Beleidsregel zeevaartbemanning

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 16-05-2010 t/m heden

Beleidsregel zeevaartbemanning

De inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Toepassing van resoluties en circulaires uitgegeven door de Internationale Maritieme organisatie (IMO)

Bij de toepassing van de krachtens de Zeevaartbemanningswet geldende voorschriften uit het SOLAS-verdrag1 en het STCW-verdrag2 en de daarbij behorende codes en verplichte resoluties, worden de nadere invullingen, interpretaties en aanbevelingen gehanteerd zoals vervat in de in onderstaande tabel 1 genoemde resoluties en circulaires van de Internationale Maritieme Organisatie.

Tabel 1 Bemanningsgrootte, bemanningssamenstelling en opleiding

Resolutie/circulaire

Grondslag

A.890(21)

PRINCIPLES OF SAFE MANNING, zoals gewijzigd door resolutie A.955(23).

SOLAS hoofdstuk V voorschrift 14

Zeevaartbemanningswet artikel 8

STCW.7/Circ.15

DATA REQUIRED TO BE INCLUDED IN DOCUMENTARY EVIDENCE OF TRAINING LEADING TO THE AWARD OF A CERTIFICATE OF COMPETENCY

 

Erkenningsregeling opleidingen Zeevaartbemanning art. 2, lid 3, sub e

STCW.7/Circ.13

ISSUES TO BE CONSIDERED WHEN INTEGRATING COMPUTER-BASED TECHNOLOGIES INTO THE TRAINING AND ASSESSMENT OF SEAFARERS

 

Erkenningsregeling opleidingen Zeevaartbemanning artikel 4

Artikel 2. Afgifte monsterboekjes

De inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat verstrekt op grond van artikel 97, tweede lid, onderdeel d, van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart slechts aan personen behorende tot de onderstaande beroepsgroepen een monsterboekje, mits zij kunnen aantonen dat zij het monsterboekje nodig hebben ten behoeve van de uitoefening van hun beroep aan boord van een schip tijdens zeereizen.

  • 1. Nautisch/technisch surveyors van klassebureaus

    Het gaat hierbij om surveyors, die in dienst zijn van een door de Inspectie Verkeer en Waterstaat erkend klassebureau. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje moet de aanvrager zijn dienstverband met het erkende klassebureau aantonen door zijn arbeidsovereenkomst over te leggen.

  • 2. Registerloodsen

    Het gaat hier om registerloodsen in de zin van artikel 1, onderdeel f, van de Loodsenwet. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje legt de aanvrager het bewijs van inschrijving in het loodsenregister, bedoeld in artikel 22, derde lid, van de Loodsenwet over.

  • 3. Certificaatloodsen

    Het gaat hier om certificaatloodsen die voldoen aan de eisen met betrekking tot vakbekwaamheid en geschiktheid, vastgesteld bij of krachtens het Besluit certificaatloodsen. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje overlegt de aanvrager een certificaat als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Loodsenwet.

  • 4. Maritiem wetenschappelijk onderzoekers

    Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje legt de aanvrager een verklaring van de scheepsbeheerder of de reder over waaruit blijkt dat de aanvrager aan boord wetenschappelijk onderzoek gaat verrichten.

  • 5. Personeel met dienstverlenende taken aan boord van schepen

    Het gaat hier bijvoorbeeld om managers, verplegend personeel, hotelpersoneel, horecapersoneel, winkelpersoneel, personeel in de civiele dienst. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje legt de aanvrager een verklaring van de scheepsbeheerder of van de reder over waaruit blijkt dat de aanvrager aan boord taken zal gaan verrichten die buiten de functies genoemd op het bemanningscertificaat vallen.

  • 6. Nautisch/technisch onderhoudspersoneel

    Het gaat hier om technici voor het onderhoud aan bijvoorbeeld voorstuwingsinstallaties, radio-installaties en laad- en losgerei. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje legt de aanvrager een werkgeversverklaring over waaruit blijkt dat hij onderhoudstaken aan boord van een schip gaat verrichten.

  • 7. Nautisch/technisch ondersteunend personeel

    Het gaat hier bijvoorbeeld om duikers, Remotely Operated Vehicle (ROV) operators, Dynamic positioning (DP) operators, hydrografen en bergingsinspecteurs. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje legt de aanvrager een werkgeversverklaring over waaruit blijkt dat hij ondersteunende werkzaamheden aan boord van zeeschepen gaat verrichten.

  • 8. Een persoon in het bezit van een geldig Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs, die niet valt onder artikel 97, lid 1, onder a, van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart

    Het gaat hier bijvoorbeeld om een herintredende oud-zeevarende, die in het bezit is van een vaarbevoegdheidsbewijs zonder dat hij al een arbeidsovereenkomst heeft. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje legt de aanvrager een verklaring van de scheepsbeheerder of de reder over waaruit blijkt dat de aanvrager aan boord werkzaamheden zal gaan verrichten.

  • 9. Detacheringsmedewerkers, te werk gesteld via een uitzendbureau of een detacheringsbureau, voor het verrichten van werkzaamheden aan boord van zeeschepen

    Onder uitzendbureau dan wel een detacheringsbureau wordt verstaan: een onderneming die werkkrachten tijdelijk ter beschikking stelt aan ondernemingen in de zeevaart voor het verrichten van werkzaamheden op zeeschepen. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje legt de aanvrager een verklaring over van het detacherings- of uitzendbureau waaruit blijkt dat hij werkzaamheden aan boord van zeeschepen gaat verrichten.

  • 10. Ambtenaren belast met toezichthoudende en handhavende taken aan boord van zeeschepen

    Het gaat hierbij om ambtenaren in dienst van het rijk, provincie of gemeente. Te denken valt aan ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, de Douane, het Korps landelijke politiediensten, Rijkswaterstaat en de Koninklijke Marechaussee en Zeehavenpolitie. Bij het verzoek om afgifte van een monsterboekje overlegt de aanvrager een werkgeversverklaring waaruit blijkt dat hij toezichthoudende en handhavende taken aan boord van zeeschepen gaat verrichten.

Artikel 4

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 mei 2010

De

inspecteur-generaal Verkeer en Waterstaat

,

J. Thunnissen

  1. Het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen. ^ [1]
  2. Het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationale Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, het STCW-verdrag ( Trb 1981, 144). ^ [2]
Naar boven