Algemeen
Veiligheidseisen papier waardedocumenten
Het is noodzakelijk dat de waardedocumenten gedrukt worden op papier dat namaak en
vervalsing tegengaat. Het papier dient daarom te voldoen aan: een uniek watermerk,
een blinddruk, UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag
die verkleurt bij mechanische of chemische aantasting. Dit papier moet zorgvuldig
uit handen van onbevoegden worden gehouden. Afhankelijk van het aantal vakken worden
de regels voor de vermelding van de vakken op de cijferlijst:
Naamvermelding van de school
Op de examendocumenten wordt steeds voor zover van toepassing achter het woord ‘aan’
vermeld de naam van de school voor voortgezet onderwijs of instelling voor educatie
en beroepsonderwijs (ROC). Betreft het zo’n instelling, dan komt er na ‘aan’ te staan:
de opleiding v.a.v.o. van …………. De naam van de school of de instelling is de naam
zoals geregistreerd in de basisregistratie instellingen (BRIN). Een ‘andere’ locatienaam
mag hieraan worden toegevoegd, mits deze als zodanig is geregistreerd in BRIN. Na
de naam van de school/instelling volgt in dat geval een komma en het woord ‘locatie’
gevolgd door de naam van de locatie.
Ondertekening
Ingevolge artikel 52 van het Eindexamenbesluit tekenen de directeur en de secretaris van het eindexamen de diploma’s en de cijferlijsten.
De functionarissen die de examendocumenten moeten tekenen zijn en blijven onder alle
omstandigheden verantwoordelijk voor de ondertekening. Tenzij anders bepaald door
het bevoegd gezag, mogen zij, mits het bevoegd gezag hen die bevoegdheid heeft gegeven,
een andere functionaris, die door hen daartoe schriftelijk gemandateerd is, laten
tekenen, doch slechts met vermelding van ‘namens deze’ gevolgd door de handtekening,
de naam en de functie van de ondertekenaar. De handtekening moet feitelijk (met pen)
geschreven worden. Een gescande of gekopieerde handtekening is niet toegestaan.
Bovenstaande geldt ook in het geval een school geen directeur kent maar een centrale
directie. Op het diploma dient dan voor directeur te worden gelezen de centrale directie.
De centrale directie is in dat geval verantwoordelijk voor het ondertekenen van de
diploma’s. Het is echter ook mogelijk dat de centrale directie de tekenbevoegdheid
overdraagt.
Het is vanzelfsprekend dat de mandatering in het examenreglement van de school wordt
vermeld om kandidaten en ouders hiervan op de hoogte te stellen.
Vaknamen
De te hanteren wettelijke benamingen van de vakken staan opgenomen in een bijlage
bij de jaarlijks te publiceren Regeling elementcodetabel voortgezet onderwijs (VO),
opleidingentabel volwasseneneducatie en vakcodetabel VO en volwasseneneducatie.
De vakbenaming culturele en kunstzinnige vorming van de profielexamens mag worden
afgekort tot ckv.
Cijferlijsten algemeen
De afgifte van cijferlijsten is voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen
voor educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft door die instellingen verzorgde
opleidingen v.a.v.o., geregeld in artikel 52, eerste lid, van het Eindexamenbesluit en voor staatsexamens in artikel 30, eerste en tweede lid van het Staatsexamenbesluit.
Op de cijferlijst voor het eindexamen/staatsexamen wordt/worden in de cijfer-/beoordelingstabel
voor zover van toepassing vermeld:
-
– de cijfers voor het schoolexamen respectievelijk commissie-examen en het centraal
examen (op één decimaal nauwkeurig) en de eindcijfers (zonder decimalen): artikel 35 van het Eindexamenbesluit/artikel 15 Staatsexamenbesluit, artikel 42 Eindexamenbesluit/artikel 20 Staatsexamenbesluit, artikel 47 Eindexamenbesluit en artikel 24 Staatsexamenbesluit,
-
– het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen respectievelijk commissie-examen’
welk cijfer herhaald wordt bij het ‘eindcijfer in cijfers en letters’ indien een vak
geen centraal examen kent, maar wordt afgesloten met alleen een schoolexamen respectievelijk
commissie-examen: artikel 35, eerste lid en artikel 47, derde lid, Eindexamenbesluit/artikel 15, eerste lid en artikel 24, derde lid, Staatsexamenbesluit,
-
– het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk (zie profielen
vwo en havo),
-
– het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk
in het vmbo,
-
– de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding
in het vwo en havo,
-
– de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk
deel van de leerweg in het vmbo,
-
– volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Eindexamenbesluit is geëxamineerd in het vmbo,
-
– de eindcijfers voor de examenvakken met inbegrip -voor zover het vwo en havo betreft-
van de vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer en het eindcijfer bepaald
voor het combinatiecijfer (inclusief het profielwerkstuk), en
-
– de uitslag van het eindexamen (zie voor de uitslagbepaling artikel 49 van het Eindexamenbesluit/artikel 26 van het Staatsexamenbesluit).
Deze regeling wijzigt het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel van de
cijferlijst van het eindexamen/staatsexamen ten opzichte van de in artikel 12 genoemde regelingen. De slotzin: ‘De kandidaat heeft examen afgelegd in de onderstaande
vakken en heeft de daarachter vermelde cijfers behaald.’, vervalt (bijlage 3a, 3b en 3c/11a, 11b en 11c). Deze verwijdering levert extra ruimte op.
Afronding onderdelen na aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen in
het laatste leerjaar
Artikel 32, vierde en vijfde lid, van het Eindexamenbesluit noemt uitzonderingen op de bepaling dat het schoolexamen wordt afgesloten voor de
aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. Hierdoor kan het voorkomen
dat een kandidaat uit het laatste leerjaar in alle vakken die met een eindcijfer worden
beoordeeld examen heeft afgelegd op grond waarvan de uitslag kan worden vastgesteld,
maar niet voldoet aan de aanvullende bepalingen. Het betreft hier de aanvullende bepalingen
ten aanzien van de vakken of het sectorwerkstuk waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld,
maar die ‘voldoende’ of ‘goed’ afgesloten moeten zijn. Deze kandidaat kan niet slagen,
maar ontvangt wél een cijferlijst. De uitslag luidt: afgewezen. Voor de onderdelen
die niet naar behoren zijn afgerond wordt de vermelding gegeven: ‘n.a.’ (niet afgerond).
Betreft dit een vmbo-kandidaat, die de school verlaat, dan ontvangt hij tevens een
certificaat.
Vak aan andere school
Indien een vak aan een andere school is afgesloten op grond van artikel 8 van het Eindexamenbesluit, dan wordt achter het betreffende vak tussen haakjes vermeld: (de naam van de andere
school), zoals opgenomen in BRIN.
Vermelding van vakken die niet met een eindcijfer beoordeeld worden
Bij vakken waarvoor de eindbeoordeling niet in de vorm van een cijfer maar als ‘voldoende’
of ‘goed’ is gegeven, wordt deze beoordeling vermeld in de plaats van het cijfer (in
de kolom ‘in letters’).
Vermelding van vakken die op een hoger niveau zijn afgesloten
Vakken waarin het examen op een hoger niveau is afgelegd, worden op de cijferlijst
vermeld met de naam van het vak uit het betreffende niveau met de toevoeging van dat
niveau tussen haakjes. Een nadere uitwerking wordt gegeven onder de schoolsoorten.
Voorlopige cijferlijst
Nieuw is dat de kandidaat die de school tussentijds verlaat nadat door hem al vakken
van zijn eindexamen zijn afgesloten (waarvan de resultaten zijn aangeleverd in BRON),
maar voordat de uitslag van het betreffende eindexamen definitief kan worden vastgesteld
een ‘voorlopige cijferlijst’ ontvangt (artikel 52a van het Eindexamenbesluit). Op basis hiervan kan de nieuwe school het onderwijsprogramma van de kandidaat vaststellen.
De resultaten worden betrokken bij de vaststelling van de uitslag van het betreffende
eindexamen en overgenomen op de cijferlijst die op grond van de definitieve uitslag
wordt uitgereikt. De voorlopige cijferlijst komt dan te vervallen.
Op de voorlopige cijferlijst wordt/worden (conform de cijferlijst) voor zover van
toepassing vermeld:
-
– de afgesloten vakken met de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen (op
één decimaal nauwkeurig) en de eindcijfers zonder decimalen,
-
– het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen’ welk cijfer herhaald wordt
bij het ‘eindcijfer in cijfers en letters’ indien een vak geen centraal examen kent,
maar wordt afgesloten met een schoolexamen,
-
– het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk,
-
– het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk,
-
– de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding
in vwo en havo;
-
– de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk
deel van de leerweg in vmbo,
-
– volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 7, derde lid, van het Eindexamenbesluit is geëxamineerd in het vmbo, en
-
– het vak waarin opnieuw centraal examen is afgelegd (waarbij het cijfer voor het schoolexamen
wordt herhaald en het nieuwe cijfer voor het centraal examen en nieuwe eindcijfer
wordt opgenomen). Indien er in het voorlaatste leerjaar geen herkansing heeft plaatsgevonden,
wordt op de voorlopige cijferlijst achter ‘opnieuw centraal examen is afgelegd in’
niet van toepassing vermeld, als volgt: n.v.t.
Op de voorlopige cijferlijst wordt geen sector of profiel vermeld.
Getuigschrift
Op het getuigschrift:
Bewijs van ontheffing
Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij
het verwerven van het diploma’, de schoolsoort voluit te worden vermeld met indien
van toepassing: de leerweg.
Afwijkende/bijzondere vermeldingen:
-
1. n.a. = niet afgerond
-
2. (naam van een andere school)
-
3. ‘vr’ = vrijstelling of ontheffing
-
4. (afkorting leerweg of schoolsoort): toevoeging bij een vak op hoger niveau
kaderberoepsgerichte leerweg: KB
gemengde leerweg: GL
theoretische leerweg: TL
hoger algemeen voortgezet onderwijs: havo
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: vwo
-
5. n.v.t. indien:
-
6. cijferlijst past
-
7. toegestane afkortingen vaknamen: ckv en kcv
PROFIELEN VWO EN HAVO
Cijferlijsten vwo en havo
Voor:
-
– de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-,
profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
– welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen vwo/havo
en vermeld op de cijferlijst,
wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:
-
–
artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),
-
–
artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),
-
–
artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Profielvermelding
Op de cijferlijst voor het eindexamen wordt in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel
achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform het profiel’, de officiële
benaming van het profiel vermeld (zoals genoemd in het derde lid van artikel 12 van de WVO).
In het geval een kandidaat kan slagen voor twee profielen, wordt voor elk profiel
afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee profielen is
het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te hebben gemaakt.
Als dat profielwerkstuk ‘past’ in beide profielen, wordt het op beide cijferlijsten
vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in de desbetreffende ruimte vermeld:
n.v.t.
Aangepaste vakbenamingen
De volgende vakken uit de ‘nieuwe’ profielen die overeenkomen met vakken uit de ‘oude’
profielen, hebben een andere naam gekregen:
Oud
|
nieuw
|
maatschappijleer (profieldeel of vrij deel)
|
maatschappijwetenschappen
|
lichamelijk opvoeding 2
|
bewegen, sport en maatschappij
|
ckv2
|
kunst (algemeen)
|
de ckv2,3-varianten komen overeen met
|
kunst (beeldende vormgeving),
|
|
kunst (muziek),
|
|
kunst (dans),
|
|
kunst (drama).
|
ckv1 (gemeenschappelijk deel)
|
ckv
|
handenarbeid en textiele werkvormen
|
handvaardigheid en textiele vormgeving
|
letterkunde
|
literatuur.
|
Combinatiecijfer
Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter ‘combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde
van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld
op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt overeenkomstig
de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma
naar beneden af te ronden indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer
een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5): artikel 49, lid 8, van het Eindexamenbesluit. Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk deel) is een asterisk
*) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer
(zie artikel 49, lid 6, van het Eindexamenbesluit), welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’
worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde
cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een cijfer en in letters). Inclusief
het profielwerkstuk, dat als laatste een plaats krijgt in de daarvoor bestemde kolom
met vermelding van de titel of het onderwerp en het vak of de vakken waarop het betrekking
heeft.
