Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ 2010

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2012

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. het jaar t: het kalenderjaar waarop de uitkering betrekking heeft;

    • b. het jaar t + 1: het op het jaar t volgende kalenderjaar;

    • c. het jaar t + 3: het jaar dat ligt 3 jaar na het jaar t;

    • d. AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

    • e. AFBZ: Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten.

Artikel 2. Uitkering voorschotten

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

Het college keert voorschotten uit aan de zorgverzekeraars en de verbindingskantoren, bedoeld in de AWBZ, op de uitkeringen die zij ingevolge artikel 91, derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen van het college ontvangen en die het college uitkeert op grond van de artikelen 4.2, 4.4, zesde lid en 4.5, derde lid van het Besluit Wfsv voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen respectievelijk voor beheerskosten.

Artikel 3. Vaststelling voorschotten beheerskosten

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

  • 1 Het college stelt de voorschotten voor de beheerskosten voor de zorgverzekeraars en de verbindingskantoren vast.

  • 2 De voorschotten bedragen, behoudens afrondingsverschillen, ten hoogste het voor de zorgverzekeraars en verbindingskantoren voor het jaar t vastgestelde budget beheerskosten ingevolge de AWBZ.

Artikel 4. Betaling voorschotten beheerskosten in termijnen

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

  • 1 De betaling van het voorschot, bedoeld in artikel 3, tweede lid, geschiedt in twaalf maandelijkse gelijke termijnen en vangt aan in de maand februari van het jaar t met als betaaldag de eerste werkdag van de maand.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan het college een voorschot dat minder dan 3.000 euro bedraagt, in één termijn betalen, met als betaaldag de eerste werkdag van de maand juli van het jaar t.

  • 3 Voor een zorgverzekeraar, die zich na 1 januari van het jaar t bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) meldt op grond van artikel 33 AWBZ, kan van het eerste en tweede lid worden afgeweken.

Artikel 5. Vaststelling voorschotten kosten verstrekkingen en vergoedingen

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

Voor kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge de AWBZ die de zorgverzekeraar of het verbindingskantoor zelf rechtstreeks betaalt, kan het college ambtshalve of op verzoek een bedrag vaststellen waarmee het voorschot, bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt verhoogd. Hierbij gaat het college uit van de som van de kosten van verstrekkingen en vergoedingen, zoals het college die ingevolge artikel 56 AWBZ per kwartaal of per jaar voor het jaar t opvraagt.

Artikel 6. Afstorting overschotten AWBZ

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

Het CAK stort de opbrengsten van bijdragen voor zorg zonder verblijf wekelijks in het AFBZ af. De afstorting geschiedt met valuta de tweede werkdag van de eerstvolgende week na de week waarin de opbrengsten zijn ontvangen.

Artikel 7. De voorlopige vaststelling en uitkering van kosten van verstrekkingen en vergoedingen

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

  • 1 Uiterlijk op de eerste werkdag in oktober van het jaar t+1 stelt het college de uitkering voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen voorlopig vast.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid gaat het college voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge de AWBZ voor de zorgverzekeraar uit van de som van:

    • a. het saldo van de kosten van rechtstreeks met het AFBZ te verrekenen kosten en opbrengsten van zorgaanspraken die de zorgverzekeraar aan het college voor het jaar t opgeeft;

    • b. de door de zorgverzekeraar over het jaar t opgegeven rentebaten.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid gaat het college voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge de AWBZ voor de verbindingskantoren uit van de som van:

    • a. het saldo van de kosten van rechtstreeks met het AFBZ te verrekenen kosten en opbrengsten van zorgaanspraken die het verbindingskantoor aan het college voor het jaar t opgeeft;

    • b. de opbrengsten van eigen bijdragen in het kader van de bijzondere ziektekostenverzekering.

  • 4 Het college keert de voorlopig vastgestelde uitkering voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge de AWBZ uit onder verrekening van de in jaar t verstrekte voorschotten, als bedoeld in artikel 5.

