Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Besluit van 15 december 2008 tot aanwijzing van voorschriften en vaststelling van boetetarieven als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdelen a en b, en zevende lid, van de Gemeentewet (Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 november 2008, nr. 2008-0000547516;

Gelet op artikel 154b, eerste en zevende lid, van de Gemeentewet, artikel 74c, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht en artikel 257b van het Wetboek van Strafvordering;

De Raad van State gehoord (advies van 26 november 2008, nr. W04.08.0491/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 december 2008, nr. 2008-0000597650;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit en de daarbij behorende bijlage wordt verstaan onder:

Artikel 2

Geen bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van voorschriften als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdeel a, van de wet, voor zover die voorschriften betrekking hebben op:

  • a. samenscholingen en ongeregeldheden;

  • b. betogingen op openbare plaatsen;

  • c. vechten op straat;

  • d. het meevoeren van inbrekerswerktuigen of van voorwerpen die er kennelijk toe zijn uitgerust om het plegen van winkeldiefstallen te vergemakkelijken;

  • e. het meevoeren van steekwapens;

  • f. het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;

  • g. bedelen;

  • h. bestrijding van heling van goederen;

  • i. hinderlijk drankgebruik;

  • j. het gebruik van verdovende middelen, met uitzondering van cannabis;

  • k. drugshandel op straat.

Artikel 3

Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van voorschriften als bedoeld in artikel 154b, eerste lid, onderdeel b, van de wet, voor zover die voorschriften betrekking hebben op:

  • a. het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen;

  • b. het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen;

  • c. het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen;

  • d. buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu;

  • e. het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte;

  • f. het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan;

  • g. het door de eigenaar plaatsen van afvalbakken bij een inrichting voor het verbruiken van eet- en drinkwaren;

  • h. het door de verspreider opruimen van weggeworpen reclamebiljetten of ander promotiemateriaal;

  • i. het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen;

  • j. het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen;

  • k. het zich ontdoen van een autowrak, afkomstig uit een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Artikel 4

  • 1 Bij overtreding van een voorschrift, genoemd in de bijlage van dit besluit, is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat in de bijlage is opgenomen bij het desbetreffende voorschrift.

  • 2 De boetebedragen, genoemd in de bijlage, gelden voor natuurlijke personen.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 december 2008

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Uitgegeven de vierentwintigste december 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte

 

Boete in euro’s

A. Voorschrift uit de plaatselijke verordening

 
   

A.1

 

Op door het college aangewezen openbare plaatsen gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden

140

   

A.2

 

Zonder vergunning op een openbare plaats als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbieden

180

   

A.3

 

Als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids ten behoeve van publiek optreden op of aan door de burgemeester aangewezen openbare plaats, waar dit niet is toegestaan

180

   

A.4

 

De weg of een weggedeelte anders gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, waardoor

 

– aan de weg schade wordt toegebracht of kan worden toegebracht

230

– de bruikbaarheid van de weg wordt belemmerd of kan worden belemmerd

230

– het beheer of onderhoud van de weg wordt belemmerd of kan worden belemmerd

230

   

A.5

 

Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan (bijv. terrasverbod, reclameborden)

230

   

A.6

 

Een winkelwagentje na gebruik onbeheerd op een openbare plaats achterlaten

90

   

A.7

 

Zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld

90

   

A.8

 

Zonder een vergunning of in afwijking van een vergunning een evenement organiseren

90

   

A.9

 

als houder van een openbare inrichting na sluitingstijd

 

– die inrichting voor bezoekers geopend hebben

280

– in die inrichting bezoekers laten verblijven

280

   

A.10

 

Zich als bezoeker in een openbare inrichting bevinden

 

– na sluitingstijd

90

– gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn

90

   

A.11

 

Een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is bekrassen of bekladden

140

   

A.12

 

Op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken aanplakken of op andere wijze aanbrengen

140

   

A.13

 

Aanplakborden gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame

140

   

A.14

 

Als houder van een schriftelijke toestemming niet voldoen aan de verplichting om op eerste vordering van een opsporingsambtenaar de schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats/dat gedeelte van een onroerende zaak ter inzage af te geven

90

   

A.15

 

Op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap vervoeren of bij zich hebben

140

   

A.16

 

Op een openbare plaats klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining, andere afsluiting, verkeersmeubilair of daarvoor niet bestemd straatmeubilair

90

   

A.17

 

Op een openbare plaats zich zodanig ophouden dat voor andere gebruikers of bewoners van nabij die plaats gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt

140

   

A.18

 

Zonder redelijk doel zich in een portiek of poort ophouden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of liggen

90

   

A.19

 

Zonder redelijk doel zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van dat gebouw

90

   

A.20

 

(in of op) een portaal, telefooncel, wachtlokaal voor openbaar vervoer, parkeergarage, rijwielstalling of een andere voor het publiek toegankelijke ruimte

 

– zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden

140

– verontreinigen

140

– voor een ander doel gebruiken dan waarvoor die ruimte bestemd is

90

   

A.21

 

Als persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied alcoholhoudende drank nuttigen

90

   

A.22

 

Als persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben

90

   

A.23

 

Op (of aan) een openbare plaats een (brom)fiets plaatsen of laten staan tegen een raam, raamkozijn, deur of gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek

 

– in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek

45

– waardoor die ingang wordt versperd

45

   

A.24

 

Een (brom)fiets op een door het college aangewezen plaats onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen laten staan

45

   

A.25

 

Op uren en/of plaatsen die door het college of de burgemeester zijn aangewezen zich met een fiets of bromfiets bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt

45

   

A.26

 

Zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophouden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich daarin bevindende persoon te bespieden

140

   

A.27

 

Een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker of ander optisch instrument bespieden

140

   

A.28

 

Als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen op

 

– een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

90

– een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats

140

– een weg zonder dat de hond is voorzien van een identificatiemerk dat de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen

90

– een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar

90

– een door het College aangewezen plaats buiten de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

90

   

A.29

 

als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven of laten lopen op een openbare plaats of op een terrein van een ander

 

– terwijl na schriftelijke aanzegging van het college deze hond niet kort is aangelijnd

230

– terwijl na schriftelijke aanzegging van het college deze hond niet kort is aangelijnd en gemuilkorfd

230

– zonder dat deze hond is voorzien van een afleesbare microchip met uniek identificatienummer dat in verband met het gedrag van de hond is verstrekt

230

   

A.30

 

Als degene die buiten een inrichting de zorg heeft voor een dier, niet voorkomen dat dit dier voor de omgeving (geluid)hinder veroorzaakt

140

   

A.31

 

Als rechthebbende op herkauwende dieren, eenhoevige dieren of varkens die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden, niet voldoen aan de verplichting om zodanige maatregelen te treffen dat dit vee die weg niet kan bereiken

140

   

A.32

 

Consumentenvuurwerk gebruiken op een door het college aangewezen plaats waar dit gebruik verboden is

100

   

A.33

 

Op een openbare plaats consumentenvuurwerk gebruiken terwijl dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken

100

   

A.34

 

Binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte doen buiten een daarvoor bestemde plaats

140

   

A.35

 

Buiten een daartoe bestemd kampeerterrein kampeermiddelen plaatsen of geplaatst houden ten behoeve van recreatief nachtverblijf

140

   

A.36

 

De weg als slaapplaats gebruiken

140

   

A.37

 

Met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een door het college aangewezen gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan

 

a. voor gezagvoerders en schippers

90

b. voor een ieder

90

   

A.38

 

Het zonder ontheffing/vergunning van het College/bevoegd gezag varen, doen of laten varen met enig (motor)vaartuig

 

a. voor gezagvoerders en schippers

90

b. voor een ieder

90

   

A.39

 

Varen, doen of laten varen zonder dat de ontheffing/ vergunning in het (motor)vaartuig aanwezig is of zonder dat de corresponderende sticker op de juiste wijze is bevestigd

 

a. voor gezagvoerders en schippers

90

b. voor een ieder

90

   

A.40

 

Als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden

140

   

A.41

 

Zich zonder redelijk doel aan een vaartuig in openbaar water vasthouden, daarop klimmen of zich daarop of daarin begeven of bevinden

90

   

A.42

 

Rijden of zich bevinden met een motorvoertuig/(brom)fiets of een paard binnen een voor publiek toegankelijk natuurgebied, park, plantsoen of voor recreatief gebruik beschikbaar terrein

 

a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen

140

b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen

140

c. voor bromfietsers en snorfietsers

95

d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor

55

e. voor overige weggebruikers

55

   

A.43

 

Zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken

45

   

A.44

 

Met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook

 

a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen

140

b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen

140

c. voor bromfietsers en snorfietsers

95

d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor

55

e. voor overige weggebruikers

55

   

A.45

 

Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied anders dan tot doel van dagrecreatie

140

   

A.46

 

Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastgestelde periode te bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan

90

   

A.47

 

Op een openbare plaats binnen een door het College aangewezen gebied softdrugs gebruiken

90

   

A.48

 

Door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten bewegen, uitnodigen of aanlokken tot het gebruik maken van diensten van een prostituee

 

– buiten de door het college aangewezen wegen of gebieden

230

– buiten de door het college vastgestelde tijden

230

   

A.49

 

Als degene aan wie dit door de burgemeester in het belang van de openbare orde of zedelijkheid is bekendgemaakt, zich anders dan in een openbaar middel van vervoer, bevinden op of aan de door de burgemeester aangewezen wegen en/of gebieden gedurende de uren daarbij genoemd

370

   

A.50

 

Zonder vergunning een openbare inzameling van geld of goederen houden of daartoe een intekenlijst aanbieden

140

   

A.51

 

Venten op door het college aangewezen (verboden) openbare plaatsen

140

   

A.52

 

Venten op door het college aangewezen (verboden) dagen of uren

140

   

A.53

 

Zonder vergunning op of aan de weg of openbaar water dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats een standplaats innemen of hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden

140

   

B. Voorschrift uit de plaatselijke verordening (milieu)

 
   

B.1

 

Als particulier buiten een inrichting toestellen of geluidsapparaten in werking hebben of handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt

140

   

B.2

 

In/op een bos, heide, veengrond, duingebied dan wel binnen een afstand van dertig meter daarvan

 

– roken gedurende een door het college aangewezen periode

140

– in de openlucht brandende dan wel smeulende voorwerpen wegwerpen/laten vallen of liggen

280

   

B.3

 

Als degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft, niet voldoen aan de verplichting ervoor zorg te dragen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd van die openbare plaats

140

   

B.4

 

In de openlucht vuur aanleggen, stoken of hebben

280

   

C. Voorschrift uit de afvalstoffenverordening, voor zover betrekking hebbend op:

 
   

C.1

 

Het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

140

   

C.2

 

Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

90

   

C.3

 

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

140

   

C.4

 

Buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu

370

   

C.5

 

Het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte

140

   

C.6

 

Het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan

230

   

C.7

 

Het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen

370

   

C.8

 

Het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen

230

   

C.9

 

Het zich ontdoen van een autowrak, afkomstig uit een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken

370

Naar boven