Regeling versterking functiemix vo-leraren in de Randstadregio’s

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 januari 2010, nr. DL/A/182197, houdende regels voor aanvullende personele bekostiging voor de versterking van de functiemix van leraren in het voortgezet onderwijs in de Randstadregio’s 2010–2012 (Regeling versterking van functiemix leraren VO in de Randstadregio’s 2010–2012)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 85a van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bezoldigingsschaal: de salarisschaal volgens welke de betrokken leraar wordt bezoldigd;

  • Convenant Leerkracht van Nederland: tripartiete afspraken tussen de minister en de sociale partners in het primair en voortgezet onderwijs, als vastgelegd op 1 juli 2008 (Stcrt. 2009, 42);

  • functiemix: verdeling van leraren in voltijdequivalenten over de bezoldigingsschalen;

  • minister: Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

  • personeelsgegevens: personeelsgegevens als bedoeld in bijlage B bij het Convenant Leerkracht van Nederland en bijlage 1 bij het Besluit informatievoorziening WVO;

  • Randstadregio’s: verzameling van gemeenten op peildatum 1 oktober 2023 als opgenomen in bijlage 1;

  • school: een school of scholengemeenschap als bedoeld in artikel 1.1 van de wet, die wordt bekostigd op grond van de wet;

  • teldatum: 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de bekostiging wordt verstrekt;

  • vestiging: hoofdvestiging, nevenvestiging of tijdelijke nevenvestiging van een school als bedoeld in de artikelen 4.13, 4.14 en 4.16 van de wet, waarop leerlingen worden geteld ten behoeve van de bekostiging, op grond van artikel 6.12, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020;

  • wet: Wet voortgezet onderwijs 2020.

2. Hoofdlijnen

Artikel 2. Doelomschrijving

  • 1 De minister verstrekt in 2024 aanvullende bekostiging ter versterking van de functiemix binnen de Randstadregio’s door het verhogen van het aandeel leraren in voltijdequivalenten in bezoldigingsschaal LC.

  • 2 De aanvullende bekostiging wordt verstrekt op grond van de volgende aandachtspunten:

    • a. versterking van de functiemix in de Randstadregio’s maakt deel uit van de afspraken in het Convenant Leerkracht van Nederland van 1 juli 2008 over versterking van de landelijke functiemix.

    • b. in het Convenant Leerkracht van Nederland zijn prestatieafspraken vastgelegd voor de versterking van de functiemix in het voortgezet onderwijs in 2014 ten opzichte van de startmeting van 2008.

    • c. in het Convenant Leerkracht van Nederland is afgesproken dat de voortgang van deze prestatieafspraken jaarlijks zal worden gemonitord op school- en sectorniveau.

Artikel 3. Aanvullende bekostiging

De aanvullende bekostiging wordt verstrekt aan bevoegde gezagsorganen met één of meer scholen of vestigingen in de Randstadregio’s, die voldaan hebben aan de verplichte leveringen van personeelsgegevens over het afgelopen jaar.

Artikel 4. Berekening aanvullende bekostiging

  • 1 Voor de aanvullende bekostiging is in 2024 een bedrag van € 77.190.000 beschikbaar.

  • 2 De verstrekking van de aanvullende bekostiging vindt plaats per kalenderjaar.

  • 3 De aanvullende bekostiging wordt verdeeld naar rato van de bekostiging, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de wet, voor scholen of vestigingen in de Randstadregio’s. De aanvullende bekostiging wordt mede bepaald op basis van het aantal leerlingen van een school dat op de teldatum is ingeschreven op een vestiging gelegen binnen de Randstadregio’s ten opzichte van het totale aantal leerlingen dat op de teldatum is ingeschreven op alle scholen voor zover het de vestigingen betreft die zijn gelegen binnen de Randstadregio’s. Herrekening op basis van het door de instellingaccountant gevalideerde aantal leerlingen vindt niet plaats.