Naast de relatief kleine (becijferde) vakken maakt ook het profielwerkstuk onderdeel
uit van het combinatiecijfer. Het profielwerkstuk wordt nu ook met een cijfer gewaardeerd.
De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen
van alle lager zijn dan een 4: artikel 49, lid 5, onderdeel b. In de uitslagregel wordt het combinatiecijfer beschouwd als het eindcijfer van één
vak.
Vakken die in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn:
In het havo: maatschappijleer en het profielwerkstuk;
In het vwo: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk.
Daarnaast kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer
(zie voorwaarde: artikel 49, zevende lid, van het Eindexamenbesluit):
-
– Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of
dat dit onderdeel in het cijfer voor de talen wordt meegenomen. Als het apart wordt
becijferd, dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat geval
dienen de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.
-
– Kcv. Scholen kunnen ervoor kiezen om klassieke culturele vorming (kcv) onderdeel te
laten uitmaken van het combinatiecijfer. Hier wordt dan ‘klassieke culturele vorming’,
vermeld, met dien verstande dat deze vakbenaming mag worden afgekort tot kcv. Wordt
hier niet voor gekozen, dan dient kcv onderdeel te zijn van het schoolexamen van de
klassieke talen en wordt de klassieke taal en literatuur met kcv, vermeld.
-
– Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen
worden toegevoegd aan het combinatiecijfer. Het gaat hier om één vak, maar de school
kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen
vak dat de school alleen met toestemming van de minister als examenvak kan aanbieden.
-
– Algemene natuurwetenschappen, dat bij het havo niet meer voorkomt in het gemeenschappelijke
deel, kan bij die schoolsoort wel deel uitmaken van het vrije deel. De school kan
dit ter keuze laten aan de leerling, maar kan ook besluiten om het vak verplicht te
stellen voor alle leerlingen of voor leerlingen met een bepaald profiel. Het cijfer
voor dit vak telt dan mee in het combinatiecijfer (volgens artikel 49 van het Eindexamenbesluit).
Vrijstelling of ontheffing
Ontheffing van een taal
Indien in het atheneum ontheffing is verleend voor het volgen van een taal (op grond
van artikel 26e, lid 4, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.), waarbij de taal moet worden vervangen door een ander examenvak (als bedoeld in
het vijfde lid van dat artikel), dan wordt dat examenvak vermeld op de cijferlijst in plaats van de vervangen taal
(dus in het gemeenschappelijke deel).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk oud naar nieuw
Indien reeds eerder een profielwerkstuk is gemaakt dat betrekking heeft op een of
meer vakken van dezelfde schoolsoort, behorende tot het profiel van de kandidaat en
waarvoor een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald,
kan de kandidaat daar op grond van artikel 9 van het Eindexamenbesluit/artikel 10 van het Staatsexamenbesluit voor worden vrijgesteld.
Vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van deze artikelen worden op
de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder behaalde cijfer (zie artikel 52, lid 5, van het Eindexamenbesluit/artikel 30, lid 6, van het Staatsexamenbesluit). Hierop bestaat een uitzondering indien de kandidaat zijn profielwerkstuk volgens
de ‘oude profielen’ heeft gedaan, dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’ en vervolgens
het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het vavo of met het staatsexamen wil
behalen. Het volgende is dan mogelijk:
-
– in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk:
‘vr’ vermeld,
-
– het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd, of
-
– de kandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een nieuw profielwerkstuk
in.
