Verordening financiering vispromotie 2010

[Regeling vervallen per 19-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 20-03-2010 t/m 18-10-2019

Verordening van het Productschap Vis van 1 oktober 2009, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing ten behoeve van vispromotie voor het jaar 2010 (Verordening financiering vispromotie 2010)

Het bestuur van het Productschap Vis;

Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 7 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Stb. 2003, 253);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a.

    Instellingsbesluit Productschap Vis

    :

    Besluit van 3 juni 2003, houdende instelling van een productschap voor ondernemingen op het gebied van de visserij, de be- en verwerking van vis en de handel in vis en visproducten (Stb. 2003, 253);

    b.

    productschap

    :

    het Productschap Vis, als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Vis;

    c.

    bestuur

    :

    het bestuur van het productschap;

    d.

    voorzitter

    :

    de voorzitter van het productschap;

    e.

    secretaris

    :

    de secretaris van het productschap;

    f.

    ondernemer

    :

    degene, die een onderneming drijft, waarvoor het productschap is ingesteld;

    g.

    fonds

    :

    het fonds ingesteld krachtens artikel 2, eerste lid, van de Verordening instelling van een fonds voor promotie 2007;

    h.

    vis

    :

    vissen, schaal- en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaal- en schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieren, pootvis en mosselen;

    i.

    visproducten

    :

    uit vis verkregen producten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk of dierlijk voedsel kunnen dienen;

    j.

    visserij

    :

    het bedrijf van het vangen of kweken van vissen, schaal- en schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieren;

    k.

    trawler

    :

    vaartuig waarvan de lengte over alles 60 meter of meer bedraagt of een vaartuig met een bruto tonnage van meer dan 1.200 BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend, waarbij de gevangen vis en visproducten aan boord worden ingevroren;

    l.

    kotter

    :

    vaartuig waarvan de lengte over alles minder dan 60 meter bedraagt;

    m.

    basislijn

    :

    de laagwaterlijn (dieptelijn van nul meter) langs de kust of de lijn die door de kuststaat is getrokken tussen een aantal vaste punten, zoals aangegeven op kaarten die door de bevoegde kuststaat officieel zijn erkend;

    n.

    forel

    :

    vissen van de soort Oncorphynchus mykiss;

    o.

    meerval

    :

    vissen van de soorten Clarius garipinus of Heteropneustes fossilis;

    p.

    tilapia

    :

    vissen van de soort Oreochromis Spp.;

    q.

    paling

    :

    vissen van de soort Anquilla anquilla;

    r.

    tarbot

    :

    vissen van de soort Psetta maximus;

    s.

    garnalen

    :

    garnalen van de soort Crangon erangon;

    t.

    mosselen

    :

    schelpdieren van de soorten Mytilus Spp. of de soorten Perna Spp.;

    u.

    kokkels

    :

    schelpdieren van de soort Cerastoderma edule;

    v.

    spisula

    :

    schelpdieren van de soorten Spisula Spp.;

    w.

    zwaardscheden en mesheften

    :

    schelpdieren van de soorten Ensis Spp.;

    x.

    nonnetjes

    :

    schelpdieren van de soort Macoma balthica;

    y.

    haring

    :

    alle vis behorende tot de soort Clupea harengus, welke al dan niet is gekaakt, gezouten of gerijpt en al dan niet bevroren, schoongemaakt of gefileerd is, vol- en halfconserven daaronder niet begrepen;

    z.

    maatjesharing

    :

    haring, welke in de periode van 1 mei 2010 toe en met 31 juli 2010 is gevangen en bestemd is om na be- of verwerking geconsumeerd te worden als Hollandse Nieuwe of maatjesharing;

    aa.

    zeevis

    :

    vis verkregen door uitoefening van de visserij met een kotter zeewaarts vanaf een basislijn of door uitoefening van de kustvisserij in de zin van artikel 1, vierde lid onder c, van de Visserijwet 1963, met uitzondering van mosselen, oesters, kokkels, spisula, zwaardscheden en mesheften, en nonnetjes;

    bb.

    kweekvis

    :

    forel, meerval, tilapia, paling en tarbot die in Nederland wordt gekweekt en gehouden in recirculatiesystemen en vijvers ten behoeve van productiedoeleinden gericht op menselijke consumptie;

    cc.

    pootvis

    :

    levende jonge vis, schaal- of schelpdieren die bestemd zijn voor de kweek van kweekvis;

    dd.

    aanvoeren

    :

    het als eerste eigenaar voor de eerste keer of het met behulp van de spanvisserij aan land brengen van vis;

    ee.

    aanvoerder

    :

    de ondernemer die met een in Nederland geregistreerd vissersvaartuig of op andere wijze vis aanvoert;

    ff.

    buitenlandse aanvoerder

    :

    degene die met een in het buitenland geregistreerde kotter in Nederland aanvoert;

    gg.

    afslag

    :

    een veiling van vis of visproducten;

    hh.

    kleinhandelaar

    :

    een ondernemer die als onderdeel van zijn bedrijf heeft of zijn bedrijf maakt van het verkopen van vis of visproducten aan particulieren, instellingen of bedrijven als eindverbruiker;

    ii.

    inkoopbedrag

    :

    de totale factuurwaarde van alle gekochte vis- of visproducten;

    jj.

    kopen

    :

    zich in eigendom verwerven door de daarvoor gevraagde of geboden prijs te betalen ofwel de overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt vis of visproducten te leveren en de andere om daarvoor een prijs in geld te betalen.

