Besluit tot uitgifte frequenties voor gebruik niet-landelijke commerciële radio-omroep en middengolf

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2008 t/m heden

Besluit tot uitgifte frequenties voor gebruik niet-landelijke commerciële radio-omroep en middengolf

De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Financiën;

§ 1. Inleiding

In 2003 zijn op basis van de procedure van vergelijkende toets met een financieel bod door de Minister van Economische Zaken, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vergunningen voor het gebruik van FM-frequentieruimte voor landelijke en niet-landelijke commerciële radio-omroep en voor het gebruik van AM-frequentieruimte verleend. Daarbij is aangekondigd dat voor niet-landelijke commerciële radio-omroep op termijn extra FM-frequentieruimte beschikbaar zou kunnen komen Nadat eerst verzorgingsproblemen van bestaande vergunninghouders zoveel als mogelijk zijn opgelost resteerde een lijst van 12 FM-frequenties die voor uitgifte voor niet- landelijke commerciële radio omroep beschikbaar is. Daarnaast is een vijftal AM-kavels vrijgevallen, wegens niet naleving van de vergunningvoorschriften door de vergunninghouder. Deze vergunningen zijn door de Minister van Economische Zaken ingetrokken. In paragraaf 3 is aangegeven welke kavels beschikbaar zijn gesteld.

§ 2. Uitgangspunten verdeling radiofrequenties

De verdeling van de radiofrequenties voor de niet-landelijke commerciële omroep en de middengolf zal geschieden door middel van een vergelijkende toets met een financieel bod. Bij de eerdere verdeling in 2003 is ook voor een vergelijkende toets met een financieel bod gekozen. De Telecommunicatiewet schrijft voor dat zolang er in die bestemming nog houders van vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte zijn, er bij elke volgende uitgifte van frequentieruimte voor die bestemming een vergelijkbare procedure moet worden toegepast. Wel is besloten de procedure van de vergelijkende toets met financieel bod, vanwege de kortere vergunningperiode en het beperkte aantal frequenties, te vereenvoudigen. Zo wordt van aanvragers geen bedrijfsplan gevraagd en wordt alleen getoetst op programmatisch voornemen. Daarmee blijven de administratieve lasten beperkt.

§ 3. Beschikbare frequentieruimte ten behoeve van niet-landelijke commerciële omroep en middengolf

Voor de niet-landelijke commerciële radio-omroep via FM-frequenties worden 12 kavels, genoemd in de bijlage bij dit besluit, beschikbaar gesteld (in aanvulling op de eerder verdeelde kavels B1-B26 genummerd; B27-B38). Bij brief van 29 mei 2007 (Kamerstukken II 2006/07, 24 095, nr. 211) is de Tweede Kamer geïnformeerd over het voornemen om in de tweede helft van 2007 de procedure te starten voor de uitgifte van deze kavels.

De vijf vrijgevallen kavels in de middengolf genoemd in de bijlage bij dit besluit (C4, C5, C8, C11, C12), zijn toegevoegd aan de verdeling. De Tweede Kamer is daarover bij brief van 22 maart 2007 (Kamerstukken II 2006/07, 24 095, nr. 207) geïnformeerd.

§ 4. Vergunning, verdeelmechanisme en beschikbare kavels

Voor het gebruik van frequentieruimte is op grond van artikel 3.3, eerste lid, van de Telecommunicatiewet een vergunning vereist van de Minister van Economische Zaken.

Deze vergunningen voor commerciële radio-omroep worden verleend door middel van een vergelijkende toets met financieel bod. Op grond van artikel 3.3, achtste lid, van de Telecommunicatiewet, geschiedt de uitvoering van deze procedure door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken. Daarbij zullen de door de overheid te waarborgen belangen, waaronder de verscheidenheid of variatie van het aanbod, voldoende zorg voor het programma, het naleven van het programmaformat, het te goeder trouw en integer handelen door de vergunninghouders en de pluraliteit van aanbieders, door een combinatie van toegangseisen, criteria, gebruiksbeperkingen (op grond van artikel 82f van de Mediawet jo. artikel 53c van het Mediabesluit) en vergunningvoorschriften zo goed mogelijk worden gewaarborgd.

De vergunning wordt direct na afloop van de vergelijkende toets verleend. Ten behoeve van de vergelijkende toets procedure is de frequentieruimte verdeeld in kavels. Aan het verwerven van kavels tijdens de vergelijkende toets zijn beperkingen gesteld. Een aanvrager kan kavels voor niet-landelijke radio-omroep verwerven tot en met een totaal demografisch bereik van ten hoogste 30 procent. Daarbij geldt dat een combinatie van kavels niet mogelijk is, indien het demografisch bereik van het kleinste kavel voor 35 procent of meer valt binnen het demografisch bereik van de andere kavel, dan wel, indien dit percentage lager is dan 35 procent, meer dan 100.000 inwoners binnen het demografisch bereik van beide kavels vallen. Aan de vergunning zijn voorschriften en beperkingen verbonden, die in de vergunning staan beschreven.

Om in aanmerking te komen voor een vergunning, moet een aanvraag worden ingediend. De regels inzake de aanvraag van de vergunning worden neergelegd in de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2007.

§ 5. Combinatie van kavels

Wie een vergunning heeft voor landelijke commerciële radio-omroep kan niet tevens een vergunning aanvragen voor niet-landelijke commerciële radio-omroep. Overigens is het voor een landelijke vergunninghouder commerciële radio-omroep wel mogelijk een vergunning aan te vragen voor commerciële radio-omroep via middengolffrequenties. Ook is het mogelijk een vergunning aan te vragen voor niet-landelijke commerciële radio-omroep via FM in combinatie met een vergunning voor commerciële radio-omroep via middengolffrequenties.

§ 6. Verbondenheid

Aanvragers worden in verband met de beperkingen die gelden voor het verwerven van frequentieruimte door éénzelfde instelling getoetst op onderlinge verbondenheid. Het toetsingskader dat voor die beoordeling wordt gebruikt is in een afzonderlijke mededeling nader beschreven. Deze Mededeling over toets op verbondenheid verdeling frequentieruimte commerciële radio-omroep 2007 is in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 208).

§ 7. Start procedure vergunningverlening

De aanvraag voor het verlenen van vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van commerciële radio-omroep kan met ingang van 04 december 2007, 09.00 uur worden ingediend, en wordt uiterlijk op 04 januari 2007 vóór 14.00 uur ontvangen.

De aanvraag wordt ingediend door aflevering (dus niet per openbare postbezorging) op het volgende adres:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Rijnstraat 50

2500 BJ Den Haag

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Bijlage behorende bij het besluit tot uitgifte frequenties voor gebruik niet-landelijke commerciële radio-omroep en middengolf

Tabel A. Frequentieruimte bestemd voor niet-landelijke commerciële radio-omroep via de FM

Kavel

Opstelplaats

Frequentie (Mhz)

Demografisch bereik

B27

AMELAND

89,4 MHz

0,03%

B28

ZUTPHEN

89,9 MHz

0,29%

B29

OLDENZAAL

90,0 MHz

0,20%

B30

WINTERSWIJK

94,3 MHz

0,17%

B31

CUIJK

95,3 MHz

0,13%

B32

LICHTENVOORDE

95,7 MHz

0,10%

B33

DEN HELDER

96,0 MHz

0,33%

B34

STADSKANAAL

96,0 MHz

0,13%

B35

HEERENVEEN

97,3 MHz

0,30%

B36

AMERSFOORT

99,5 MHz

0,58%

B37

APPINGEDAM

103,6 MHz

0,22%

B38

KAATSHEUVEL

104,3 MHz

0,07%

Tabel B. Frequentieruimte bestemd voor commerciële radio-omroep middengolf

Kavel

Opstelplaats

Frequentie (khz)

Demografisch bereik

     

Dag

Nacht

C4

HEINENOORD

828 kHz

61,1%

1,3%

C5

ALMERE

1224 kHz

48,8%

3,2%

C8

ECHT

1035 kHz

5,8%

0,4%

C11

DEN HAAG

1485 kHz

12,9%

1,2%

TILBURG

3,0%

0,8%

C12

AMSTERDAM

1557 kHz

13,7%

0,1%

Het demografisch bereik is afgeleid van computervoorspellingen van de verzorgingsgebieden en is gebaseerd op een door de Staat toegepast theoretisch planningsmodel. Het is een indicatie waar geen rechten aan ontleend kunnen worden. De daadwerkelijke omvang van de verzorgingsgebieden is mede afhankelijk van de mate waarin vergunninghouders en operators tot optimale technische implementatie komen en eventuele veranderingen in de binnenlandse en buitenlandse situatie. Meer informatie hierover en gedetailleerde kavelbeschrijvingen staan op internet: http://www.agentschap-telecom.nl (via frequenties > omroep > restfrequenties NLCO)

De verantwoordelijkheid voor de technische implementatie - inclusief de noodzakelijke vergunningen op grond van andere wetten - ligt bij de vergunninghouders. De Staat is dan ook niet aansprakelijk voor de implementatie en het om welke reden dan ook niet halen van het demografisch bereik.

Naar boven