurlijke boete te handhaven overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden, vindt geen waarschuwing plaats en wordt onverminderd de artikelen 6, 9 en 10 bij:

    • rechtspersonen met 10 tot 50 werknemers uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan een derde gedeelte van het in de bijlage aangegeven normbedrag;

    • rechtspersonen met minder dan 10 werknemers en bij natuurlijke personen uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan vijfde gedeelte van het in de bijlage aangegeven normbedrag.

  • 2 In afwijking van artikel 2, eerste volzin, vindt bij overtreding van een wettelijke norm eveneens geen waarschuwing plaats indien de betrokkene binnen een periode van twee jaar voorafgaande aan die overtreding, reeds tweemaal eerder een boete is opgelegd, ongeacht of die overtreding dezelfde of een andere wettelijke norm betreft, dan waarvoor eerder is beboet.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Onverminderd de artikelen 6, 9 en 10 wordt bij de vaststelling van een boete:

  • a. voor een tweede overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan bij:

    • rechtspersonen met 50 of meer werknemers uitgegaan van een boetebedrag gelijk aantwee maal het in de bijlage aangegeven normbedrag;

    • rechtspersonen met 10 tot 50 werknemers uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan twee derde gedeelte van het in de bijlage aangegeven normbedrag;

    • rechtspersonen met minder dan 10 werknemers en bij natuurlijke personen uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan twee vijfde gedeelte van het in de bijlage aangegeven normbedrag.

  • b. voor een derde of volgende overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan, ongeacht de bedrijfs- of instellingsgrootte, uitgegaan van een boetebedrag gelijk aan tweemaal het in de bijlage aangegeven normbedrag.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Voor de boeteberekening van een beboetbaar feit, geconstateerd op een locatie of vestiging van een bedrijf of instelling, wordt als bedrijfs- of instellingsgrootte het aantal werknemers van de gehele juridische eenheid gehanteerd.

De bedrijfs- of instellingsgrootte wordt vastgesteld aan de hand van de registers van de Kamers van Koophandel.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Bij de vaststelling van de boete wordt rekening gehouden met de ernst van de overtreding, met de mate waarin de overtreding aan de overtreder kan worden toegerekend en met de omstandigheden waaronder de overtreding heeft plaatsgevonden.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat bij samenloop van van meerdere bestuurlijk beboetbare feiten uit de som van de per feit berekende boetebedragen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

In de boetebeschikking wordt de hoogte van de boete gemotiveerd.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Bij aantoonbaar financieel onvermogen kan de hoogte van de boete worden gematigd.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

In het geval de onverkorte toepassing van dit besluit niet opweegt tegen de de gevolgen daarvan, kan van dit besluit worden afgeweken.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Indien de overtreding leidt tot schade of een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander zal de aan de overtreding ten grondslag liggende gedraging ter beoordeling aan het Openbaar Ministerie worden voorgelegd.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels bestuurlijke boete Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Bijlage

[Regeling vervallen per 24-10-2013]

Tarieflijst normbedragen bestuurlijke boete Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal

Artikel

Omschrijving

Normbedrag

Waarschuwing/ direct beboetbaar (DB)

3

Overtreding van het verbod om weefsels, cellen, foetale weefsels e.d. die bij het verkrijgen uitsluitend bestemd waren voor een ander doel dan toepassing op de mens, alsnog voor die toepassing te gebruiken

€ 450.000,00

waarschuwing

4, lid 1

Instelling of natuurlijke persoon die de beschikking krijgt over lichaamsmateriaal, biedt dit niet aan een orgaanbank aan

€ 450.000,00

waarschuwing

4, lid 3

Bij aanbieding wordt in voorkomende gevallen geen melding gemaakt van andere doeleinden dan toepassing op de mens

€ 450.000,00

waarschuwing

5

Het niet voldoen aan de verplichting om lichaamsmateriaal te bewaren in een orgaanbank totdat het orgaancentrum heeft aangewezen wie voor implantatie van dat lichaamsmateriaal in aanmerking komt, of heeft bepaald dat het niet langer beschikbaar moet blijven.

€ 450.000,00

waarschuwing

7, lid 1

Invoeren van lichaamsmateriaal uit een EU-land door ander dan orgaanbank

€ 450.000,00

waarschuwing

7, lid 2

In- of uitvoeren van lichaamsmateriaal uit een niet EU-land door ander dan orgaanbank

€ 450.000,00

waarschuwing

7, lid 4

Het niet voldoen aan de verplichting om invoer van lichaamsmateriaal voor transplantatie te melden aan het orgaancentrum

€ 450.000,00

waarschuwing

20

Overtreden van het verbod om ongeschikt lichaamsmateriaal af te leveren

€ 450.000,00

waarschuwing

Naar boven