Regeling schrijversbiografie

[Regeling vervallen per 01-10-2013.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-07-2009 t/m 30-09-2013

Regeling schrijversbiografie

Regeling van het bestuur van de Stichting Nederlands Letterenfonds als bedoeld in artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 5 lid 2 van het Algemeen reglement van de Stichting Nederlands Letterenfonds, afdeling Huddestraat.

1. Doelstelling

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

De regeling beoogt de ontwikkeling van het genre van de biografie, in het bijzonder de schrijversbiografie, te stimuleren en de interesse voor het Nederlands- en Friestalige literaire erfgoed te bevorderen door middel van het verstrekken van subsidies aan auteurs van schrijversbiografieën. De regeling wordt uitgevoerd op basis van een jaarlijks door het bestuur vast te stellen budget.

2. Waarvoor kan een biografie-subsidie worden aangevraagd?

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 2.1 De subsidie is bestemd voor de totstandkoming van biografieën met als onderwerp een Nederlandse schrijver of letterkundige die toonaangevend dan wel van groot belang is (geweest) voor de letterkunde in Nederland en/of Vlaanderen. Ook voor biografieën van niet-schrijvers kan een biografie-subsidie worden aangevraagd indien er sprake is van een grote literairhistorische betekenis van deze persoon voor het Nederlandse of Friese taalgebied. De biografie dient toegankelijk te zijn voor een breed geïnteresseerd publiek en te worden geschreven in de Nederlandse- of Friese taal.

  • 2.2 Het Nederlands Letterenfonds heeft een samenwerkingsverband met het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL). Ook het VFL heeft een subsidieregeling voor (schrijvers) biografieën. Indien het onderwerp van de biografie een Vlaamse schrijver of letterkundige betreft, kan een aanvraag worden gedaan bij het Vlaams Fonds voor de Letteren. Zie www.vfl.be. Gegevens over de ingediende biografie-aanvragen worden tussen de fondsen uitgewisseld.

  • 2.3 Subsidie kan worden gevraagd als bijdrage in de kosten voor onderzoek ten behoeve van de biografie of als bijdrage in de kosten van levensonderhoud in de periode dat de biograaf zich aan het project wijdt.

3. Aan welke formele vereisten moet het biografieproject voldoen?

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 3.1 Alleen biografieprojecten die gericht zijn op publicatie in boekvorm bij een professionele uitgeverij komen voor subsidie in aanmerking.

  • 3.2 Voor de biografie dient een uitgeverscontract te zijn afgesloten (voor Nederland het Modelcontract GAU/VvL en voor Vlaanderen een vergelijkbaar contract) of een schriftelijke toezegging van een uitgever te zijn opgesteld dat een dergelijk contract na ontvangst van het manuscript wordt afgesloten. Toezeggingen van een uitgever die tot stand komen doordat de auteur zelf bijdraagt in de productiekosten voldoen niet.

  • 3.3 De uitgever vermeldt in een schriftelijke verklaring het verwachtte jaar van publicatie en de oplage, die minimaal 750 exemplaren bedraagt, alsmede de verkrijgbaarheid van de publicatie in de reguliere boekhandel.

  • 3.4 Biografische schetsen die niet als zelfstandige publicatie verschijnen, maar bijvoorbeeld samen met een keuze uit het werk van de gebiografeerde, komen in beginsel niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3.5 Biografieën die tot stand komen binnen een universitair of wetenschappelijk werkverband komen in beginsel niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3.6 Werk in de vorm van redactie en samenstelling valt niet binnen het kader van deze regeling.

4. Door wie, wanneer en hoe en moet de aanvraag worden ingediend?

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 4.1 De aanvraag wordt door de biograaf zelf ingediend volgens een daartoe door het fonds vastgesteld aanvraagformulier.

  • 4.2 Aanvragen moeten ieder jaar uiterlijk op een sluitingsdatum worden ingediend. De sluitingsdatum wordt telkens in het begin van het jaar bekendgemaakt via de website van het Nederlands Letterenfonds, afdeling Huddestraat: www.fondsvoordeletteren.nl.

  • 4.3 Aanvragen verstuurd na de sluitingsdatum (c.f. poststempel) worden niet in behandeling genomen.

5. Het aanvraagdossier

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

De aanvraag bevat in ieder geval de volgende informatie:

  • 5.1 Inhoud project:

    • a. een schets van de gebiografeerde en een motivering van de keuze;

    • b. een omschrijving van de voorgenomen biografie, waarin met name omvang van het werk, werkwijze, werkhypothesen en theoretische uitgangspunten worden toegelicht;

    • c. een synopsis, bij voorkeur voorzien van (voorlopige) hoofdstukindeling.

  • 5.2 Informatie over het bronnenmateriaal:

    • a. welke bronnen worden gebruikt, toegang tot de archieven, toestemming van de rechthebbenden;

    • b. welke selectiecriteria worden gehanteerd.

  • 5.3 Tijdschema:

    • a. benodigde tijd voor research en schrijven;

    • b. benodigde tijd voor tekst/eindredactie;

    • c. verwacht tijdstip van publicatie.

  • 5.4 Motivering aanvraag: noodzakelijkheid van financiering van (een deel van) het biografieproject door het Nederlands Letterenfonds. Indien in de aanvraag om een onkostenvergoeding wordt gevraagd dient deze gespecificeerd te worden. Daarnaast dienen ook aanvragen bij andere fondsen en eventuele uitkomsten daarvan vermeld te worden.

  • 5.5 Beschrijving van kennis van het onderwerp, ervaring met archiefonderzoek en schrijfervaring vergezeld van representatieve (tijdschrift)publicaties over het te behandelen onderwerp, referenties e.d.

  • 5.6 Uitgeverscontract of schriftelijke toezegging van een uitgever (voor Nederland het Modelcontract GAU/VvL en voor Vlaanderen een vergelijkbaar contract), waarbij een redelijke oplage (minimaal 750 exemplaren) en verspreiding van de publicatie wordt gegarandeerd en waarin het verwachte jaar van publicatie wordt vermeld.

  • 5.7 Het aanvraagdossier wordt volledig, gedateerd en ondertekend toegezonden. De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking. Indien de informatie onvolledig is en dat – na de mogelijkheid tot aanvulling – blijft, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. Het fondssecretariaat behoudt zich het recht voor nadere informatie op te vragen.

6. Advisering door de Adviescommissie Biografie

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 6.1 Nadat is vastgesteld dat de aanvraag aan alle voorwaarden voor behandeling voldoet, wordt de beoordeling van de aanvragen voorbereid door een jaarlijks door het bestuur te benoemen Adviescommissie Biografie.

  • 6.2 Deze commissie bestaat uit drie leden waarvan er minimaal twee afkomstig zijn uit de Adviesraad van het Nederlands Letterenfonds.

  • 6.3 De commissie kan gebruik maken van adviezen van voor het onderwerp deskundige adviseurs.

7. Beoordelingscriteria

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 7.1 De aanvragen worden door de adviescommissie vergelijkenderwijs besproken en beoordeeld binnen het vastgestelde budget.

  • 7.2 Bij de beoordeling van de aanvragen wordt rekening gehouden met de volgende (combinatie van) factoren:

    • 7.2.1 verwachtingen die de adviescommissie heeft ten aanzien van de te verschijnen biografie, gebaseerd op:

      • a. het belang van het onderwerp voor de letterkunde in Nederland;

      • b. de motivering van de keuze voor de gebiografeerde;

      • c. de omschrijving en de (voorgenomen) aanpak van het project, alsook de synopsis;

      • d. de kennis van het onderwerp en eventueel vroeger biografisch onderzoek van de aanvrager;

      • e. essayistische ervaring en stilistische vaardigheid;

      • f. de planning van het project.

    • 7.2.2 noodzakelijkheid van (gedeeltelijke) financiering door het Nederlands Letterenfonds;

    • 7.2.3 de beschikbaarheid van andere fondsen c.q. subsidies voor het biografieproject.

8. Maximale hoogte biografiebeurs, stimuleringsbeurs

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 8.1 Een volledige biografiebeurs bedraagt maximaal € 40.000,–

  • 8.2 De commissie kan adviseren een talentvolle auteur met beperkte biografische ervaring een stimuleringssubsidie te verlenen om een deel van het onderzoek te laten uitwerken. Na voltooiing van dit deelonderzoek, kan de biograaf in een volgend jaar een vervolgsubsidie aanvragen. De totale subsidie zal niet meer bedragen dan € 40.000.–.

