Regeling parlementair en extern onderzoek

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 03-07-2008 t/m 26-11-2018

Regeling parlementair en extern onderzoek

Hoofdstuk 1. Algemeen en definities

Artikel 1

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. onderzoek: een onderzoek door of voor de Kamer op basis van een besluit door de Kamer,

    • b. parlementair onderzoek: onderzoek door de Kamer,

    • c. extern onderzoek: onderzoek voor de Kamer.

Artikel 2

Bij parlementair onderzoek draagt de Kamer verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het onderzoek. De Kamer legt de uitvoering van parlementair onderzoek in handen van een door de Kamer in te stellen enquêtecommissie of tijdelijke commissie. Waar in deze regeling sprake is van een tijdelijke commissie wordt een tijdelijke commissie zonder enquêtebevoegdheden bedoeld.

Artikel 3

Bij extern onderzoek is de uitvoerder verantwoordelijk voor de uitvoering en de uitkomsten.

Hoofdstuk 2. Besluitvorming

Artikel 4

  • 1 Door een of meer leden of een commissie wordt een onderzoeksvoorstel opgesteld.

  • 2 Het onderzoeksvoorstel bevat in ieder geval:

    • a. de aanleiding voor het onderzoek,

    • b. een vastomlijnde onderzoeksvraag en een opsplitsing daarvan in deelvragen,

    • c. een indicatie van de kosten van het onderzoek,

    • d. een indicatie van de tijdsduur van het onderzoek,

    • e. een indicatie van de benodigde (ambtelijke) ondersteuning,

    • f. een onderbouwde keuze voor het in te zetten onderzoeksinstrument:

  • 3 Het Presidium kan een aangenomen motie tot het doen van onderzoek aan de meest betrokken commissie(s) voorleggen voor een nadere invulling van een of meer van de in het tweede lid genoemde onderwerpen.

Artikel 5

Een voorstel om de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek uit te voeren geldt als een voorstel voor onderzoek, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder d.

Artikel 6

Het onderzoeksvoorstel wordt aan het Presidium gezonden. Het Presidium behandelt het onderzoeksvoorstel en geeft de Kamer hierover advies.

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden en uitvoering

Artikel 8

Nadat de Kamer tot het instellen van een parlementair onderzoek heeft besloten, draagt zij de uitvoering op aan een in te stellen enquêtecommissie als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, dan wel een tijdelijke commissie als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder b. In beide gevallen wordt de commissie samengesteld conform artikel 25 van het Reglement van Orde. De benoeming van de voorzitter van de commissie vindt plaats conform artikel 26 van het Reglement van Orde.

Artikel 9

  • 3 Bij onderzoek voor de Kamer door derden gelden geen bijzondere bevoegdheden.

Artikel 10

De tijdelijke commissie heeft de bevoegdheid hoorzittingen te houden conform artikel 27 van het Reglement van Orde. Rijksambtenaren worden conform artikel 29 van het Reglement van Orde uitgenodigd door tussenkomst van de desbetreffende minister. De tijdelijke commissie kan geen medewerking afdwingen van derden.

Artikel 11

Bij extern onderzoek kan een klankbordgroep van leden uit de meest betrokken commissie(s) worden ingesteld. De dagelijkse begeleiding van de uitvoerder is in handen van de Griffier van de Kamer.

Artikel 12

  • 2 Bij extern onderzoek bestaan geen bevoegdheden inzake toegang tot informatie.

Artikel 13

  • 1 Enquêtecommissies en tijdelijke commissies kunnen afspraken maken over de informatie-uitwisseling met de minister.

  • 2 Afspraken over informatie-uitwisseling tussen de minister en uitvoerders van extern onderzoek worden zonodig neergelegd in een protocol tussen kabinet en Kamer.

Artikel 14

Er bestaat geen voorrang van enquêteonderzoek en onderzoek door tijdelijke commissies in geval van samenloop met strafrechtelijk of bestuursrechtelijk onderzoek. Daar waar samenloop en afstemmingsproblemen zich voordoen worden afspraken gemaakt met de betrokken minister.

Hoofdstuk 4. Aanbieding en beëindiging

Artikel 15

  • 1 Alle rapporten van parlementaire onderzoekscommissies worden aangeboden aan de Voorzitter van de Kamer.

  • 2 Het Presidium stelt het rapport in handen van de meest betrokken commissie(s).

  • 3 Extern onderzoek voor de Kamer door derden wordt direct aangeboden aan de meest betrokken commissie(s).

Artikel 16

Een tijdelijke commissie beëindigt haar werkzaamheden nadat de tijdelijke commissie aan de Kamer verantwoording heeft afgelegd over haar werkzaamheden. De Kamer heft de tijdelijke commissie vervolgens op.

Hoofdstuk 5. Archivering en toegankelijkheid van documenten

Artikel 17

  • 1 De documenten die onder een enquêtecommissie of een tijdelijke commissie berusten gaan met ingang van de dag waarop de commissie haar werkzaamheden beëindigt van rechtswege over op de Kamer.

  • 2 Bij extern onderzoek berust de verantwoordelijkheid voor de archivering bij de uitvoerder, voor zover de Kamer geen aanspraak wenst te maken op de door derden in opdracht van de Kamer verzamelde documenten.

Artikel 18

  • 1 Er wordt tot de dag waarop de tijdelijke commissie haar rapport aanbiedt aan de Kamer geen inzage gegeven in documenten die onder de commissie berusten tenzij de tijdelijke commissie anders besluit.

  • 2 De tijdelijke commissie kan beperkingen stellen aan de openbaarheid van documenten die onder haar berusten.

Artikel 19

Bij extern onderzoek berust de verantwoordelijkheid voor de toegang tot het archief bij de uitvoerder met inachtneming van artikel 17, tweede lid.

Naar boven