Besluit bestrijdingsmaatregelen Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2008

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 25-09-2011 t/m 31-12-2014

Besluit van het bestuur van het Productschap Vee en Vlees van 11 juni 2008 houdende bestrijdingsmaatregelen bij de uitbraak van de Ziekte van Aujeszky (PVV) 2008 (Besluit bestrijdingsmaatregelen Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2008)

Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;

Gelet op artikel 4, eerste, vierde en vijfde lid, 5, eerste en tweede lid, van de Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2008 en artikel 4, tweede lid, van de Verordening tegemoetkoming kosten bestrijding Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2008;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit neemt de begripsbepalingen van de Verordening bestrijding Ziekte van Aujeszky over.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Als er sprake is van een aanwijzing die duidt op een mogelijke besmetting van de Ziekte van Aujeszky, kan de voorzitter een specialistenteam inschakelen om nader onderzoek te verrichten, waaronder klinisch onderzoek en het nemen van bloedmonsters en keelswabs. Het specialistenteam brengt voorts diercontacten en intensieve persoonscontacten van de afgelopen 42 dagen in kaart. Het genomen materiaal wordt nader onderzocht door het Centraal Veterinair Instituut.

  • 2 Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, kan gestoeld zijn op klinische verschijnselen, serologisch onderzoek, virusonderzoek, sectie-onderzoek, abnormale uitval en contact met een besmet bedrijf in het buitenland.

  • 3 Als er sprake is van een aanwijzing die duidt op een mogelijke besmetting van de Ziekte van Aujeszky, kan de voorzitter, een verbod tot aan-, af-, of vervoer van varkens en varkensproducten opleggen.

  • 4 Als uit het nader onderzoek, als bedoeld in het eerste lid, blijkt dat er sprake is van een singleton reactor, kan de voorzitter de ondernemer gelasten deze singleton reactor ter destructie af te voeren.

  • 5 Totdat uit nader onderzoek blijkt dat er geen sprake is van de aanwezigheid van de Ziekte van Aujeszky en de singleton-reactor ter destructie is afgevoerd is het verbod als bedoeld in het derde lid van kracht.

  • 6 De betrokken ondernemer wordt onverwijld door het productschap bericht over de bevindingen en uitslagen van nader onderzoek.

  • 7 Een uitbraak kan worden afgekondigd als:

    • 1. meer dan twee monsters (van meer dan twee varkens) in de confirmatie-test positief zijn (eerste en vervolgonderzoek samen) of

    • 2. het Aujeszky-virus is aangetoond (bijvoorbeeld door middel van virus kweek of PCR-techniek).

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Indien er sprake is van een uitbraak van de Ziekte van Aujeszky in het buitenland onder gehouden varkens die zich bevinden binnen 10 kilometer van de grens kan de voorzitter bestrijdingsmaatregelen opleggen:

  • a. het aan de ondernemer gelasten zijn varkens te laten onderzoeken door een dierenarts door middel van klinische inspectie en het nemen van bloedmonsters en keelswabs;

  • b. varkens tegen de Ziekte van Aujeszky te doen vaccineren;

  • c. een verbod tot aan-, af- of vervoer van varkens en varkensproducten in acht te nemen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 De voorzitter stelt vast op welk bedrijf de besmetting is geconstateerd, welke bedrijven binnen een straal van tien kilometer van het besmette bedrijf zijn gelegen, van of naar welke bedrijven varkens zijn aan- of afgevoerd van het besmette bedrijf en in welke gevallen sprake is van intensieve persoonscontacten met het besmette bedrijf.

  • 3 De vaststelling als bedoeld in het eerste lid, wordt door middel van een persbericht en publicatie in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie bekendgemaakt.

  • 4 Het bedrijf waarop de besmetting is vastgesteld ontvangt hierover onverwijld bericht. Bedrijven welke binnen een straal van tien kilometer van het besmette bedrijf zijn gelegen, en bedrijven waarvan of waarnaar varkens zijn aan- of afgevoerd van het besmette bedrijf, ontvangen hierover zo mogelijk allereerst telefonisch en onverwijld hierop volgend schriftelijk bericht dat ofwel persoonlijk aan de ondernemer wordt overhandigd, ofwel dat per aangetekende post wordt toegezonden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Aan de hand van het door het bestuur vastgestelde bestrijdingsplan kan de voorzitter met betrekking tot het bedrijf waarop een verdenking van een besmetting rust, dan wel een besmetting is geconstateerd, overgaan tot het opleggen van de volgende maatregelen:

    • a) Het verbieden van aan-, af- en vervoer van varkens en varkensproducten naar en van het besmette bedrijf;

    • b) Het verplichten de varkens binnen 24 uur (voor de eerste keer) en vervolgens na 14 dagen (voor de tweede keer) na de constatering van de besmetting te doen vaccineren;

    • c) Het verplichten van afvoer van varkens naar het slachthuis, vanaf 14 dagen na de tweede vaccinatie;

    • d) Het verplichten tot het onmiddellijk na de afvoer van alle dieren uit de stal de stal te reinigen en te ontsmetten. Het CBD zal vervolgens een R&O verklaring opstellen die aan de dienst, als bedoeld in artikel 5, zesde lid, van de Verordening, wordt verstuurd;

    • e) De mest, afkomstig van het besmette bedrijf, mag pas na twee weken na de reiniging en ontsmetting worden aangewend binnen het gebied van tien kilometer rondom het besmette bedrijf, dan wel worden afgevoerd buiten dit gebied, mits naar een afgesloten opslag, dan wel naar de mestverwerking.

  • 2 Met betrekking tot bedrijven die zich bevinden binnen een straal van tien kilometer vanaf een bedrijf waarop een besmetting is geconstateerd, geldt het volgende:

    • a) Aan-, af- en vervoer van varkens en varkensproducten naar en van het bedrijf gevestigd binnen een straal van tien kilometer vanaf een bedrijf waarop een besmeting is geconstateerd, is niet toegestaan;

    • b) De varkens worden voor de eerste keer binnen 72 uur na de constatering van de besmetting gevaccineerd en voor de tweede keer tussen 14 dagen en 21 dagen daarna;

    • c) Het is tot ten minste 14 dagen nadat de tweede vaccinatie is verricht verboden varkens af te voeren van en naar varkensbedrijven binnen een straal van tien kilometer vanaf een bedrijf waarop een besmetting is geconstateerd;

    • d) Binnen 72 uur wordt klinische inspectie door de eigen dierenarts uitgevoerd. Tussen de 14 dagen en 21 dagen na de klinische inspectie worden de varkens opnieuw klinisch onderzocht en worden bloedmonsters bij de varkens genomen. Bij klinische verschijnselen worden van maximaal tien varkens keelswabs genomen. Het materiaal wordt ter nader onderzoek ingezonden naar het Centraal Veterinair Instituut. Minimaal 30 dagen na het eerste onderzoek worden de varkens voor een tweede keer onderzocht op grond van bloedmonsters;

    • e) Afvoer van de varkens naar het slachthuis is eerst toegestaan, vanaf 14 dagen nadat de tweede vaccinatie is verricht en de uitslagen van de tweede gE-test negatief zijn;

    • f) Aanvoer van varkens afkomstig van bedrijven eveneens gelegen binnen een straal van 10 kilometer van het besmette bedrijf, is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de voorzitter;

    • g) Afvoer van varkens naar bedrijven eveneens gelegen binnen een straal van 10 kilometer van het besmette bedrijf, is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de voorzitter;

    • h) Het vervoer van sperma, afkomstig van een spermawincentrum, gelegen in het gebied als bedoeld in dit lid, is tijdelijk niet toegestaan. Eerst vanaf twee weken nadat de tweede vaccinatie is verricht mag sperma worden vervoerd naar bedrijven binnen het in dit lid bedoelde gebied. Vervoer van sperma naar andere bedrijven is eerst toegestaan nadat de bestrijdingsmaatregelen zijn opgeheven;

    • i) De mest, afkomstig van een bedrijf gelegen binnen een straal van tien kilometer van een besmet bedrijf, mag vanaf twee weken na de tweede vaccinatie worden aangewend binnen het gebied dan wel worden afgevoerd buiten dit gebied, mits naar een afgesloten opslag, dan wel naar de mestverwerking.

    • j) De voorzitter gelast de afzet van gevaccineerde varkens aan de hand van het in dit artikel opgenomen schema. Aangegeven zijn de afvoermogelijkheden vanaf 14 dagen nadat alle varkens van het besmette bedrijf zijn afgevoerd tot het moment dat de afzetbeperkingen niet meer gelden. Aan het bedrijf wordt het kenmerk “ZvA-vaccin” toegevoegd.

      VVL-status

      Kenmerk

      Afvoer slechts mogelijk naar

      Einde afzetbeperkingen

      A

      ZvA-vaccin

      D, slacht en export naar art 9 of lager van fok- en gebruiksvarken.

      Als alle gevaccineerde dieren, uitgezonderd de zeugen, afgevoerd zijn.

             

      B

      ZvA-vaccin

      D, slacht en export naar art 9 of lager van fok- en gebruiksvarkens.

      Als alle gevaccineerde dieren, uitgezonderd de zeugen, afgevoerd zijn.

             

      C

      ZvA-vaccin

      D, slacht en export naar art 9 of lager van fok- en gebruiksvarkens.

      Als het bedrijf leeg is, leegstandsverkalring en R&O-verklaring.

             

      D

      ZvA-vaccin

      Slacht

      Als alle gevaccineerde dieren van het bedrijf zijn afgevoerd.

             

      E

      ZvA-vaccin

      D, slacht, export art 9 of lager van fok- en gebruiksvarkens.

      Als het bedrijf leeg is, leegstandsverklaring en R&O-verklaring.

             

      F

      ZvA-vaccin

      D, slacht, export art 9 of lager van fok- en gebruiksvarkens.

      Als alle gevaccineerde dieren van het bedrijf zijn afgevoerd.

    • k) Zolang er door de voorzitter afzetbeperkingen zijn opgelegd vanwege de aanwezigheid van gevaccineerde dieren kan een bedrijf geen fok- en gebruiksdieren exporteren naar artikel 10 gebieden en artikel 10 lidstaten, zoals aangegeven in Beschikking 2008/185 van de Commissie van 21 februari 2008 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens.

  • 3 Met betrekking tot bedrijven waarvan varkens zijn afgevoerd naar het besmette bedrijf, dan wel waarop varkens zijn aangevoerd van het besmette bedrijf, dan wel er sprake is van intensieve persoonscontacten met het besmette bedrijf, geldt het volgende:

    • a) Aan-, af en vervoer van varkens en varkensproducten naar en van het contactbedrij f is niet toegestaan;

    • b) Binnen 24 uur wordt een klinische inspectie uitgevoerd door de eigen dierenarts. Bij klinische verschijnselen worden van maximaal tien varkens keelswabs genomen. Het materiaal wordt ter nader onderzoek ingezonden naar het Centraal Veterinair Instituut;

    • c) Vervolgens wordt wekelijks een klinische inspectie uitgevoerd door de eigen dierenarts tot het contact ten minste 35 dagen geleden is. Bij klinische verschijnselen worden van maximaal tien varkens keelswabs genomen. Het materiaal wordt ter nader onderzoek ingezonden naar het Centraal Veterinair Instituut;

    • d) 35 dagen na het contact worden bloedmonsters genomen. Het materiaal wordt ter nader onderzoek ingezonden naar het Centraal Veterinair Instituut.

  • 4 Indien een besmetting op een spermawincentrum wordt vastgesteld, geldt het volgende:

    • a) Alle op het bedrijf aanwezige beren worden binnen 24 uur na de vaststelling gevaccineerd, en daarna na 14 dagen nog eens. De dierenarts onderzoekt de op het spermawincentrum aanwezige dieren dagelijks op klinische verschijnselen;

    • b) Aan- en afvoer van varkens is niet toegestaan tot alle bestrijdingsmaatregelen zijn opgeheven. 14 dagen na de tweede vaccinatie is afvoer naar het slachthuis toegestaan;

    • c) Vervoer van sperma is eerst toegestaan vanaf zes weken na de tweede vaccinatie, indien op dat moment alle besmette beren zijn afgevoerd naar het slachthuis en van de overige beren is aangetoond dat ze niet besmet zijn.

  • 5 Indien slechts op een hobbymatige varkenshouderij de Ziekte van Aujeszky is geconstateerd, wordt de uitbraakfase niet hierdoor afgekondigd. Varkensbedrijven binnen een straal van tien kilometer worden in dit geval aan een verscherpte monitoring onderworpen. De maatregelen, genoemd in het eerste lid zijn voor deze hobbymatige varkenshouderij, vanwege de daar geconstateerde besmetting, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De voorzitter doet mededeling van het einde van de uitbraak van de Ziekte van Aujeszky op de wijze als omschreven in artikel 4, derde lid.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De ondernemer is verplicht de genomen bestrijdingsmaatregelen vast te leggen in het formulier “rapportage bestrijdingsmaatregelen”, waarvan een model is opgenomen in de bijlage van dit besluit.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bestrijdingsmaatregelen Ziekte van Aujeszky bij varkens (PVV) 2008.

  • 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningblad Bedrijfsorganisatie waarin het wordt geplaatst.

Zoetermeer, 11 juni 2008

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Naar boven