Beleidsregel bekostiging als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging van dislocaties VO

[Regeling vervallen per 02-08-2013.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-02-2009 t/m 01-08-2013

Beleidsregel van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 januari 2009, nr. VO/FBI/2008/4465, houdende criteria voor het bekostigen als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging van dislocaties in het voortgezet onderwijs (Beleidsregel bekostiging als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging van dislocaties VO)

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Artikel 2. Bekostiging als tijdelijke nevenvestiging van dislocaties gelegen op een afstand van minder dan 3 kilometer van de hoofdvestiging

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

  • 1 Het bevoegd gezag van de school of scholengemeenschap dat bekostiging als tijdelijke nevenvestiging wenst van een dislocatie gelegen op een afstand van minder dan 3 kilometer van de hoofdvestiging in een tijdelijke nevenvestiging, dient daartoe een aanvraag in. Bij de aanvraag wordt een verklaring gevoegd van de desbetreffende gemeente met de bevestiging dat de tijdelijke nevenvestiging zal voorzien in de tijdelijke huisvestingsbehoefte van de hoofdvestiging van de school of scholengemeenschap.

  • 2 Het bevoegd gezag dient de aanvraag voor het bekostigen als tijdelijke nevenvestiging van een dislocatie met ingang van 1 augustus 2009 voor 1 maart 2009 en voor latere jaren voor 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de bekostiging aanvangt, in bij de CFI, Unit OND, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Aanvragen ingediend na 1 maart 2009 of 1 november van enig jaar, worden niet in behandeling genomen.

  • 3 De minister neemt een besluit over de aanvraag voor het bekostigen als tijdelijke nevenvestiging van een dislocatie met ingang van 1 augustus 2009 voor 1 juli 2009 en voor de aanvragen in latere jaren voor 1 mei volgend op de aanvraag. Indien het besluit niet voor 1 juli 2009 of voor 1 mei in de latere jaren kan worden genomen, stelt CFI de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij een termijn waarbinnen het besluit wel tegemoet kan worden gezien.

  • 4 De bekostiging vangt aan met ingang van 1 augustus van enig jaar doch uiterlijk 1 augustus 2013.

  • 5 Voor het indienen van de aanvraag wordt uitsluitend gebruik gemaakt van het volledig ingevulde aanvraagformulier CFI- 58013 dat bij CFI kan worden aangevraagd of worden gedownload via de website van CFI.

Artikel 3. Bekostiging als nevenvestiging van dislocaties zonder instroom in het eerste leerjaar, gelegen op een afstand van 3 kilometer of meer van de hoofdvestiging

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

  • 1 Het bevoegd gezag van de school of scholengemeenschap dat de bekostiging als nevenvestiging wenst van een dislocatie

    • a. zonder instroom in het eerste leerjaar,

    • b. gelegen op een afstand van 3 kilometer of meer van de hoofdvestiging en

    • c. verbonden aan de hoofdvestiging of een nevenvestiging met spreidingsnoodzaak, dient daartoe een aanvraag in.

  • 3 Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt afgewezen als de bekostiging als nevenvestiging leidt tot meer dan tien procent leerlingverlies bij een vestiging van een omliggende school of scholengemeenschap, tenzij het bevoegd gezag van de omliggende school of scholengemeenschap heeft verklaard, daarmee in te stemmen. Het bevoegd gezag van de omliggende school of scholengemeenschap toont de gevolgen voor het leerlingenaantal van zijn school of scholengemeenschap aan overeenkomstig de methodiek zoals opgenomen in de bijlage.

Artikel 4. Bekostiging als nevenvestiging van dislocaties met instroom in het eerste leerjaar, gelegen op een afstand van 3 kilometer of meer van de hoofdvestiging

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

  • 1 Het bevoegd gezag van de school of scholengemeenschap dat de bekostiging als nevenvestiging wenst van een dislocatie

    • a. met instroom in het eerste leerjaar,

    • b. gelegen op een afstand van 3 kilometer of meer van de hoofdvestiging en

    • c. verbonden aan de hoofdvestiging of aan een nevenvestiging met spreidingsnoodzaak, dient daartoe een aanvraag in.