Combinatiecijfer aan het vavo/staatsexamen
Indien achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld en de vakken anw en maatschappijleer
hoeven geen deel uit te maken van het eindexamen en er zijn geen andere onderdelen
die deel uitmaken van het combinatiecijfer, dan wordt ook achter ‘het combinatiecijfer’:
‘vr’ vermeld.
Vermelding van vwo-vak in plaats van havo-vak
Op het havo kunnen een of meer vakken worden vervangen door de overeenkomstige vakken
op vwo-niveau. Bij toepassing van deze mogelijkheid wordt achter het afgesloten overeenkomstige
vwo-vak op de havo-cijferlijst tussen haakjes opgenomen: (vwo). Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit, regelt dat de vakken waarvoor de kandidaat (met diploma) in het havo of vwo is vrijgesteld
op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld op de cijferlijst met overname
van de eerder behaalde resultaten.
Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)
Indien de kandidaat met het profiel cultuur en maatschappij het eindexamen aflegt
in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving, muziek, drama of dans) in het vrije
deel om te voldoen aan de verplichting dat in dat vrije deel het eindexamen tenminste
één vak omvat met een normatieve studielast van tenminste 320 (havo, of 440 bij vwo)
studielasturen en hij ook als onderdeel van het profieldeel reeds eindexamen aflegt
in een van de vakken kunst (een andere variant), wordt het onderdeel kunst (algemeen)
in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende verdiepende
en/of verbredende onderdelen op het gebied van kunst in het schoolexamen met een normatieve
studielast van tenminste 120 (havo, of 160 in vwo) studielasten, door het bevoegd
gezag te bepalen. Er is dan dus geen centraal examen. Op de cijferlijst wordt dan
ook alleen het cijfer voor het schoolexamen vermeld.
Cijferlijsten
Voor:
-
– de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-,
sector- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
– welke vakken deel moeten/mogen uitmaken van een eindexamen vmbo en vermeld op de cijferlijst,
wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit:
-
–
artikel 22 voor zover het betreft het eindexamen vmbo theoretische leerweg,
-
–
artikel 23 voor zover het betreft het eindexamen vmbo basisberoepsgerichte leerweg,
-
–
artikel 24 voor zover het betreft het eindexamen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg,
-
–
artikel 25 voor zover het betreft het eindexamen vmbo gemengde leerweg.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Vermelding leerweg én sector(en)
Ook op de cijferlijst wordt nu in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel
achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’
de leerweg conform de sector(en) vermeld. Indien de kandidaat kan slagen voor meer
dan één sector, dan wordt ook de naam van die sector(en) op de cijferlijst vermeld.
De cijferlijst wordt bij de verdeling van de vakken over het sector- en het vrije
deel, overeenkomstig de eerstgenoemde sector ingevuld.
Sectorwerkstuk
De vermelding van ‘thema of titel van sectorwerkstuk’ is alleen voor de theoretische
en de gemengde leerweg van toepassing en dient bij de basis- en kaderberoepsgerichte
leerweg weggelaten te worden.
Sector landbouw
Bij de beroepsgerichte programma’s in de sector landbouw kunnen twee programma’s worden
gecombineerd tot één examenvak. Deze combinatie dient volledig te worden uitgeschreven
op de cijferlijst. Voor deze combinatie van programma’s wordt op de cijferlijst één
cijfer vermeld.
Vak op hoger niveau
Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau
af te sluiten, dan wordt achter de desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen
haakjes de leerweg (KB, GL of TL) of schoolsoort (vwo of havo), afgekort vermeld op
de cijferlijst.
Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit regelt dat vakken waarvoor de kandidaat met diploma basis- of kaderberoepsgerichte
leerweg in de theoretische leerweg is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd
examen in vakken van de theoretische leerweg of vwo/havo, op de cijferlijst worden
vermeld met overname van de eerder behaalde resultaten.
Leer-werktraject
Indien het een leer-werktraject-basisberoepsgerichte leerweg betreft, dan worden minimaal
de cijfers van het vak Nederlandse taal (gemeenschappelijk deel) en het beroepsgerichte
programma (vrije deel) vermeld (zie artikel 10b1 van de WVO).