Instellingsbesluit Commissie Associate degree

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 02-12-2009 t/m heden

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 november 2009, nr. HO&S/BL/165742, houdende instelling van de Commissie Associate degree (Instellingsbesluit Commissie Associate degree)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • b. staatssecretaris: Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • c. commissie: commissie als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1 Er is een Commissie Associate degree.

  • 2 De commissie heeft tot taak het beoordelen van en het uitbrengen van advies over aanvragen voor pilots met Associate-degreeprogramma’s .

  • 3 De adviezen worden uitgebracht aan de minister, de staatssecretaris en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel 3. Samenstelling en benoeming

  • 1 Tot leden van de commissie worden benoemd:

    • a. dhr. dr. J.W.A. van Dijk, tevens voorzitter;

    • b. dhr. drs. G.M. van Wijk;

    • c. dhr. drs. W.A. Houtkoop.

  • 2 Bij tussentijds vertrek van één van de leden kan de minister een ander lid benoemen.

  • 3 Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door de directie Hoger Onderwijs & Studiefinanciering van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 4. Vergoeding

  • 1 De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting aan de minister aan.

  • 2 Onder de in het eerste lid bedoelde kosten worden in ieder geval verstaan de kosten voor vergaderen en materiële ondersteuning en een vergoeding voor door de leden van de commissie te maken reiskosten.

Artikel 5. Werkwijze

De commissie kan zich laten bijstaan door externe deskundigen. Indien hieraan kosten zijn verbonden, dient de minister daaraan vooraf goedkeuring te geven.

Artikel 6. Informatieplicht

De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen.

Artikel 7. Geheimhouding

  • 1 De commissie neemt geheimhouding in acht ten aanzien van alle informatie die in het kader van dit besluit bekend wordt en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.

  • 2 De commissie zorgt ervoor dat door een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de commissie, geheimhouding in acht wordt genomen ten aanzien van alle informatie die in het kader van dit besluit bekend wordt en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.

Artikel 8. Archiefbescheiden

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan de directie Hoger Onderwijs & Studiefinanciering.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2009.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven