Besluit inzake aanvulling procedure en uitbreiding van kortdurende kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 16-05-2008 t/m heden

Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 mei 2008, MC-U-2847325 op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake aanvulling procedure en uitbreiding van kortdurende kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien de uitvoeringstoets van de Nederlandse Zorgautoriteit van 16 oktober 2007, kenmerk MNIS/ihot/A/07/453;

Na schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Brieven van 4 december 2007; Kamerstukken II, 2006/07, 30 186, nr. 64);

Besluit:

Artikel 1

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

  • 1°. kortdurende kleinschalige experimenten: experimenten die:

    • a. een looptijd hebben van maximaal drie jaren;

    • b. gericht zijn op nieuwe of vernieuwde zorglevering met een betere prijs/kwaliteitsverhouding, op efficiënte zorgorganisatie waaronder mede begrepen substitutie van tweedelijnsgezondheidszorg naar eerstelijnsgezondheidszorg of op verbetering van kwaliteit van zorg voor de patiënt;

    • c. naar gelang hun doelstelling beperkt zijn tot een specifieke patiëntengroep, prestatie, een of meerdere zorgaanbieders, een of meerdere ziektekostenverzekeraars of een beperkte regio;

    • d. niet tot gevolg hebben dat zorg waarvoor een tarief als bedoeld in artikel 57, vierde lid, onder a en b, van de Wet marktordening gezondheidszorg in rekening wordt gebracht, zorg wordt waarvoor een tarief als bedoeld in artikel 57, vierde lid, onder c, van die wet in rekening kan worden gebracht en

    • e. per experiment zijn vastgelegd in een overeenkomst als bedoeld onder 2°.

  • 2°. experiment-overeenkomst: een tussen een of meer zorgaanbieders en een ziektekostenverzekeraar gesloten en door hen ondertekende overeenkomst waarin aard, inhoud en omvang van het door hen te houden kortdurend kleinschalig experiment is beschreven;

  • 3°. financieel kader: het landelijk financieel kader dat voor het jaar 2008 is vastgesteld in artikel 5, onder 4, van de aanwijzing inzake Contracteerruimte AWBZ 2008 (Stcrt. 2007, 249), en de kaders die telkens per jaar voor latere jaren ten behoeve van kortdurende kleinschalige experimenten worden vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • 4°. zorgautoriteit: de Nederlandse Zorgautoriteit.

Artikel 2

  • 3 Ter uitvoering van deze aanwijzing stelt de zorgautoriteit waar nodig regels en beleidsregels vast, met dien verstande dat na de uitwerking van deze aanwijzing door de zorgautoriteit een beleidsregel is ontstaan die voor alle zorg bedoeld in het eerste lid kortdurende kleinschalige experimenten bevordert.

Artikel 3

  • 1 In de beleidsregel, bedoeld in artikel 2, derde lid, stelt de zorgautoriteit een zodanige procedure voor kortdurende kleinschalige experimenten vast, dat de zorgautoriteit voor het in rekening brengen van een tarief voor individuele kortdurende kleinschalige experimenten een daartoe strekkende beschikking vaststelt, waarbij wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a. er is geen zorginhoudelijke toetsing vooraf van het experiment noodzakelijk;

    • b. de zorgautoriteit is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de overeenkomst tussen de deelnemers aan het experiment;

    • c. voor betrokkenen en derden is duidelijk dat er sprake is van een individuele beschikking;

    • d. voor alle verzekeringscompartimenten kan dezelfde opzet worden gevolgd;

    • e. duidelijk is dat de beschikking geldt als declareer- c.q. betaaltitel mits en voor zolang aan de aan een kortdurend kleinschalige experiment verbonden voorwaarden wordt voldaan.

  • 2 De zorgautoriteit bepaalt in die beleidsregel dat:

    • a. de toekenning van het recht een tarief voor kortdurende kleinschalige experimenten in rekening te brengen ten laste van het financieel kader geschiedt op volgorde van ontvangst van de experiment-overeenkomsten;

    • b. het financieel kader wordt verdeeld in bedragen die, met inachtneming van het op voet van het onder a bepaalde, per zorgaanbieder die deelneemt aan een of meer kortdurende kleinschaligeexperimenten ten hoogste ten laste kunnen worden gebracht van dat kader en voor zover dat kader daarbij niet wordt overschreden.

Artikel 4

  • 1 Voor kortdurende kleinschalige experimenten kan uitsluitend een tarief in rekening worden gebracht bij:

    • a. een ziektekostenverzekeraar met wie daartoe een experiment-overeenkomst is gesloten of

    • b. een verzekerde die een daartoe strekkende verzekeringsovereenkomst heeft gesloten met die ziektekostenverzekeraar dan wel

    • c. de ziektekostenverzekeraar bij wie de verzekerde voor de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten staat ingeschreven en met wie daartoe een experiment-overeenkomst is gesloten.

  • 2 Een tarief kan niet eerder in rekening worden gebracht dan nadat de experiment-overeenkomst aan de zorgautoriteit is gezonden en nadat door de verzender daarvan van de zorgautoriteit een daartoe strekkende beschikking is verkregen.

  • 3 Een kortdurend kleinschalig experiment dat wordt gestart na de inwerkingtreding van deze aanwijzing kan alleen geheel of gedeeltelijk ten laste van het financieel kader worden gebracht, indien de zorgautoriteit dat heeft getoetst, daartoe een bedrag heeft vastgesteld en dat aangeeft in de beschikking als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 6

De looptijd van kortdurende kleinschalige experimenten neemt een aanvang vanaf de datum van inwerkingtreding van de beschikking als bedoeld in artikel 4, tweede lid.

Artikel 7

De zorgautoriteit evalueert de beleidsregel als bedoeld in artikel 2, derde lid, en onderzoekt daarbij ook of, gelet op de beoogde doelen en de randvoorwaarden die zijn vervat in artikel 58 van de Wet marktordening gezondheidszorg, er aanleiding bestaat in de beleidsregel de mogelijkheid op te nemen de looptijd van kortdurende kleinschalige experimenten te verlengen, en brengt daarover rapport uit.

Artikel 8

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker

Naar boven