10. Bekendmaking van de besluiten

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 10.1 Het fonds streeft ernaar de definitieve beslissing binnen vier maanden na de sluitingsdatum schriftelijk bekend te maken.

  • 10.2 Een inhoudelijke motivering van het besluit wordt niet automatisch verstrekt. De aanvrager kan de motivering van het besluit opvragen binnen twee weken na bekendmaking van de beslissing.

  • 10.3 Toekenningen worden ook via een persbericht verspreid.

11. Uitbetaling

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 11.1 Bij honorering van de aanvraag wordt het verleende subsidiebedrag in minimaal twee termijnen bevoorschot. De biograaf kan schriftelijk verzoeken tot betaling van maximaal 75% van het bedrag als voorschot. De laatste 25% van het verleende bedrag wordt betaald na ontvangst door het Nederlands Letterenfonds van de gepubliceerde biografie.

  • 11.2 Subsidies van € 10.000,– of lager worden na aanvaarding van de subsidie in beginsel in hun geheel als voorschot betaald.

  • 11.3 Voor deze regeling geldt geen inkomensgrens.

12. Verplichtingen voor de biograaf

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

Aan de subsidieverlening zijn de volgende verplichtingen verbonden:

  • a. De biograaf dient de subsidie uitdrukkelijk aan te wenden voor het in de aanvraag omschreven biografieproject.

  • b. Bij wijzigen of staken van het project dient het Nederlands Letterenfonds onmiddellijk te worden ingelicht. De biograaf dient rekening te houden met de mogelijkheid dat hij/zij verplicht kan worden het reeds betaalde voorschot geheel of gedeeltelijk terug te betalen.

  • c. Jaarlijks dient de biograaf een schriftelijk verslag in te sturen met betrekking tot de voortgang van de werkzaamheden aan de biografie. Op grond van deze rapportage zal het Nederlands Letterenfonds zich een oordeel vormen over kwaliteit en voortgang van de werkzaamheden. Mocht de rapportage daartoe aanleiding geven dan kan om een mondelinge toelichting worden gevraagd.

  • d. Op basis van de resultaten van het gesprek kan het bestuur besluiten de middelen bestemd voor het vervolg van het project niet verder te bevoorschotten.

  • e. De biografie dient binnen tien jaar na verlening van de subsidie te zijn verschenen. Indien de biografie er na deze termijn nog niet is, zal het eventuele restant van het subsidiebedrag komen te vervallen en kan de biograaf verplicht worden het reeds uitbetaalde voorschot geheel of gedeeltelijk terug te betalen.

  • f. De biografie ten behoeve waarvan subsidie is verleend, dient zo spoedig mogelijk na publicatie (in drievoud) naar het Nederlands Letterenfonds te worden gestuurd.

  • g. In de biografie dient een vermelding te komen dat de publicatie mede tot stand is gekomen door een subsidie van het Nederlands Letterenfonds.

13. Regeling bij overlijden

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

Indien de schrijver overlijdt na verlening van de subsidie, maar voordat de biografie is afgerond, worden reeds betaalde voorschotten niet teruggevorderd. Op niet-uitbetaalde restanten van de subsidie kan geen aanspraak meer worden gemaakt.

14. Bezwaarprocedure

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

Tegen de subsidiebeslissingen kan een bezwaarschrift worden ingediend. De bezwaarprocedure is beschreven in het Algemeen reglement van het Nederlands Letterenfonds, afdeling Huddestraat.

15. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 01-10-2013]

  • 15.1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2009.

  • 15.2 De Meerjarige opdrachtregeling literaire non-fictie wordt met ingang van 1 juli 2009 ingetrokken. Een subsidie verleend onder de werking van de Meerjarige opdrachtregeling literaire non-fictie wordt beheerst door de bepalingen van die regeling.

  • 15.3 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling schrijversbiografie.

het

bestuur van het Fonds voor de Letteren

,
namens het bestuur:

M.F. van den Bergh

waarnemend directeur

Naar boven