Stcrt. 2012, 26755, datum inwerkingtreding 21-12-2012, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2012.
-
a. wordt de jaarverslaggeving ingericht overeenkomstig de richtlijnen, in het bijzonder
de hoofdstukken 400, 640 en 660 behoudens het bepaalde in artikel 3a ten aanzien van het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschappen in het
primair en het voortgezet onderwijs;
-
b. wordt de jaarverslaggeving gepubliceerd in de Nederlandse taal en in de in Nederland
wettige valuta;
-
c. is het verslagjaar gelijk aan een kalenderjaar;
-
d. wordt de jaarverslaggeving opgesteld door het bevoegd gezag dat de onderwijsinstelling
in stand houdt;
-
e. zijn de verplichtingen, bedoeld in artikel 383 c van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek, uitsluitend van toepassing op de jaarverslaggeving van een onderwijsinstelling
voor zover het een lid van het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling betreft dan
wel een lid van het college van bestuur of de centrale directie als het gaat om een
instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
f. wordt aan het jaarverslag een verslag toegevoegd van de raad van toezicht of een vergelijkbare
interne toezichthouder, waarin deze verantwoording aflegt over zijn handelen en van
de resultaten die dat handelen heeft opgeleverd tenzij de onderwijsinstelling geen
interne toezichthouder kent;
-
g. worden de balans en de staat van baten en lasten, het kasstroomoverzicht en de toelichting
opgesteld overeenkomstig de modellen in de bijlagen bij hoofdstuk 660 van de richtlijnen.
Het Besluit modellen jaarrekening, samengesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving
en opgenomen in hoofdstuk 910 van de richtlijnen is van overeenkomstige toepassing;
-
h. worden, ingeval sprake is van groepsverhoudingen leidende tot een geconsolideerde
jaarverslaggeving van de bevoegde gezagen, in de toelichting van de geconsolideerde
jaarverslaggeving, de balans en de staat van baten en lasten zodanig gesegmenteerd,
dat inzicht ontstaat in de onderscheiden posten uit de geconsolideerde jaarrekening
op het instandhoudingsniveau;
-
i. specificeren de onderwijsinstellingen, bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de door het Rijk verstrekte subsidies waarbij
zulks in regelgeving of bij de subsidieverstrekking is aangegeven, eveneens in een
tabel overeenkomstig het model dat als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd en dragen zij er zorg voor dat deze tabel is voorzien
van een accountantsverklaring als bedoeld in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
-
j. wordt de jaarverslaggeving per instelling opgesteld als een bevoegd gezag meer dan
één instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,
een kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs
of meer dan één instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in stand houdt;
-
k. blijven ten aanzien van onderwijsinstellingen voor openbaar onderwijs zonder afgescheiden
vermogen die niet door een privaatrechtelijke rechtspersoon in stand worden gehouden
of voor onderwijsinstellingen waarvoor anderszins geen toerekening mogelijk is van
een of meer balansposten aan het belang van de instelling, de onder g bedoelde modellen
wat betreft de inrichting van de balans beperkt tot die posten waar die toerekening
wel mogelijk is;
-
l. wordt separaat aan het jaarverslag en de jaarrekening door het bevoegd gezag specifieke
informatie toegevoegd in de vorm van een aanvullende set met nader te bepalen gegevens;
-
m. is het niet toegestaan de jaarrekening op te stellen volgens de door de International
Accounting Standards Board vastgestelde en door de Europese Commissie goedgekeurde
standaarden.