  • 4 De aanvullende bekostiging van een in aanmerking komende school wordt berekend op grond van de volgende formule:

    Xi= A * (Bi* LLri / LLi)/Σ(Bi * LLri/ LLi).

    De definitie van de verschillende componenten uit deze formule is als volgt:

    Xi = de aanvullende bekostiging voor een individuele school;

    A = het voor aanvullende bekostiging beschikbare bedrag, genoemd in het eerste lid;

    Bi = de bekostiging, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de wet, van school i in het betreffende kalenderjaar;

    LLri = de op de teldatum bekostigde leerlingen op de in de Randstadregio’s gelegen vestiging(en) van school i;

    LLi = de op de teldatum bekostigde leerlingen van school i;

    Σ(Bi * LLri/ LLi) = de integrale som van het product Bi * LLri/ LLi voor het totaal van alle voor aanvullende bekostiging als bedoeld in artikel 3 in aanmerking komende scholen.

Artikel 5. Vaststelling en betaling aanvullende bekostiging

  • 1 De aanvullende bekostiging wordt uiterlijk in de maand mei vastgesteld en deze wordt betaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang.

  • 2 Bij de eerste betaling wordt rekening gehouden met het moment van vaststellen. In de maand waarop de vaststelling en de eerste betaling plaatsvindt wordt ook de bekostiging van de eventueel voorafgaande maand of maanden betaald.

3. Verantwoording

Artikel 6. Besteding en verantwoording

  • 1 De aanvullende bekostiging wordt verstrekt ter dekking van de uitgaven die zijn verbonden aan het in de regeling omschreven doel. Terugvordering van de eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.

  • 2 De verantwoording van de aanvullende bekostiging geschiedt in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de aanvullende bekostiging.

Artikel 7. Informatieplicht

Het bevoegd gezag werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens de minister te voeren beleid.

4. Slotbepalingen

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft voor lopende bezwaren en beroepen.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling versterking functiemix vo-leraren in de Randstadregio’s.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Bijlage 1. Gemeenten in Randstadregio’s

Aalsmeer

Alblasserdam

Albrandswaard

Almere

Alphen aan den Rijn

Amersfoort

Amstelveen

Amsterdam

Baarn

Barendrecht

Beverwijk

Blaricum

Bloemendaal

Bodegraven-Reeuwijk

Bunnik

Bunschoten

Capelle aan den IJssel

De Bilt

De Ronde Venen

Delft

Diemen

Dordrecht

Edam-Volendam

Eemnes

Goeree-Overflakkee

Gooise Meren

Gorinchem

Gouda

's-Gravenhage

Haarlem

Haarlemmermeer

Hardinxveld-Giessendam

Heemskerk

Heemstede

Hendrik-Ido-Ambacht

Hillegom

Hilversum

Hoeksche Waard

Houten

Huizen

IJsselstein

Kaag en Braassem

Katwijk

Krimpen aan den IJssel

Krimpenerwaard

Landsmeer

Lansingerland

Laren

Leiden

Leiderdorp

Leidschendam-Voorburg

Leusden

Lisse

Lopik

Maassluis

Midden-Delfland

Molenlanden

Montfoort

Nieuwegein

Nieuwkoop

Nissewaard

Noordwijk

Oegstgeest

Oostzaan

Ouder-Amstel

Oudewater

Papendrecht

Pijnacker-Nootdorp

Purmerend

Ridderkerk

Rijswijk

Rotterdam

Schiedam

Sliedrecht

Soest

Stichtse Vecht

Teylingen

Uitgeest

Uithoorn

Utrecht

Utrechtse Heuvelrug

Velsen

Vijfheerenlanden

Vlaardingen

Voorne aan Zee

Voorschoten

Waddinxveen

Wassenaar

Waterland

Westland

Wijdemeren

Wijk bij Duurstede

Woerden

Wormerland

Woudenberg

Zaanstad

Zandvoort

Zeist

Zoetermeer

Zoeterwoude

Zuidplas

Zwijndrecht

Naar boven