  • 2 Voor de toepassing van het bepaalde in deze verordening vindt het aanvoeren plaats op het tijdstip waarop het vissersvaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft gekregen.

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Onder het productschap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrijfsactiviteiten in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 aan en ten behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in de artikelen 2, 3 en 4 vermelde heffingsgrondslagen met de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Elke ondernemer is aan het productschap ten bate van het fonds een heffing verschuldigd wegens:

  • a. het aanvoeren van zeevis door een aanvoerder,

  • b. het kopen van zeevis van een aanvoerder of van een buitenlandse aanvoerder;

  • c. het inkopen van vis of visproducten, welke fysiek in Nederland zijn of komen;

  • d. het verkopen aan particulieren van vis of visproducten door een kleinhandelaar;

  • e. het kopen van maatjesharing, welke fysiek in Nederland is of komt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1

    • a. De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt 0,98 promille van de waarde van de met een kotter aangevoerde zeevis met uitzondering van garnalen.

    • b. De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt € 0,0027 per per kilogram aangevoerde garnalen die onder de controleplicht vallen voor controle op de indeling in de bij of krachtens de verordening (EG) nr. 2406/96 voorgeschreven versheidsklassen en grootteklassen voor garnalen voor eerste verhandeling.

    • c. De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt 0,83 promille van de waarde van de met een trawler aangevoerde zeevis.

  • 2

    • a. De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt 1,12 promille van het aankoopbedrag van de van een kotter gekochte zeevis met uitzondering van garnalen.

    • b. De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt € 0,0031 per kilogram gekochte garnalen.

    • c. De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt 0,98 promille van het aankoopbedrag van de van een trawler gekochte zeevis.

  • 3 De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder c, bedraagt 0,35 promille van het inkoopbedrag van de ingekochte vis of visproducten.

  • 4 De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder d, bedraagt € 130,00 per verkooppunt per kalenderjaar. Onder verkooppunt wordt onder meer verstaan een viswinkel, een webwinkel, een viskraam of een visverkoopwagen.

  • 5 Onverminderd het bepaalde in het derde lid, bedraagt de heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder e, 15 promille van het inkoopbedrag van de ingekochte maatjesharing.

  • 6

    • a. De waarde van de aangevoerde zeevis, als bedoeld in het eerste lid onder a, wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 4, eerste en tweede lid.

    • b. De waarde van de aangevoerde zeevis, als bedoeld in het eerste lid onder c, wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 4, derde lid.

    • c. De conversiefactor voor gepelde garnalen als bedoeld in het eerste lid onder b en in het tweede lid onder b, wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 4, vierde lid.

  • 7 Als aankoopbedrag van de al dan niet door tussenkomst van een afslag gekochte zeevis, als bedoeld in het derde lid, geldt de door de koper, voor de door hem betrokken zeevis, betaalde koopsom.

  • 8 Bij de bepaling van het inkoopbedrag, als bedoeld in het derde lid, wordt het deel van het inkoopbedrag van de zeevis of garnalen waarover reeds een heffing als bedoeld in het tweede lid is betaald door dezelfde heffingsplichtige ondernemer, in mindering gebracht.

  • 9 Vis en visproducten zijn voor een kleinhandelaar of een ondernemer, die dezelfde partij na be- of verwerking door een derde onverwijld weer heeft teruggekocht, éénmalig onderhevig aan een heffing als bedoeld in artikel 2, onder c. Op het inkoopbedrag, als bedoekt in het derde lid, dient derhalve het inkoopbedrag waarover reeds een heffing als bedoeld in artikel 2, onder c, is opgelegd aan de eerste koper, in mindering te worden gebracht.

  • 10 De ondernemer, die meent dat het achtste of negende lid van dit artikel van toepassing is en hier een beroep op doet, levert hiervan zelf schriftelijk het bewijs.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Indien de aangevoerde zeevis, bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, door tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis de op de afslag gemaakte bruto besomming.

  • 2 Indien de aangevoerde zeevis, bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, zonder tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis de door de koper, voor de aan hem verkochte zeevis, betaalde koopsom.

  • 3 looien de aangevoerde zeevis, bedoeld in artikel 3, eerste lid onder c, zonder tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis 70 % van de door de koper, voor de aan hem verkochte zeevis, betaalde koopsom.

  • 4 Indien de garnalen in gepelde toestand worden aangevoerd of in gepelde toestand worden gekocht van een aanvoerder, al dan niet door tussenkomst van een afslag, wordt het aantal aangevoerde of gekochte kilogrammen ter bepaling van de verschuldigde heffing(en) vermenigvuldigd met een factor 3.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2009, treedt deze in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt deze terug tot en met 1 januari 2010.

  • 2 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening financiering vispromotie 2010.

Rijswijk, 1 oktober 2009

B.J. Odink

voorzitter

D.A.M. Risseeuw

wnd. secretaris

Naar boven