Wijzigingswet Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2010. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2010 t/m heden

Wet van 18 maart 2010 tot wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling van de bekendmaking en de aanbiedingsprocedure in de Wet voorkeursrecht gemeenten verder te vereenvoudigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2010. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt de Wet voorkeursrecht gemeenten.]

Artikel IV

  • 1 Indien een verkoper de gemeente in de gelegenheid heeft gesteld een onroerende zaak te kopen als bedoeld in artikel 10 van de Wet voorkeursrecht gemeenten zoals deze gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft ten aanzien van de afhandeling van die koopprocedure van toepassing de Wet voorkeursrecht gemeenten zoals deze gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

  • 3 Indien een besluit tot aanwijzing of voorlopige aanwijzing van gronden genomen is voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft ten aanzien van de bekendmaking, inwerkingtreding en mededeling van dat besluit van toepassing de Wet voorkeursrecht gemeenten zoals deze gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

Artikel V

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel VI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld met uitzondering van artikel I, onderdeel Ea, onder 2, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 juli 2008.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 18 maart 2010

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. C. Huizinga-Heringa

Uitgegeven de tweeëntwintigste april 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven