Besluit van 6 augustus 2009, houdende vaststelling van het Besluit identiteitsvaststelling
verdachten en veroordeelden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 17 april 2009, directie Wetgeving,
nr. 5596690/09/6;
Gelet op de artikelen 27b, tweede, vierde en vijfde lid, en 55c, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 28, zesde lid, van de Penitentiaire beginselenwet, artikel 22, vijfde lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, artikel 33, zesde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, en artikel 17, eerste en zesde lid, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
De Raad van State gehoord (advies van 3 juni 2009, nr. W03.09.0137/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 3 augustus 2009, directie
Wetgeving, nr. 5606689/09/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: