Bijlage
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
II. Achtergrond: internationale millennium ontwikkelingsdoelen
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De internationaal overeengekomen leidraad voor ontwikkeling wordt gevormd door de
acht Millennium Development Goals (MDG’s). Het Nederlandse kabinet heeft deze millennium
ontwikkelingsdoelen onderschreven. In het coalitieakkoord van het kabinet Balkenende
IV is afgesproken dat Nederland zich extra zal inzetten om de achterstanden bij het
behalen van deze doelen in 2015 te verminderen. Binnen het kabinet voert de Minister
voor Ontwikkelingssamenwerking de regie over de Nederlandse inzet op de MDG’s en coördineert
hij de internationale inzet van de Nederlandse overheid op dit terrein.
Naast een kabinetsbrede inzet wil de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking ook de
samenleving betrekken bij het behalen van de MDG’s. Veel bedrijven, organisaties,
instellingen, particulieren én Ministers en Staatssecretarissen onderstreepten dit
op 30 juni 2007 op Schokland door een Akkoord van Schokland te ondertekenen, met daarin
concrete plannen of afspraken over hun inzet voor één of meer MDG’s.
III. Schoklandakkoord mesofinanciering
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Eén van de akkoorden van Schokland is het Akkoord over mesofinanciering, dat door
18 bedrijven en instellingen is ondertekend. De aanleiding voor dit akkoord was het
feit dat het midden- en kleinbedrijf in veel ontwikkelingslanden moeite heeft om financiering
te krijgen voor investeringen. Met de ondertekenaars van dit mesofinancieringsakkoord
is afgesproken dat Vietnam en enkele andere landen als pilotland kunnen fungeren voor
de ontwikkeling van vernieuwende projecten voor het bereiken van grotere toegang tot
mesofinanciering. Onder mesokredieten worden verstaan leningen aan kleinschalige bedrijven
die niet bediend worden door microkredietinstellingen of banken, het zogenaamde ‘missende
middensegment’.
In opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is vervolgens een verkennende
studie voor Vietnam opgesteld. Deze studie laat zien dat het klimaat voor kredietverlening aldaar aanmerkelijk is
verbeterd. Het bleek in Vietnam goed mogelijk te zijn mesofinanciering te bevorderen
door het aanbieden van technische assistentie aan banken en het verbeteren van opleidingen
voor personeel werkzaam in de financiële sector. Niettemin is door een gebrek aan
informatie en daardoor aan vertrouwen bij zowel banken als bedrijven toegang tot mesokrediet
nog steeds beperkt. Andere kansrijke landen voor mesofinanciering zijn Georgië en
Mozambique. Net zoals in Vietnam is hier voortgang geboekt bij de versterking van
wet- en regelgeving en de centrale bank. Ook is er sprake van een beter klimaat voor
kleinere ondernemers.
IV. Doel
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
In het kader van het Schoklandakkoord over mesofinanciering wil de Minister de ontwikkeling
van kredietmogelijkheden voor midden- en kleinbedrijf en/of de financiële dienstverlening
aan het midden- en kleinbedrijf bevorderen ten einde het behalen van het eerste millennium
ontwikkelingsdoel dichterbij te brengen; dit MDG-1 betreft het aantal mensen dat in
extreme armoede leeft in 2015 minstens tot de helft terug te brengen ten opzichte
van 1990. De Minister heeft daarvoor middelen beschikbaar: het Fonds Mesofinanciering.
In totaal stelt de Minister voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit
tot en met 31 december 2012 maximaal € 3 miljoen beschikbaar voor pilotprojecten op
het gebied van mesofinanciering in Vietnam, Georgië en Mozambique. Bij gebleken succes
zal dit subsidiekader kunnen worden benut voor een mogelijk vervolg in andere landen.
Onderscheidend karakter met het Schoklandfonds
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De criteria die gelden voor een subsidie uit dit voor projecten in Georgië, Mozambique
en Vietnam beschikbaar gestelde Fonds Mesofinanciering zijn specifieker dan de criteria
die gelden voor een subsidie uit het Schoklandfonds. Een aanvraag voor een subsidie uit het Fonds Mesofinanciering dient een bijdrage
te leveren aan het behalen van het hiervoor genoemde eerste millennium ontwikkelingsdoel.
De aanvraag moet duidelijk maken hoe het project bijdraagt aan ruimere kredietverlening
en daarmee aan de vermindering van armoede in de doellanden. Het gaat bij deze subsidies
om kleinschaliger interventies, die in afwijking van het Schoklandfonds ook kunnen
gaan om directe samenwerking tussen twee partijen.Ten slotte wordt beoogd dat de activiteiten
geschikt zijn voor duurzame commerciële voortzetting.
V. Maatstaven
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
In aanvulling op de bepalingen van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse
Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 gelden gelet op het voorgaande daarom de volgende maatstaven.
1. Aanvrager
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De aanvrager is een Nederlandse rechtspersoon, maakt deel uit van een samenwerkingsverband
(zie daarover meer in onderdeel 2 van deze paragraaf), is penvoerder en is, indien
de aanvraag wordt gehonoreerd, de subsidieontvanger. Op deze subsidieontvanger komen
alle aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen te rusten, onverschillig welke
van de deelnemers feitelijk de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is
verleend ter hand neemt.
Indien sprake is van meerdere Nederlandse samenwerkingspartners dient bij de aanvraag
uiteraard eveneens duidelijk te zijn welke van de Nederlandse deelnemers als penvoerder
optreedt.
2. Samenwerkingsverband
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Een samenwerkingsverband bestaat uit ten minste twee, rechtspersonen, waaronder ten
minste één Nederlandse partij en één partner uit de doellanden Georgië, Mozambique
of Vietnam. Het moet gaan om een samenwerkingsverband van organisaties zoals banken,
participatiefondsen, stichtingen, als ook financiële instellingen zonder bankvergunning.
De partners van het samenwerkingsverband die de activiteiten zullen uitvoeren dienen
te beschikken over de voor het project benodigde relevante expertise, hetgeen dient
te worden aangetoond in de aanvraag.
3. Drempelcriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Om in aanmerking te komen voor een subsidie uit het Fonds Mesofinanciering dient een
aanvraag in elk geval te voldoen aan de volgende drempelcriteria:
-
a. de looptijd van de activiteiten beslaat maximaal 36 maanden;
-
b. de activiteiten vinden plaats in de doellanden Georgië, Mozambique of Vietnam;
-
c. de activiteiten strekken tot of zijn dienstig aan kredietverlening aan kleinschalige
ondernemingen en/of de verbetering van de financiële dienstverlening door lokaal gevestigde
financiële instellingen, inclusief kredietverleninginstanties, aan het midden- en
kleinbedrijf.
Ad c. Kredietverlening en financiële dienstverlening
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De subsidie is bedoeld voor het creëren van randvoorwaarden voor goede kredietverlening
en het katalyseren van risicokapitaal bij financiële instellingen ten behoeve van
het lokale midden- en kleinbedrijf. De subsidiegelden zijn niet bedoeld voor kredietverlening
zelf. Ook kan de subsidie worden aangewend voor de verbetering van financiële dienstverlening
aan het midden- en kleinbedrijf zolang het uiteindelijke doel is de verbetering van
de financiële positie voor kleinschalige ondernemingen.
4. Toetsingscriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Aanvragen die voldoen aan de drempelcriteria dienen, om in aanmerking te komen voor
subsidie uit het Fonds Mesofinanciering, tevens te voldoen aan de volgende toetsingscriteria:
-
a. de activiteiten dragen aantoonbaar, effectief en rechtstreeks bij aan het behalen
van het eerste millennium ontwikkelingsdoel in 2015;
-
b. de aanvraag heeft een innovatief en/of experimenteel karakter, dat wil zeggen sluiten
niet aan bij lopende activiteiten van donoren of financiële instellingen, en werken
katalyserend voor kredietverstrekking en/of betere financiële diensten voor het midden-
en kleinbedrijf;
-
c. de activiteiten bieden uitzicht op zelfstandige commerciële voortzetting na afloop
van het project;
-
d. de samenwerkingspartners voorzien in een substantiële eigen bijdrage van ten minste
50% van de kosten van de activiteiten;
-
e. de activiteiten kunnen niet worden gefinancierd door middel van commerciële financiering;
-
f. de lokale kredietverleningsinstantie ziet toe op respectering van sociale en milieustandaarden
door de kleinschalige ondernemingen die leningen ontvangen.
Ad b. Innovatief
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen initiatieven een innovatief karakter
te hebben. Zij moeten in de lokale situatie vernieuwend zijn of iets nieuws bieden
in vergelijking met hetgeen al wordt verricht in het kader van het vergroten van de
toegang van het midden- en kleinbedrijf tot financiële diensten. Van initiatieven
wordt verwacht dat een nieuwe aanpak, nieuwe werkwijze, nieuwe middelen en/of technologie
wordt, respectievelijk worden ingezet. De vernieuwing kan ook zijn gelegen in het
samenwerken met nieuwe partners, in het bijzonder partners die zich in hun normale
werkzaamheden niet met ontwikkelingssamenwerking bezig houden.
Ad c. Zelfstandige commerciële voortzetting
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Subsidies uit het Fonds Mesofinanciering zijn bedoeld als aanjaagsubsidie; de activiteiten
dienen op termijn commercieel haalbaar te zijn.
Ad d. Substantiële eigen bijdrage
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De eigen bijdrage van de samenwerkingspartners beslaat ten minste ten minste 50% van
de kosten van het initiatief. Er wordt van alle deelnemende partners een eigen bijdrage
verwacht en deze kan onder andere worden geleverd door de inzet van personeel en de
beschikbaarstelling van trainingsfaciliteiten en andere operationele kosten.
Ad e. Additionaliteit
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De indiener is niet in staat commerciële financiering voor het gehele project te verkrijgen.
De subsidie is met andere woorden additioneel aan wat commerciële partijen nu bereid
zijn te ondernemen in de doellanden.
Ad f. Sociale en milieustandaarden
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De kredietverlenende instantie in de doellanden levert een bijdrage aan het vermijden
van milieuschade of schenden van wetgeving op het terrein van arbeidsomstandigheden.
5. Omvang subsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Uit het hiervoor genoemde vereiste dat samenwerkingsverbanden zelf minstens 50% van
de kosten van een initiatief moeten bijdragen vloeit voort dat een subsidie uit het
Fonds Mesofinanciering niet meer bedraagt dan maximaal 50% van de kosten van een initiatief.
Bovendien geldt dat een subsidie uit het Fonds Mesofinanciering minimaal € 300.000,–
en maximaal € 1.000.000,– bedraagt. Aanvragen die minder respectievelijk meer vragen
dan deze bedragen komen niet in aanmerking voor subsidie.
6. Subsidiabele kosten
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De volgende kosten zijn subsidiabel:
-
– personele-, reis- en verblijfkosten van Nederlandse en lokale experts;
-
– kosten van zaalhuur, tolk- en vertaalkosten;
-
– kosten van publicaties en andere voorlichtingsmaterialen;
-
– kosten voor de aanschaf van apparatuur en software.
Niet subsidiabel zijn kosten gemaakt voor de opstelling van het subsidievoorstel.
7. Niet voor subsidie in aanmerking komen:
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
-
– activiteiten gericht op wetenschappelijk onderzoek;
-
– activiteiten gericht op één beperkte groep ondernemers;
-
– activiteiten waarvoor al eerder een subsidie rechtstreeks of middellijk door het Ministerie
van Buitenlandse Zaken is verstrekt.
8. Aanvraag
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Voor het indienen van een aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een aanvraagformulier.
Dit formulier kan worden verkregen via www.evd.nl/mesofinanciering. Ook kan het worden
opgevraagd bij de EVD, telefoonnummer 070 – 7788167. De aanvraag dient te worden gestuurd
naar EVD, Juliana van Stolberglaan 148, 2595 CL, Den Haag. Het aanvraagformulier vermeldt
welke bescheiden dienen te worden gevoegd bij de aanvraag.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 25 tot en met 28 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de bescheiden genoemd op het aanvraagformulier betreft het in elk geval:
-
– een uitgewerkt projectplan;
-
– een logisch denkraam (‘logical framework’) dat inzicht biedt in de beoogde doelstelling
(maximaal één doelstelling per project) en de verwachte resultaten (maximaal vier)
met bijbehorende meetbare indicatoren. De beoogde resultaten dienen specifiek, meetbaar,
uitvoerbaar, realistisch en tijdgebonden gedefinieerd te zijn;
-
– een tijdpad waarlangs de resultaten zullen worden gerealiseerd (met zogenaamde mijlpalen,
‘milestones’);
-
– in geval van meerjarige activiteiten een meerjarenplan;
-
– een inzichtelijke begroting, incl. de eigen bijdrage van de samenwerkingspartners
in de kosten van het initiatief;
-
– een duidelijke omschrijving van de onderscheiden rollen, bijdragen en activiteiten
van de samenwerkingspartners binnen het project;
-
– een specificatie van de inzet van in te zetten experts, voorzien van CV’s. De voorgestelde
tarieven van de experts zullen worden beoordeeld aan de hand van de bijgeleverde CV’s
danwel aan de hand van bijgeleverde en door de bevoegde personeelsfunctionaris ondertekende
bruto jaarinkomensformulieren wanneer er sprake is van personeel in loondienst van
de subsidieaanvrager.
De aanvraag dient te zijn opgesteld in de Engelse taal.
Tegelijk dient een elektronische kopie van de schriftelijke aanvraag (exclusief bijlagen)
te worden gezonden naar het e-mail adres mesofinanciering@info.evd.nl.
Voor nadere informatie omtrent het subsidiekader, de aanvraag en de beoordelingsprocedure
is een handleiding opgesteld die kan worden verkregen via www.evd.nl/mesofinanciering.
Deze bevat onder andere de bij de aanvraag te hanteren kostentarieven en kostenberekeningswijzen.
VI. Beoordelingsprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Het Fonds Mesofinanciering wordt namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
uitgevoerd door de EVD, agentschap van het Ministerie van Economische Zaken en de
uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor internationaal ondernemen en samenwerken.
De aanvragen zullen door de EVD worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst aan
de hand van de hiervoor opgenomen maatstaven. De EVD kan hiervoor gebruik maken van
deskundige adviseurs en zal de aanvragen ter advies voorleggen aan de Nederlandse
ambassades in het betreffende doelland. De aanvragen zullen ter goedkeuring voorgelegd
worden aan de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Indien op eenzelfde dag ingediende
aanvragen in geval van verlening van de gevraagde subsidie overuitputting van het
subsidieplafond zouden doen ontstaan, zullen de beschikbare gelden naar rato worden
verdeeld.