15.01, lid 1, onder c
|
Niet van toepassing zijn van art. 8.08, lid 2, 2e zin
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.01, lid 1, onder d
|
Niet van toepassing zijn van art. 9.14, lid 3, 2e zin, bij nominale spanningen boven
50 V
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.01, lid 2, onder c
|
Verbod van oliekachels met verdampingsbranders bedoeld in art. 13.04
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.01, lid 2, onder d
|
Verbod van verwarmingen met vaste brandstoffen bedoeld in art. 13.07
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
Het voorschrift geldt niet voor vaartuigen met voortstuwingsinstallaties die werken
met vaste brandstoffen (stoommachines).
|
15.01, lid 2, onder e
|
Verbod van vloeibaargasinstallaties bedoeld in hoofdstuk 14
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045. De
overgangsbepaling geldt slechts wanneer er alarminstallaties bedoeld in art. 15.15,
lid 9, aanwezig zijn.
|
15.02, lid 2
|
Aantal en plaats van de schotten
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.02, lid 5, 2e zin
|
Indompelingsgrenslijn indien geen schottendek
|
Voor passagiersschepen waarvan de kiel is gelegd vóór 1.1.1996 geldt het voorschrift
bij N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.02, lid 10, onder c
|
Duur van het sluiten door afstandsbediening
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.02, lid 12
|
Alarminstallatie in het stuurhuis die aangeeft welke schottendeur open is
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek
|
15.02, lid 15
|
Hoogte van de dubbele bodem, breedte van dubbele wanden
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.03, lid 1 t/m 6
|
Stabiliteit van het onbeschadigde schip
|
N.V.O., en bij verhoging van het toegelaten aantal passagiers uiterlijk bij verlenging
van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.03, lid 7 en 8
|
Lekstabiliteit
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
lid 9
|
Lekstabiliteit
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
|
Omvang recht omhoog van het lek in de bodem
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045.
|
|
|
Voor schepen met een waterdicht dek op een afstand van ten minste 0,50 m en minder
dan 0,60 m van de scheepsbodem, aan welke voor het eerst een certificaat van onderzoek
vóór 31.12.2005 werd afgegeven, geldt N.V.O.
|
|
2-compartimentstaturs
|
N.V.O.
|
10 t/m 13
|
lekstabiliteit
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.05, lid 2, onder a
|
Aantal passagiers waarvoor een verzamelruimte bedoeld in art. 15.06, lid 8, is aangetoond
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.05, lid 2, onder b
|
Aantal passagiers waarvoor de stabiliteitsberekening bedoeld in art. 15.03 is uitgevoerd
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06 lid 1, 1e zin
|
Passagiersverblijven op alle dekken achter het aanvaringsschot en vóór het achterpiekschot
|
N.V.O. uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06 lid 1, 2e zin
|
Eisen aan dekzones die overdekt zijn
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek
|
15.06, lid 2
|
Kasten en ruimten bedoeld in art. 11.13 voor brandbare vloeistoffen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.06, lid 3, onder c, 1e zin
|
Vrije hoogte van uitgangen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 3, onder c, 2e zin
|
Vrije breedte van deuren van hutten voor passagiers en andere kleine verblijven
|
Voor de breedte van 0,7 m geldt N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat
van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 3, onder f, 1e zin
|
Afmeting van de nooduitgangen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 3, onder g
|
Uitgangen die zijn bestemd voor gebruik door personen met beperkte mobiliteit
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 4, onder d
|
Deuren die zijn bestemd voor gebruik door personen met beperkte mobiliteit
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 5
|
Eisen aan verbindingsgangen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 6, onder b
|
Vluchtwegen naar verzamelruimten
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 6, onder c
|
Vluchtwegen niet door keukens
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2020
|
15.06, lid 6, onder d
|
Geen gangen met klimtreden, ladders e.d. in vluchtwegen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 7
|
Geschikt veiligheidsgeleidesysteem
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.06, lid 8
|
Eisen aan verzamelruimten
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 9
|
Eisen aan trappen en portalen in het gedeelte voor passagiers
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 10, onder a, 1e zin
|
Reling volgens de Europese norm EN 711 : 1995
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 10, onder a, 2e zin
|
Hoogte van relingen en verschansingen van dekken die door personen met beperkte mobiliteit
worden gebruikt
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 10, onder b, 2e zin
|
Vrije breedte van openingen die voor het embarkeren van personen met beperkte mobiliteit
worden gebruikt
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 12
|
Loopplanken overeenkomstig de Europese norm EN 14206 : 2003
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.06, lid 13
|
Doorgangsruimten en wanden van doorgangsruimten die zijn bestemd voor het gebruik
door personen met beperkte mobiliteit
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 14, 1e zin
|
Vervaardiging van glazen deuren, glazen wanden van doorgangsruimten en vensterruiten
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 15, onderdeel a
|
Eisen aan opbouwen die volledig of waarvan de daken uit panoramaruiten bestaan
|
N.V.O. uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
|
Eisen aan overdekkingen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek
|
15.06, lid 16
|
Drinkwaterinstallaties overeenkomstig art. 12.05
|
N.V.O., uiterlijk 31.12.2006
|
15.06, lid 17, 2e zin
|
Eisen aan toiletten voor personen met beperkte mobiliteit
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 18
|
Ventilatiesysteem voor hutten zonder vensters die geopend kunnen worden
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.06, lid 19
|
Eisen van art. 15.06 aan ruimten waarin bemanning of boordpersoneel is ondergebracht
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.07
|
Eisen aan het voortstuwingssysteem
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2020
|
15.08, lid 2
|
Eisen aan luidsprekerinstallaties in het passagiersgedeelte
|
Voor passagiersschepen met LWL van minder dan 40 m of voor ten hoogste 75 personen geldt het voorschrift bij N.V.O.,
uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.08, lid 3,
onder a
|
Eisen aan de alarminstallatie waarmee passagiers, bemanningsleden en leden van het
boorpersoneel de leiding van het schip kunnen alarmeren
|
Voor schepen voor dagtochten geldt het voorschrift bij N.V.O., uiterlijk bij verlenging
van het certificaat van onderzoek na 1.1.2020
|
onder b
|
Een alarminstallatie waarmee de scheepsleiding de passagiers kan waarschuwen
|
Voor schepen voor dagtochten geldt het voorschrift bij N.V.O., uiterlijk bij verlenging
van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
onder c
|
Alarminstallatie voor het waarschuwen van de bemanning en het boordpersoneel door
de scheepsleiding
|
Voor hotelschepen geldt het voorschrift bij N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het
certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
|
|
Voor passagiersschepen geldt het voorschrift bij N.V.O., uiterlijk bij verlenging
van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.08, lid 4
|
Bilge-alarm voor iedere waterdichte afdeling
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.08, lid 5
|
Twee gemotoriseerde lenspompen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.08, lid 6
|
Vast geïnstalleerd lenssysteem
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.08, lid 7
|
Van binnen uit kunnen openen van deuren van koelruimten
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.08, lid 8
|
Automatische ventilatie voor CO2 kast installaties in ruimten
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.08, lid 9
|
Verbandtrommels
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.09, lid 1, 1e zin
|
Reddingsboeien
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.09, lid 2
|
Individuele reddingsmiddelen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.09, lid 3
|
Inrichtingen voor het veilig van boord brengen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.09, lid 4
|
Individuele reddingsmiddelen voor 100% van de passagiers overeenkomstig de Europese
norm EN 395 : 1998, EN 396: 1998, EN ISO 12402-3: 2006 of EN ISO 12402-4: 2006
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
|
Soort reddingsmiddelen
|
Voor passagiersschepen die voor 1.1.2005 met gemeenschappelijke reddingsmiddelen waren
uitgerust, worden deze als alternatief voor de individuele reddingsmiddelen beschouwd.
Voor passagiersschepen die voor 1.1.2005 met gemeenschappelijke reddingsmiddelen overeenkomstig
art. 15.09, lid 6, waren uitgerust, worden deze tot aan de verlenging van het certificaat
van onderzoek na 1.1.2010 als alternatief voor de individuele reddingsmiddelen beschouwd.
|
15.09, lid 9
|
Testen van reddingsmiddelen volgens de indicaties van de fabrikant
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.09, lid 10
|
Bijboot uitgerust met motor en verstelbare schijnwerper
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.09, lid 11
|
Draagbaar
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.10, lid 2
|
Art. 9.16, lid 3, geldt ook voor gangen en ruimten waar passagiers verblijven
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.10, lid 3
|
Voldoende noodverlichting
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.10, lid 4
|
Noodstroominstallatie
|
Voor schepen voor dagtochten met LWL van 25 m of minder geldt het voorschrift bij N.V.O., uiterlijk bij verlenging van
het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.10, lid 4, onder f
|
Noodstroom voor schijnwerpers bedoeld in art. 10.02, lid 2, onder i
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.10, lid 4, onder i
|
Noodstroom voor liften en hefinrichtingen bedoeld in art. 15.06, lid 9, 2e zin
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.10, lid 6
|
|
|
15.10, lid 6, 1e zin
|
scheidingsvlakken bedoeld in art. 15.11, lid 2
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.10, lid 6, 2e en 3e zin
|
inbouw van de kabels
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.10, lid 6, 4e zin
|
noodstroominstallatie boven de indompelingsgrenslijn
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.11, lid 1
|
Technische geschiktheid op het gebied van brandbescherming van materialen en onderdelen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 2
|
Uitvoering van scheidingsvlakken
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 3
|
In ruimten met uitzondering van machinekamers en voorraadruimten toegepaste oppervlak
behandeling en bedekking van dekken, evenals in volzin 2 bedoelde voorwerpen moeten
moeilijk ontvlambaar zijn
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.11, lid 4
|
Plafonds en stofferingen van wanden van onbrandbaar materiaal
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 5
|
Meubels en constructies in verzamelruimten van onbrandbaar materiaal
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 6
|
Brandtestmethode volgens de Code
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 7
|
Isolatiemateriaal in verblijfsruimten onbrandbaar
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 7a
|
Dekzeilen of dergelijke mobiele inrichtingen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek
|
15.11, lid 8
|
Eisen aan deuren in scheidingsvlakken
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 9
|
Wanden van dek tot dek als bedoeld in het tweede lid
|
Op hotelschepen zonder sprinkler-installatie eindigen van de wanden tussen hutten:
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.11, lid 10
|
Scheidingsvlakken
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 11
|
Tochtkleppen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 12
|
Traptreden van staal of een ander gelijkwaardig onbrandbaar materiaal
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 13
|
Omgeven van inwendig gelegen trappen door wanden als bedoeld in het tweede lid
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 14
|
Ventilatie- en airconditioningsystemen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 15
|
Ventilatiesystemen in keukens en keukenfornuizen met afzuiging
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 16
|
Controleposten, trappenschachten, verzamelruimten en rookafzuiginrichtingen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.11, lid 17
|
Brandmeldsysteem
|
Voor schepen voor dagtochten: N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat
van onderzoek na 1.1.2010
|
15.12, lid 1, onder c
|
Draagbare blustoestellen in keukens
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek
|
15.12, lid 2, onder a
|
Tweede bluspomp
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.12, lid 3, onder b en c
|
Druk en lengte van de waterstralen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.12, lid 4
|
Aansluitingen van blusinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.12, lid 5
|
Axiaal aangebrachte haspel
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2007
|
15.12, lid 6
|
Materialen, bescherming tegen uitvallen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.12, lid 7
|
Vermijden van de mogelijkheid dat pijpleidingen en blusinstallaties bevriezen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.12, lid 8, onder b
|
Onafhankelijk functioneren van bluspompen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.12, lid 8, onder c
|
Lengte van waterstralen op alle dekken
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.12, lid 8, onder d
|
Opstelling van bluspompen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.12, lid 9
|
Brandblusinstallatie in machinekamers
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2015
|
15.13
|
Veiligheidsorganisatie
|
Voor schepen voor dagtochten: N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat
van onderzoek na 1.1.2007
|
15.14, lid 1
|
Verzameltanks voor afvalwater of zuiveringsinstallaties
|
Voor hotelschepen met niet meer dan 50 bedden en voor schepen voor dagtochten: N.V.O.,
uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.14, lid 2
|
Eisen aan verzameltanks voor afvalwater
|
Voor hotelschepen met niet meer dan 50 bedden en voor schepen voor dagtochten met
niet meer dan 50 passagiers: N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat
van onderzoek na 1.1.2045
|
15.15, lid 1
|
Lekstabiliteit
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2045
|
15.15, lid 5
|
Aanwezig zijn van een bijboot, een platform of een vergelijkbare inrichting
|
Voor passagiersschepen die zijn toegelaten voor ten hoogste 250 passagiers of 50 bedden:
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.15, lid 6
|
Aanwezig zijn van een bijboot, een platform of een vergelijkbare inrichting
|
Voor passagiersschepen die zijn toegelaten voor ten hoogste 250 passagiers of 50 bedden:
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2010
|
15.15, lid 9
|
Alarminstallaties voor vloeibaargasinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van de aantekening bedoeld in art. 14.15
|
16.01, lid 3, laatste zin
|
Eisen met betrekking tot aandrijvingen
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het certificaat van onderzoek na 1.1.2035
|