Verordening HBAG heffing bloemen en planten 2010

[Regeling vervallen per 13-05-2020.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 04-06-2011.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 08-05-2010 t/m 04-06-2011

Verordening van het Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel van 12 november 2009, houdende regels ter zake van aan de groothandelaar, de commissionair, de tussenpersoon, de handelskweker of de exporteur in bloemkwekerijproducten op te leggen heffing voor het jaar 2010 (Verordening HBAG heffing bloemen en planten 2010)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel,

gelet op artikel 93 en artikel 126, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op artikel 13 van het instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel (Staatsblad 2002 nr. 155), heeft na advies van de HBAG Commissie Bloemkwekerijproducten de volgende verordening vastgesteld:

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze verordening wordt overgenomen de terminologie van het instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel en wordt verstaan onder:

a.

aankoopwaarde:

het totaal van de bruto inkoopfactuurbedragen van in Nederland aangekochte bloemkwekerijproducten exclusief BTW minus

I. aankopen voor doorteelt binnen eigen bedrijf,

II. aankopen van bloemzaden, en

III. aankopen die bestemd zijn voor directe verkoop aan consumenten en waarover op basis van deze verordening reeds heffing wordt afgedragen;

b.

bloemkwekerijproducten:

I. siergewassen,

II. teeltmateriaal,

III. hydrocultuur, en

IV. bloemzaden;

c.

voorzitter:

de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel;

d.

hoofdbedrijfschap:

Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel;

e.

hydrocultuur:

siergewassen die bestemd zijn voor gebruik in plantenbakken of potten, waarbij de plant met zijn wortels houvast heeft in poreuze korrels in een bak of pot, met daarin een laag water en voedingsstoffen;

f.

ondernemer:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het hoofdbedrijfschap is ingesteld;

g.

siergewassen:

gewassen voor de sier in blad-, bloem- of vruchtendragende toestand in hun geheel of gedeeltelijk, met uitzondering van:

I. winterharde houtgewassen in hun geheel voorzover niet vervroegd of verlaat, alsmede kerstbomen met wortels en delen van winterharde houtgewassen;

II. voorzover in groene toestand de Japanse azalea’s, alsmede variëteiten en hybriden daarvan;

III. dahliastekken, begonia- en gloxiniaplantjes, uitsluitend bestemd voor de teelt van knollen, en

IV. aquariumplanten en niet-levende bloemkwekerijproducten;

h.

teeltmateriaal:

planten en plantendelen, die bestemd zijn voor de teelt van bloemkwekerijproducten, of ter vermeerdering te dienen dan wel daartoe gebruikt worden;

i.

veiling:

een organisatie die bemiddelt bij aan- en verkopen van bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal.

Terugwerkende kracht

Vbbo. 2011, 32, datum inwerkingtreding 05-06-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

In deze verordening wordt overgenomen de terminologie van het instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel en wordt verstaan onder:

a.

aankoopwaarde:

het totaal van de bruto inkoopfactuurbedragen van in Nederland aangekochte bloemkwekerijproducten exclusief BTW minus

I. aankopen voor doorteelt binnen eigen bedrijf,

II. aankopen van bloemzaden,

III. aankopen door een teler of telersvereniging van door hemzelf respectievelijk haar eigen leden geteeld bloemkwekerijproduct,

IV. aankopen waarover op basis van deze verordening reeds heffing wordt afgedragen vanwege een voorafgaande transacitie;

b.

bloemkwekerijproducten:

I. siergewassen,

II. teeltmateriaal,

III. hydrocultuur, en

IV. bloemzaden;

c.

voorzitter:

de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel;

d.

hoofdbedrijfschap:

Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel;

e.

hydrocultuur:

siergewassen die bestemd zijn voor gebruik in plantenbakken of potten, waarbij de plant met zijn wortels houvast heeft in poreuze korrels in een bak of pot, met daarin een laag water en voedingsstoffen;

f.

ondernemer:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het hoofdbedrijfschap is ingesteld;

g.

siergewassen:

gewassen voor de sier in blad-, bloem- of vruchtendragende toestand in hun geheel of gedeeltelijk, met uitzondering van:

I. winterharde houtgewassen in hun geheel voorzover niet vervroegd of verlaat, alsmede kerstbomen met wortels en delen van winterharde houtgewassen;

II. voorzover in groene toestand de Japanse azalea’s, alsmede variëteiten en hybriden daarvan;

III. dahliastekken, begonia- en gloxiniaplantjes, uitsluitend bestemd voor de teelt van knollen, en

IV. aquariumplanten en niet-levende bloemkwekerijproducten;

h.

teeltmateriaal:

planten en plantendelen, die bestemd zijn voor de teelt van bloemkwekerijproducten, of ter vermeerdering te dienen dan wel daartoe gebruikt worden;

i.

telersvereniging:

een samenwerkingsverband van producenten van bloemkwekerijproducten;

j.

veiling:

een organisatie die bemiddelt bij aan- en verkopen van bloemkwekerijproducten of teeltmateriaal.

§ 2. De heffingsplicht

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

  • 1 De ondernemer is jaarlijks over de door hem aangekochte bloemkwekerijproducten een heffing verschuldigd.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid, is aan het hoofdbedrijfschap verschuldigd ten behoeve van activiteiten als, verrijken van informatie, stimuleren van informatie- en communicatietechnologie, professionaliseren van kwaliteitszorg, kennisoverdracht en opleidingen en het beïnvloeden van regelgeving alsmede ten behoeve van de algemene kosten van het hoofdbedrijfschap.

  • 3 De heffing bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt opgelegd bij wege van aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

  • 1 Ter uitvoering van artikel 2 doet de ondernemer aangifte van de door hem aangekochte bloemkwekerijproducten in het betreffende kalenderjaar.

  • 2 De opgave, als bedoeld in het eerste lid, wordt gedaan via een aangifteformulier of via elektronische aangifte, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen.

§ 3. Grondslag en hoogte

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

  • 1 De heffing die de ondernemer is verschuldigd wordt berekend over de aankoopwaarde van de door hem in Nederland aangekochte bloemkwekerijproducten in het betreffende kalenderjaar.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in een percentage van de aankoopwaarde en bedraagt 0,09%.

§ 4. Oplegging en inning

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing geschiedt door toezending of uitreiking van een heffingsnota een de ondernemer na afloop van het betreffende kalenderjaar.

  • 2 Indien geen aangifte is gedaan kan de ondernemer een ambtshalve heffing worden opgelegd.

  • 3 Nadat door de ondernemer alsnog aangifte is gedaan, wordt de ambtshalve heffing verrekend met de op basis van deze aangifte verschuldigde heffing.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Indien uit ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens of een ambtshalve schatting, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

  • 1 Indien een ondernemer aantoont dat hij aangekochte bloemkwekerijproducten geheel of gedeeltelijk door tussenkomst van de Nederlandse veiling heeft verhandeld en dat over deze transactie reeds een voorschot aan de veiling is betaald, wordt dit betaalde voorschot in mindering gebracht op de berekende heffing ingevolge artikel 5.

  • 2 In de in het eerste lid bedoelde situatie wordt op de ingevolge artikel 5 over veilingtransacties berekende heffing een korting toegepast ter hoogte van 5%.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

De oplegging en inning van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing en alle hiermee samenhangende werkzaamheden geschieden namens het Hoofdbedrijfschap door het Productschap Tuinbouw.

§ 5. Overige bepalingen en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening worden in handen van de secretaris of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het gesteld.

  • 2 Deze gegevens worden slechts gebruikt voor de vervulling van de taak van het Hoofdbedrijfschap.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van afkondiging in het Verordeningenblad bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 13-05-2020]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening HBAG heffing bloemen en planten 2010.

Aalsmeer, 12 november 2009

M.J. Varekamp

voorzitter

P.M.M. van Ostaijen

secretaris

Naar boven