U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2010.]Geraadpleegd op 29-03-2024. Geldend van 11-03-2009 t/m 31-12-2009
Instellingsbesluit Commissie Onderzoek rijksbijdrage werkplaatsfunctie
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
b. commissie: de commissie bedoeld in artikel 2.
1 Er is een commissie Onderzoek rijksbijdrage werkplaatsfunctie.
2 De commissie heeft tot taak het onderzoek naar de rijksbijdrage werkplaatsfunctie te begeleiden.
De commissie wordt ingesteld met ingang van heden en wordt uiterlijk opgeheven per 1 januari 2010.
De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.
1 Tot leden van de commissie worden benoemd:
a. mevr. prof. dr. P.L. Meurs, voorzitter;
b. drs. P.W. Doop;
c. drs. A.M. Koster RC;
d. mevr. drs. G.J.M. van den Maagdenberg;
e. drs. J.W. Meinsma.
2 De commissie draagt zorg voor een eigen ondersteuning.
3 Ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn toehoorder bij de commissie.
4 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.
1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast binnen de kaders van dit instellingsbesluit.
2 De commissie of een deel van de commissie overlegt periodiek met de opdrachtgever en vertegenwoordigers van VWS en de NFU.
De commissie brengt uiterlijk 1 januari 2010 een rapport uit dat een goed onderbouwd inzicht biedt in de kosten die betrekking hebben op de werkplaatsfunctie voor de studenten geneeskunde (onderwijs) en het onderzoek. Het betreft hier de middelen die de acht academische ziekenhuizen jaarlijks van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ontvangen via de Rijksbijdrage aan de betrokken universiteiten.
De voorzitter en andere leden van de commissie, voor zover geen ambtenaar, ontvangen per vergadering een beloning op basis van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen, waarbij de commissie als zware commissie in de zin van het Vacatiegeldenbesluit 1988 wordt aangemerkt.
De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:
a. de kosten voor vergaderingen;
b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigen;
c. de kosten voor publicatie van de notitie.
De commissie biedt de minister een rapport aan waaruit blijkt dat zij aan haar taak zoals genoemd in artikel 2 heeft voldaan.
Een ieder die betrokken is geweest bij de werkzaamheden van de commissie en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
De notitie die door de commissie wordt vervaardigd wordt niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht.
De leden van de commissie werken mee aan het tot stand komen van een overeenkomst indien dit naar het oordeel van de minister noodzakelijk is om te komen tot het kosteloos overdragen aan de minister van rechten met betrekking tot intellectueel eigendom.
De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Hoger Onderwijs en Studiefinanciering van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2010.
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Onderzoek rijksbijdrage werkplaatsfunctie.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
minister
R.H.A. Plasterk
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Instellingsbesluit Commissie Onderzoek rijksbijdrage werkplaatsfunctie", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.