  • 2 Indien uit een beschikking van de minister voor de desbetreffende dislocatie blijkt dat instroom in het eerste leerjaar is toegestaan, is artikel 2, tweede tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 3 Indien uit een beschikking van de minister voor de desbetreffende dislocatie niet blijkt dat instroom in het eerste leerjaar is toegestaan, is artikel 3, tweede tot en met vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Onderwijsaanbod op dislocaties bij een aanvraag om bekostiging als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

  • 1 De aanvragen, bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4, vermelden het volledige aanbod van afsluitend onderwijs op de dislocatie in het schooljaar waarin de bekostiging als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging wordt verzocht.

  • 2 Indien de goedkeuringsbeschikking van de minister voor de desbetreffende dislocatie aanwezig is, kan bij bekostiging als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging van een dislocatie het afsluitend onderwijs worden verzorgd

    • a. overeenkomstig het afsluitend onderwijs in de beschikking van de minister voor de desbetreffende dislocatie,

    • b. doch ten hoogste overeenkomstig de vermelding omtrent het afsluitend onderwijs in het eerste lid.

  • 3 Indien de goedkeuringsbeschikking van de minister voor de desbetreffende dislocatie niet aanwezig is, kan bij bekostiging als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging van een dislocatie het afsluitend onderwijs worden verzorgd

    • a. overeenkomstig het afsluitend onderwijs dat is toegestaan op de hoofdvestiging of de nevenvestiging met spreidingsnoodzaak waaraan de dislocatie verbonden is,

    • b. doch ten hoogste overeenkomstig de vermelding omtrent het afsluitend onderwijs in het eerste lid.

Artikel 6. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7. Geldigheidsduur

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Deze beleidsregel vervalt met ingang van 2 augustus 2013.

Artikel 8. Citeertitel

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel bekostiging als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging van dislocaties VO.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Bijlage

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Berekening leerlingverlies

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Bij een aanvraag op grond van artikel III, negende lid, van de wet van 1 juli 2008, wordt het leerlingverlies bij een vestiging van een school of scholengemeenschap van een bevoegd gezag als volgt berekend. In het volgende wordt onder een school tevens een scholengemeenschap verstaan.

a. Algemeen

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Op basis van het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag wordt het leerlingverlies voor een vestiging van een omliggende school berekend door – op basis van de kortste afstand, hemelsbreed gemeten – de leerlingen per schoolsoort toe te rekenen aan de vestiging van de school, die ontstaat na omzetting van de dislocatie, van de aanvrager of aan de vestiging van de omliggende school.

b. Nadere uitwerking berekeningsmethode

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Het leerlingverliespercentage wordt gelijkgesteld aan het leerlingverliespercentage van de betreffende vestiging, berekend op basis van leerjaar drie. Dit houdt in, dat het leerlingverliespercentage in leerjaar één gelijkgesteld wordt aan dat voor leerjaar drie. Bij een categoriale school wordt het leerlingverlies berekend op basis van leerjaar twee.

c. Vermindering leerlingverlies in geval dat de aanvraag uitgaat van een andere richting dan de bestaande school

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Van het leerlingverlies zoals berekend op grond van de berekeningsmethode onder a en b wordt 25% afgetrokken als de omliggende school waarvoor dat verlies is berekend van een andere richting is dan de school die zijn dislocatie wil omzetten.

d. Rekenvoorbeeld

[Regeling vervallen per 02-08-2013]

Stel school A wenst bekostiging van een dislocatie met havo afsluitend onderwijs als een nevenvestiging met instroom in het eerste leerjaar. Op korte afstand ligt vestiging 02 van school B (B02). Gelet op de kortste afstand kan het leerlingverlies voor de vestiging B02 voor havo, leerjaar één berekend worden op 50 leerlingen (12,5% van de 400 leerlingen die de havo op die vestiging telt).

Vestiging B02 omvat naast havo ook een andere schoolsoort namelijk vwo. Het aantal leerlingen van B02 is 660 voor havo en vwo. Het leerlingverliespercentage voor de vestiging met havo en vwo is 50 gedeeld door 660 is 7,5%. Een eventueel bezwaar van het bevoegd gezag van school B tegen de uitbreiding wordt dan niet gehonoreerd.

Naar boven