Artikel 8. De definitieve vaststelling en uitkering kosten van verstrekkingen en vergoedingen

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

  • 1 Uiterlijk in het jaar t + 3 stelt het college de uitkering kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge de AWBZ definitief vast.

  • 2 Het college betaalt het verschil tussen het bedrag van de definitieve vaststelling en voorlopig vastgestelde uitkering ingeval van een positief saldo voor het verbindingskantoor of de zorgverzekeraar uit. Indien de verschillen bedoeld in de vorige volzin tot een negatief saldo leiden, vordert het college het verschil van het verbindingskantoor of de zorgverzekeraar terug.

Artikel 9. Rente

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

  • 1 Indien het nader vastgestelde beheerskostenbudget hoger is dan de uitgekeerde voorschotten, betaalt het college de zorgverzekeraar of het verbindingskantoor het verschil vermeerderd met de rentekosten en indien het nader vastgestelde budget lager is dan de uitgekeerde voorschotten vordert het college het verschil, vermeerderd met de rentekosten, beide met ingang van 1 juli van het jaar t tot de datum van betaling.

  • 2 Indien het definitief vastgestelde beheerskostenbudget hoger is dan het nader vastgestelde beheerskostenbudget, betaalt het college de zorgverzekeraar of het verbindingskantoor het verschil vermeerderd met de rentekosten en indien het definitief vastgestelde budget lager is dan het nader vastgestelde budget vordert het college het verschil, vermeerderd met de rentekosten.

  • 3 Voor een zorgverzekeraar, waarvoor krachtens artikel 4, derde lid, een afwijkende bevoorschotting heeft plaatsgevonden, wordt de toepassing van hetgeen hiervóór in het eerste lid is bepaald, aan die bevoorschotting aangepast.

  • 4 Bij de betaling van het bedrag van de voorlopige vaststelling van de kosten van verstrekkingen en vergoedingen brengt het college aan het verbindingskantoor of de zorgverzekeraar met ingang van de betaaldatum van het voorschot rente in rekening, voor zover het voorschot de werkelijke kosten van verstrekkingen en vergoedingen, die het verbindingskantoor of de zorgverzekeraar aan het college voor het jaar t opgeeft, overschrijdt.

Artikel 10. Berekening hoogte rente

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

  • 1 Voor het rentepercentage voor de uitkering beheerskosten wordt uitgegaan van het gemiddelde van de maandrentes van het Euro InterbankOffered Rate (Euribortarief) voor driemaands termijngelden zonder onderpand over de onderscheiden periodes, bedoeld in het eerste lid. Voor de laatste kalendermaand vóór de betaling wordt uitgegaan van de rente over de voorafgaande kalendermaand. Het percentage wordt voor de in het eerste lid, onder a en b bedoelde kosten verhoogd met 0,3 procentpunt bij aan de zorgverzekeraar te betalen verschillen. Het percentage wordt voor de in het eerste lid, onder a, b en c bedoelde kosten verlaagd met 0,3 procentpunt bij door de zorgverzekeraar te betalen verschillen. Voor de in het eerste lid, onder c, bedoelde af te storten overschotten wordt het percentage verminderd met 0,3 procentpunt, met dien verstande dat voor zover en voor zolang de zorgverzekeraar met de afstorting in verzuim is, vanaf de datum van verzuim het percentage wordt vermeerderd met 0,3 procentpunt.

  • 2 De rente betreft een samengestelde rente en wordt op maandbasis berekend. Bij de berekening wordt een maand op 30 en een jaar op 360 dagen gesteld.

  • 3 Indien de situatie zich voordoet dat het in deze paragraaf bedoelde Euribortarief niet meer kan worden toegepast, zal een zoveel als mogelijk overeenkomstig tarief worden gehanteerd.

  • 4 Voor het rentepercentage voor de uitkering voor de kosten van verstrekkingen en vergoedingen wordt uitgegaan van de wettelijke rente.

Artikel 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 12. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 11-02-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2013]

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ 2010.

Voorzitter Raad van Bestuur

,

P.C. Hermans

Naar boven