Besluit toevoeging mediation

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Besluit van 4 mei 2009, houdende regels met betrekking tot de verlening van een toevoeging ten behoeve van mediation, de eigen bijdrage in geval van mediation op basis van een toevoeging alsmede de vaststelling van de vergoeding voor op basis van een toevoeging verleende mediation (Besluit toevoeging mediation)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 23 maart 2009, nr. 5593413/09/6;

Gelet op artikel 33e, eerste en derde lid, juncto de artikelen 12, derde lid, 25, zesde lid, 28, tweede lid, 34, vierde lid, 34a, vierde lid, 34d, derde lid, 35, 37, tweede en vijfde lid, en 41 van de Wet op de rechtsbijstand;

De Raad van State gehoord (advies van 15 april 2009, nr. W03.09.0101/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 24 april 2009, nr. 5599234/09/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 2. Toevoeging ten behoeve van mediation

Artikel 3

De artikelen 8 tot en met 10 van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en artikel 1 van het Besluit omschrijving indexcijfer zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vaststelling van de financiële draagkracht van een rechtzoekende met het oog op de verlening van een toevoeging ten behoeve van mediation.

Hoofdstuk 3. Eigen bijdrage van rechtzoekenden

Artikel 4

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2021. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 De eigen bijdrage die een natuurlijk persoon verschuldigd is voor de verlening van mediation op basis van een toevoeging, bedraagt € 115 [Red: per 1 januari 2024: € 121] .

  • 2 In afwijking van het eerste lid bedraagt de eigen bijdrage die een natuurlijk persoon in een zaak verschuldigd is voor de verlening van mediation, ongeacht de duur van de verlening van mediation, € 53,– [Red: per 1 januari 2024: € 61] , indien:

    • a. uitsluitend zijn inkomen of vermogen in aanmerking wordt genomen en het inkomen ten hoogste € 16 800,– [Red: per 1 januari 2024: € 22.100] bedraagt; of

    • b. in andere gevallen, het inkomen ten hoogste € 23 400,– [Red: per 1 januari 2024: € 30.700] bedraagt.

  • 3 De eigen bijdrage, die een rechtspersoon verschuldigd is voor de verlening van mediation op basis van een toevoeging, bedraagt € 105,– [Red: per 1 januari 2024: € 121] .

Artikel 5

Indien een toevoeging ten behoeve van mediation wordt verleend in een zaak waarin reeds een toevoeging ten behoeve van rechtsbijstand is verleend, is de rechtzoekende voor de verlening van mediation op basis van eerstgenoemde toevoeging geen eigen bijdrage verschuldigd.

Hoofdstuk 4. Vergoeding voor het verrichten van mediation

Artikel 7

  • 1 Een mediator ontvangt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit een vergoeding voor het verlenen van mediation op basis van een toevoeging.

  • 2 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, omvat:

    • a. de overeenkomstig dit besluit vastgestelde vergoeding voor het verrichten van mediationwerkzaamheden;

    • b. de overeenkomstig dit besluit vastgestelde vergoeding voor bepaalde kosten en het tijdverlet in verband met reizen voor de desbetreffende zaak; en

    • c. de omzetbelasting die is verschuldigd over de vergoedingen, bedoeld in de onderdelen a en b.

Artikel 8

  • 1 Aan een zaak waarin aan een of meer rechtzoekenden een toevoeging ten behoeve van mediation is verleend, wordt per rechtzoekende vijf punten, met een maximum van tien punten per zaak, toegekend.

  • 2 Aan een zaak waarin aan een of meer rechtzoekenden een eerste toevoeging ten behoeve van mediation voor echtscheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap met nevenvorderingen of beëindiging samenwoning is verleend, wordt het aantal toe te kennen punten, bedoeld in het eerste lid, één maal met vier punten verhoogd, indien die mediation mede is verleend met het oog op een gezags- of omgangsregeling of een financiële bijdrage ten behoeve van één of meer minderjarige kinderen.

  • 3 Indien in een zaak als resultaat van de mediation een vaststellingsovereenkomst is gesloten, die met het oog op de definitieve afhandeling van de zaak op grond van de wet in een rechterlijke uitspraak dient te worden opgenomen, wordt het aantal toe te kennen punten, bedoeld in het eerste lid, één maal met twee en een half verhoogd.

Artikel 9

  • 2 Voor de kosten die worden gemaakt voor reizen ten behoeve van de verlening van mediation, bedoeld in het eerste lid, wordt een kilometervergoeding toegekend overeenkomstig het tarief dat voor de vergoeding voor reiskosten in het binnenland voor het gebruik van eigen vervoer indien het reizen met openbaar vervoer praktisch is, in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn wordt verleend. Artikel 25, vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10

De artikelen 28, eerste lid, 29, 30 en 31 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vaststelling van de vergoeding van een mediator, met dien verstande dat:

  • a. de mediator bij zijn aanvraag tot vaststelling van de vergoeding, indien als resultaat van de mediation een vaststellingsovereenkomst is gesloten en een rechtzoekende uit hoofde hiervan een vordering met betrekking tot een geldsom ter hoogte van tenminste 50% van het drempelbedrag, genoemd in artikel 9.4a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft, van deze vordering melding maakt; en

  • b. de vergoeding wordt vastgesteld met inachtneming van artikel 7, eerste tot en met derde lid, van dit besluit.

Artikel 11

  • 1 Het bestuur betaalt overeenkomstig de vaststelling, bedoeld in artikel 10, de vergoeding aan de mediator.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 mei 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie

,

N. Albayrak

Uitgegeven de veertiende mei 2009

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven