Wijzigingswet Wet op het financieel toezicht, enz. (implementatie Richtlijn nr. 2007/64/EG)

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2011 t/m heden

Wet van 15 oktober 2009 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en de Wet inzake geldtransactiekantoren en intrekking van de Wet op het grensoverschrijdend betalingsverkeer ter implementatie van richtlijn nr. 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PbEU L 319)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat richtlijn nr. 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende betalingsdiensten in de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PbEU L 319), welke voorziet in een vergunningenstelsel voor betaaldienstverleners, informatieverplichtingen omtrent betaaldiensten en rechten en plichten van verleners en gebruikers van betaaldiensten, in Nederland dient te worden geïmplementeerd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 2 en het Burgerlijk Wetboek Boek 7.]

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.]

Artikel VII

  • 3 Onverminderd het eerste lid is het verbod, bedoeld in artikel 2:3a, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht niet van toepassing op financiële ondernemingen die voor 25 december 2007 overeenkomstig die wet betalingsverrichtingen uitvoerden en die voldoen aan de voorwaarden van artikel 24, eerste lid, eerste alinea, onderdeel e, van de richtlijn nr. 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (PbEU L 77).

  • 4 Een in het derde lid bedoelde onderneming stelt de Nederlandsche Bank voor 25 december 2009 van deze werkzaamheden in kennis en toont daarbij aan dat wordt voldaan aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels.

Artikel VIII

In afwijking van artikel 537 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek kunnen een betaler en zijn betaaldienstverlener tot 1 januari 2012 een termijn van ten hoogste drie werkdagen overeenkomen. Deze termijn kan voor betalingstransacties die op papier worden geïnitieerd, met nogmaals een werkdag worden verlengd.

Artikel IX

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 november 2009. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 november 2009, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 15 oktober 2009

Beatrix

De Minister van Financiën,

W. J. Bos

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de negenentwintigste oktober 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven