Instellingsbesluit Commissie Nationaal Plan Toekomst Geesteswetenschappen

[Regeling vervallen per 01-11-2008.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 12-06-2008 t/m 31-10-2008

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 oktober 2007, nr. OWB/WG/2007/36103, houdende de instelling van de Commissie Nationaal Plan Toekomst Geesteswetenschappen (Instellingsbesluit Commissie Nationaal Plan Toekomst Geesteswetenschappen)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • b. commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. Instelling en taak

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

  • 1 Er is een Commissie Nationaal Plan Toekomst Geesteswetenschappen.

  • 2 De commissie heeft tot taak het opstellen van een nationaal plan waarin de waarde en positie van de geesteswetenschappen in Nederland, mede in internationaal perspectief, beschreven worden. Daarmee wordt ook een referentiekader geboden voor (bestuurlijke) beslissingen op landelijk, instellings- en facultair niveau ten aanzien van duurzame en hoogwaardige beoefening van de geesteswetenschappen. De commissie houdt hierbij rekening met het beleidsprogramma van het kabinet en de komende strategische agenda voor hoger onderwijs en wetenschap.

Artikel 3. Instellingsduur

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

De commissie wordt ingesteld met ingang van 1 september 2007 en wordt opgeheven per 1 november 2008.

Artikel 4. Informatieplicht

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

De commissie verstrekt aan de Minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.

Artikel 5. Leden

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

  • 1 Tot leden van de commissie worden benoemd:

    • a. Mw. drs. A.M. Bos

    • b. Mr. dr. M.J. Cohen, tevens voorzitter

    • c. Mw. prof. dr. G.L.J.M. Laureys

    • d. Dr. S.J. Noorda

    • e. Prof. dr. F. van Oostrom

    • f. Prof. dr. P. Schnabel

  • 2 De commissie wordt bijgestaan door een secretaris en zo nodig een of meer deskundigen. De secretaris en eventuele deskundigen worden aangewezen door de Minister. De secretaris en deskundigen zijn geen lid van de commissie.

  • 3 De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de Minister een ander lid benoemen.

Artikel 6. Werkwijze

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is, waaronder, op persoonlijke titel, ambtelijke deskundigen.

Artikel 7. Eindrapport

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

De commissie brengt vóór 1 oktober 2008 haar eindrapport met het nationale plan, vergezeld van een deugdelijke motivering, uit aan de Minister.

Artikel 8. Vergoeding

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

  • 1 De voorzitter en andere leden van de commissie, voor zover geen ambtenaar, ontvangen per vergadering een vergoeding op basis van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen, waarbij de commissie als algemene commissie in de zin van het Vacatiegeldenbesluit 1988 wordt aangemerkt. De vergoeding bedraagt het maximum dat geldt voor een algemene commissie.

Artikel 9. Kosten van de commissie

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

  • 1 De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de Minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor vergaderingen en voor secretariële ondersteuning,

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek, en

    • c. de kosten voor publicatie van rapportages.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting en een planning aan de Minister aan.

Artikel 10. Verantwoording

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

  • 1 De commissie biedt de Minister vóór 1 november 2008 een eindverslag aan waarin verslag wordt gedaan over de activiteiten in de periode waarin de commissie werkzaam is geweest. Dit eindverslag kan deel uitmaken van het eindrapport van de commissie.

  • 2 Bij het eindverslag legt de commissie rekening en verantwoording af.

Artikel 11. Geheimhouding

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

Een ieder die betrokken is geweest bij de werkzaamheden van de commissie en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 12. Openbaarmaking

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

Rapporten, notities, verslagen en andere producten welke door of namens de commissie worden vervaardigd, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht.

Artikel 13. Archiefbescheiden

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 14. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2007.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 november 2008.

Artikel 15. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-11-2008]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Nationaal Plan Toekomst Geesteswetenschappen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven