Regeling verplichte afkoop voorzieningen particuliere huurwoningen 2007

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-11-2007 t/m heden

Regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 21 oktober 2007, nr. DJZ2007096818, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, houdende regels terzake van verplichte afkoop van jaarlijkse bijdragen, die krachtens de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan particuliere huurwoningen 1985 zijn toegekend aan gemeenten (Regeling verplichte afkoop voorzieningen particuliere huurwoningen 2007)

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Invoeringsbesluit Wet stedelijke vernieuwing;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepaling

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. gemeente: gemeente jegens wie een verbintenis bestaat;

  • b. Minister: Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;

  • c. PHW: Regeling geldelijke steun voorzieningen aan particuliere huurwoningen 1985, zoals die regeling luidde op 31 december 1986;

  • d. verbintenis: verbintenis die voortvloeit uit de PHW;

  • e. verhuurverklaring: formulier, inhoudende de gegevens op grond waarvan wordt bepaald of een bijdrage kan worden toegekend op grond van de PHW.

Paragraaf 2. Aangepaste regels voor toekenning van nog openstaande bedragen met een vervaldatum voor 1 november 2007

Artikel 2

  • 1 Indien er jegens een gemeente op grond van een verbintenis nog een bedrag openstaat met een vervaldatum in de periode van 1 november 2006 tot 1 november 2007, en er jegens die gemeente een beschikking is genomen op grond van de PHW voor de periode 1 november 2005 tot 1 november 2006, kent de Minister dat bedrag toe.

  • 2 Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend op grond van de PHW, uitgaande van de beschikking, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De Minister kent aan een gemeente bij een beschikking het totaal aan bedragen toe dat op grond van het eerste lid kan worden toegekend. Het toegekende bedrag wordt uiterlijk op 31 december 2007 uitbetaald.

Artikel 3

  • 1 Indien er jegens een gemeente op grond van een verbintenis nog een bedrag openstaat met een vervaldatum in de periode voorafgaand aan 1 november 2006 kan de gemeente tot 1 november 2007 aan de Minister doen toekomen de verhuurverklaring aangaande de desbetreffende woning of de desbetreffende woningen of in plaats daarvan een document, waarin burgemeester en wethouders verklaren dat de desbetreffende woning of de desbetreffende woningen naar hun beste weten gedurende de desbetreffende periode als huurwoning in gebruik was of waren.

  • 2 De Minister kent na ontvangst van een stuk als bedoeld in het eerste lid elk nog openstaand bedrag, bedoeld in het eerste lid, toe.

  • 3 Het krachtens het tweede lid toe te kennen bedrag wordt berekend op grond van de PHW, uitgaande van de laatste beschikking die is gebaseerd op een ontvangen verhuurverklaring.

  • 4 De Minister kent aan een gemeente bij een beschikking het totaal aan bedragen toe dat op grond van het tweede lid kan worden toegekend. Het toegekende bedrag wordt uiterlijk op 31 december 2007 uitbetaald.

  • 5 Indien van een gemeente als bedoeld in het eerste lid op 1 november 2007 geen stuk is ontvangen als bedoeld in het eerste lid, neemt de Minister een besluit inhoudende dat de gemeente geen aanspraken meer kan doen gelden jegens het Rijk op grond van die verbintenis.

Paragraaf 3. Subsidie ter beëindiging van verbintenissen van het Rijk jegens gemeenten die voortvloeien uit de PHW

Artikel 4

  • 1 De Minister stelt bij beschikking het totaalbedrag vast, waartegen aanspraken op grond van verbintenissen jegens een gemeente met een vervaldatum vanaf 1 november 2007 worden afgekocht.

  • 2 De Minister voegt bij de beschikking een totaaloverzicht van de verbintenissen, bedoeld in het eerste lid, en de daarbij behorende afkoopbedragen.

Artikel 5

  • 1 Het subsidiebedrag per verbintenis van het Rijk jegens een gemeente wordt overeenkomstig het tweede tot en met het vierde lid vastgesteld.

  • 2 Voor elk jaar van de nog resterende looptijd van de verbintenis wordt het bedrag aan geldelijke steun, dat het Rijk op grond van die verbintenis aan de gemeente verschuldigd is, contant gemaakt door middel van deling van dat bedrag door (1 + i)n. Hierbij is ‘i’ de disconteringsvoet en ‘n’ het aantal jaren vanaf de eerste vervaldatum van een bedrag aan geldelijke steun na 31 oktober 2007 tot aan de laatste vervaldatum.

  • 3 De overeenkomstig het tweede lid berekende bedragen worden gesommeerd. Het resultaat wordt contant gemaakt naar 31 oktober 2007 door deling door (1 + i*m), waarbij ‘i’ de disconteringsvoet is en ‘m’ de periode vanaf 31 oktober 2007 tot aan de eerste vervaldatum van geldelijke steun, herleid tot een gedeelte van een heel jaar.

  • 4 Het overeenkomstig het derde lid berekende bedrag wordt vermeerderd met een rente van 4,00% per jaar, te rekenen vanaf 1 november 2007 tot en met 30 december 2007.

Artikel 6

  • 1 Voor de toepassing van artikel 5 wordt uitgegaan van maanden van dertig dagen en van een jaar van 360 dagen.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 5, tweede lid, wordt de door de PHW voorgeschreven korting op de jaarlijkse bijdrage in verband met de jaarlijkse stijging van de huurprijs gesteld op 1,10% voor de peildata 1 juli 2008 en 1 juli 2009 en op 3,20% voor alle resterende jaren.

Artikel 7

  • 1 Het bedrag van de eenmalige subsidie aan de gemeente komt overeen met het totaal aan subsidiebedragen, bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 2 De vaststelling van de eenmalige subsidie heeft tot gevolg dat:

    • a. een verbintenis van het Rijk jegens de gemeente uit hoofde van geldelijke steun, die is verleend krachtens de PHW, teniet gaat voorzover deze betrekking heeft op het tijdvak vanaf 1 november 2007;

    • b. aanspraken van het Rijk op de gemeente als gevolg van herziening van beschikkingen op grond van de PHW vervallen;

    • c. aanspraken van de gemeente op het Rijk als gevolg van herziening van beschikkingen op grond van de PHW vervallen.

Artikel 8

Na de beschikking tot subsidievaststelling wordt het subsidiebedrag uiterlijk op 31 december 2007 uitbetaald.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 oktober 2007

De

Minister

voor Wonen, Wijken en Integratie,

C.P. Vogelaar

Naar boven