Tijdelijke subsidieregeling raakvlak onderwijs en arbeidsmarkt

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2013

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 mei 2008, nr. AM/BR/2008/12290, tot vaststelling van regels inzake verstrekking van subsidie voor projecten op het raakvlak van onderwijs en arbeidsmarkt (Tijdelijke subsidieregeling raakvlak onderwijs en arbeidsmarkt)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

aanvraagtijdvak: een door de Minister vastgesteld tijdvak als bedoeld in artikel 4 waarbinnen aanvragen om projectsubsidie kunnen worden ingediend;

de Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2. Subsidie projecten

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De Minister kan op aanvraag subsidie verstrekken als bijdrage in de kosten van een project door jongeren gericht op de verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt in Nederland voor jongeren.

Artikel 3. Subsidieaanvrager

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Projectsubsidie wordt aangevraagd door een in Nederland gevestigde natuurlijke- of rechtspersoon.

  • 2 De subsidie wordt verstrekt aan de subsidieaanvrager.

  • 3 Projectsubsidie kan eveneens worden aangevraagd door een samenwerkingsverband van in Nederland gevestigde natuurlijke- of rechtspersonen. In dat geval treedt een van de partijen in het samenwerkingsverband namens dat samenwerkingsverband als subsidieaanvrager op. Bij de aanvraag ten behoeve van een samenwerkingsverband wordt een door de partijen in het samenwerkingsverband getekende verklaring overgelegd, waaruit blijkt dat de natuurlijke of rechtspersoon die namens het samenwerkingsverband optreedt gemachtigd is het samenwerkingsverband in en buiten rechte te vertegenwoordigen. De projectsubsidie wordt verleend aan de natuurlijke of rechtspersoon die namens het samenwerkingsverband optreedt als subsidieaanvrager.

Artikel 4. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De mogelijkheid tot het indienen van aanvragen voor projectsubsidie bestaat slechts gedurende door de Minister vastgestelde aanvraagtijdvakken, gelegen in de periode 2008 tot en met 2011.

  • 2 Subsidieaanvragen worden in het kalenderjaar 2008 door de Minister ontvangen in het tijdvak vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 15 augustus 2008. Subsidieaanvragen worden in het kalenderjaar 2009 door de Minister ontvangen in het aanvraagtijdvak vanaf 5 juni 2009 tot en met 31 juli 2009. Subsidieaanvragen worden in het kalenderjaar 2010 door de minister ontvangen in het aanvraagtijdvak vanaf 1 juni 2010 tot en met 31 juli 2010. Subsidieaanvragen worden in het kalenderjaar 2011 door de minister ontvangen in het aanvraagtijdvak vanaf 1 juni 2011 tot en met 31 juli 2011.

  • 3 Per aanvraagtijdvak wordt door een subsidieaanvrager één aanvraag ingediend. Een subsidieaanvraag heeft betrekking op één project.

  • 4 Voor de toepassing van het derde lid wordt naast de subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 3, eerste tot en derde lid, als subsidieaanvrager aangemerkt:

    • a. de rechtspersoon die de meerderheid van de aandelen dan wel anderszins de zeggenschap heeft in de subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 3, eerste tot en met derde lid;

    • b. andere rechtspersonen waarin de rechtspersoon, bedoeld in onderdeel a, de meerderheid van de aandelen dan wel anderszins de zeggenschap heeft; en

    • c. rechtspersonen waarin de subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 3, eerste tot en met derde lid, de meerderheid van de aandelen dan wel anderszins de zeggenschap heeft.

  • 5 Bij de subsidieaanvraag wordt een projectplan overgelegd dat duidelijkheid verschaft met betrekking tot de mate waarin wordt voldaan aan de criteria, bedoeld in artikel 5, en de in artikel 6, derde lid, opgenomen maatstaven.

  • 6 Het projectplan, bedoeld in het vijfde lid, gaat vergezeld van een begroting waarin inzicht wordt gegeven in de personele kosten en het daaraan gerelateerde aantal werkuren alsmede in de overige kosten.

  • 7 De subsidieaanvraag wordt gezonden aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Re-integratie en Participatie, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag.

  • 8 Op een subsidieaanvraag wordt binnen een termijn van acht weken na afloop van het desbetreffende aanvraagtijdvak beslist.

  • 9 De minister verleent bij de beschikking tot subsidieverlening een voorschot van 80% van de te verlenen subsidie.

Artikel 5. Algemene criteria voor toekenning

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Een project komt slechts voor subsidie in aanmerking indien:

  • a. het project na het aanvraagtijdvak doch voor 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar van start gaat en maximaal 12 maanden duurt;

  • b. het project gericht is op de verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt voor jongeren tussen de leeftijd van 18 en 27 jaar met een relatief kwetsbare positie op de arbeidsmarkt;

  • c. jongeren een beslissende stem hebben in de inrichting en een belangrijke rol in de uitvoering van het project;

  • d. het project een vernieuwend karakter heeft;

  • e. het project aantoonbaar in een maatschappelijke behoefte voorziet; en

  • f. de resultaten van het project overdraagbaar zijn of andere verwante activiteiten zullen stimuleren.

Artikel 6. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Voor projecten is een totaal budget beschikbaar van € 2.800.000, dat gelijkelijk wordt verdeeld over de jaren 2008 tot en met 2011.

  • 2 De volgorde van afhandeling van aanvragen gedaan in een aanvraagtijdvak wordt, behoudens voor zover de subsidie onmiddellijk kan worden geweigerd met toepassing van artikel 9, eerste lid onderdeel a, bepaald door de mate waarin de voor subsidie voorgedragen projecten voldoen aan de in het derde lid opgenomen maatstaven.

  • 3 De maatstaven, bedoeld in het tweede lid, zijn:

    • a. de aard en de omvang van de doelgroep;

    • b. de aard en urgentie van het op te lossen probleem;

    • c. de rol van jongeren in het project;

    • d. de haalbaarheid van de uitvoering van het project;

    • e. de kans op structurele inbedding van de resultaten in de toekomst;

    • f. de kwaliteit van de geplande communicatie.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Uitsluitend kosten van activiteiten die voor de ontwikkeling of uitvoering van het project als noodzakelijk zijn aan te merken en ten laste van de subsidieaanvrager blijven, komen voor subsidiëring in aanmerking.

  • 2 Geen subsidie wordt verleend voor kosten van activiteiten die voor de datum van subsidieverlening ten behoeve van het project zijn ontwikkeld of uitgevoerd.

  • 3 Kosten komen slechts voor subsidiëring in aanmerking indien zij begroot zijn.

Artikel 8. Omvang subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De subsidie bedraagt de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 7, tot een maximum van € 50.000,– per project.

Artikel 9. Afwijzing subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Op de subsidieaanvraag wordt in ieder geval afwijzend beslist, indien:

  • a. niet wordt voldaan aan artikel 2, 3, 4 of 5;

  • b. de kosten van het project naar het oordeel van de Minister niet in een redelijke verhouding staan tot de beoogde effecten;

  • c. de te verlenen subsidie minder dan € 25.000,–, dan wel meer dan € 50.000,– bedraagt.

Artikel 9a. Meldingplicht

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De subsidieontvanger is verplicht om onverwijld aan de minister een schriftelijke melding te doen zodra aannemelijk is dat:

  • a. de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig, of niet geheel zullen worden verricht; of

  • b. niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 9b. Steekproef

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De subsidieontvanger verleent desgevraagd kosteloos medewerking aan een steekproef door of namens de minister teneinde te onderzoeken of de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend volledig en tijdig zijn verricht en of volledig en tijdig is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 9c. Administratie

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De subsidieontvanger is verplicht tot het bijhouden of het overleggen van een administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9d. Verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Binnen 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend dient de subsidieontvanger bij de minister een aanvraag voor een beschikking tot subsidievaststelling in.

  • 2 Bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten gevoegd.

  • 3 In de verklaring, bedoeld in het tweede lid, geeft de subsidieontvanger aan:

    • a. dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht, voorzien van een korte toelichting;

    • b. dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;

    • c. wat het totale bedrag van de gerealiseerde subsidiabele kosten is;

    • d. wat het totale bedrag van de gerealiseerde opbrengsten, inclusief bijdragen van derden, is; en

    • e. wat het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage is.

  • 4 De subsidieontvanger verleent desgevraagd kosteloos medewerking aan een steekproef door of namens de minister teneinde de juistheid van het door de subsidieontvanger opgegeven totale bedrag, bedoeld in het derde lid, onderdelen c tot en met e, te controleren.

Artikel 9e. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De beschikking tot subsidievaststelling wordt gegeven binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 10. Publiciteit

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De subsidieontvanger verleent op verzoek van de Minister medewerking aan publicitaire en voorlichtingsactiviteiten.

Artikel 11. Intrekking van de beschikking tot verlening van projectsubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Onverminderd het bepaalde in afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht kan een beschikking tot verlening van projectsubsidie geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken, en kunnen de op basis daarvan uitbetaalde bedragen worden teruggevorderd, in geval het project wordt uitgevoerd in afwijking van de bij de aanvraag gevoegde projectbeschrijving, voor zover de subsidieverlening daarop was gebaseerd.

  • 2 Intrekking en terugvordering op grond van het eerste lid vindt niet plaats, indien de afwijking vooraf aan de Minister is voorgelegd, en deze daarmee schriftelijk heeft ingestemd.

Artikel 12. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2014.

  • 2 In afwijking van het eerste lid blijft de regeling, zoals die geldt op 31 december 2013, van toepassing op de financiële afwikkeling van de subsidie van de Minister aan de subsidieontvanger.

Artikel 13. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling raakvlak onderwijs en arbeidsmarkt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 mei 2008

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Naar boven