Tijdelijk besluit mediaconcentraties

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 13-06-2007 t/m 31-12-2010

Besluit van 29 mei 2007, houdende regels betreffende vaststelling gebruikersmarkten en gebruikersmarktaandelen voor dagbladen, televisieomroep en radio-omroep (Tijdelijk besluit mediaconcentraties)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 november 2006, nr. MLB/JZ/2006/42.276;

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke wet mediaconcentraties;

De Raad van State gehoord (advies van 7 december 2006, no. W05.06.0470/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2007, nr. WJZ/2007/17757 (8211), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 1. : Gebruikersmarkt voor dagbladen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a. gebruikersmarkt voor dagbladen: het getal dat op basis van een inventariserend onderzoek de over vier aaneengesloten kwartalen opgetelde gemiddelde oplageverspreiding van alle dagbladen die bestemd zijn voor het publiek in Nederland weergeeft;

  • b. gemiddelde oplageverspreiding: de in een kwartaal totaal verspreide oplage van een dagblad gedeeld door het totaal aantal keren dat het betreffende dagblad in dat kwartaal is verschenen;

  • c. gebruikersmarktaandeel voor dagbladen: het procentuele aandeel in de gebruikersmarkt voor dagbladen van de door de bij een mediaconcentratie betrokken ondernemingen uitgegeven dagbladen bestemd voor het publiek in Nederland.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Het inventariserend onderzoek als bedoeld in artikel 1, onder a, dient in ieder geval:

  • a. de gemiddelde oplageverspreiding per kwartaal te bevatten van:

    • 1°. de door de bij een mediaconcentratie betrokken ondernemingen uitgegeven dagbladen bestemd voor het publiek in Nederland;

    • 2°. alle andere dan onder 1° bedoelde dagbladen bestemd voor het publiek in Nederland;

  • b. voldoende waarborgen te bevatten om de onder a bedoelde opgave bij gerede twijfel op juistheid te kunnen controleren;

  • c. voor de onder a bedoelde opgave gebaseerd te zijn op informatie verstrekt door de uitgevers van de onder a bedoelde dagbladen;

  • d. niet eerder te eindigen dan zes maanden voor de dag waarop de mediaconcentratie is gemeld bij de raad van bestuur.

Paragraaf 2. : Gebruikersmarkt voor televisieprogramma’s

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a. gebruikersmarkt voor televisieprogramma’s: het getal dat op basis van onderzoek representatief voor alle personen van zes jaar en ouder met woon- of verblijfplaats in Nederland de voor een heel jaar opgetelde kijktijd onder deze populatie voor alle in Nederland te ontvangen televisieprogramma’s weergeeft;

  • b. kijktijd: de totale tijd, uitgedrukt in minuten, die een persoon in een tijdvak van vierentwintig uur naar één of meer televisieprogramma’s heeft gekeken;

  • c. gebruikersmarktaandeel voor televisieprogramma’s: het procentuele aandeel in de gebruikersmarkt voor televisieprogramma’s van de door de bij een mediaconcentratie betrokken ondernemingen uitgezonden en voor het publiek in Nederland bestemde televisieprogramma’s.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Het representatief onderzoek als bedoeld in artikel 3, onder a, dient in ieder geval:

  • a. een wetenschappelijk te verantwoorden opgave te bevatten van het aantal personen van zes jaar en ouder met woon- of verblijfplaats in Nederland;

  • b. een wetenschappelijk te verantwoorden en representatieve verdeling te bevatten van de onder a gedefinieerde populatie naar achtergrondkenmerken die van wezenlijke invloed zijn op de kijktijd van personen naar televisieprogramma’s;

  • c. te worden uitgevoerd onder een onderzoekspopulatie van zodanige omvang en samenstelling dat het wetenschappelijk verantwoord is op basis daarvan de representativiteit voor de gehele onder a bedoelde populatie te berekenen;

  • d. de verdeling van de tot de onder c bedoelde onderzoekspopulatie behorende personen over de onder b bedoelde achtergrondkenmerken te bevatten;

  • e. de onder d bedoelde verdeling te corrigeren door middel van het toekennen van wegingsfactoren aan de over verschillende groepen personen verdeelde achtergrondkenmerken binnen de onderzoekspopulatie op zodanige wijze dat die verdeling daardoor overeenstemt met de verdelingsverhoudingen van de onder b bedoelde verdeling;

  • f. gedurende een heel jaar de totale kijktijd van de onder c bedoelde onderzoekspopulatie te meten naar:

    • 1°. de door de bij een mediaconcentratie betrokken ondernemingen uitgezonden en voor het publiek in Nederland bestemde televisieprogramma’s;

    • 2°. alle andere dan de onder 1° bedoelde in Nederland te ontvangen televisieprogramma’s;

  • g. niet eerder te eindigen dan twee maanden voor de dag waarop de mediaconcentratie is gemeld bij de raad van bestuur.

Paragraaf 3. : Gebruikersmarkt voor radioprogramma’s

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a. gebruikersmarkt voor radioprogramma’s: het getal dat op basis van representatief onderzoek onder alle personen van tien jaar en ouder met woon- of verblijfplaats in Nederland de voor een heel jaar opgetelde luistertijd van deze populatie voor alle in Nederland te ontvangen radioprogramma’s weergeeft;

  • b. luistertijd: de som van het aantal kwartieren dat een persoon in een tijdvak van vierentwintig uur naar één of meer radioprogramma’s heeft geluisterd en in ieder van die kwartieren ten minste acht minuten heeft geluisterd;

  • c. gebruikersmarktaandeel voor radioprogramma’s: het procentuele aandeel in de gebruikersmarkt voor radioprogramma’s van de door de bij een mediaconcentratie betrokken ondernemingen uitgezonden en voor het publiek in Nederland bestemde radioprogramma’s.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Het representatief onderzoek als bedoeld in artikel 5 onder a, dient in ieder geval:

  • a. een wetenschappelijk te verantwoorden opgave te bevatten van het aantal personen van tien jaar en ouder met woon- of verblijfplaats in Nederland;

  • b. een wetenschappelijk te verantwoorden en representatieve verdeling te bevatten van de onder a gedefinieerde populatie naar achtergrondkenmerken die van wezenlijke invloed zijn op de luistertijd van personen naar radioprogramma’s;

  • c. te worden uitgevoerd onder een onderzoekspopulatie van zodanige omvang en samenstelling dat het wetenschappelijk verantwoord is op basis daarvan de representativiteit voor de gehele onder a bedoelde populatie te berekenen;

  • d. de verdeling van de tot de onder c bedoelde onderzoekspopulatie behorende personen over de onder b bedoelde achtergrondkenmerken te bevatten;

  • e. de onder d bedoelde verdeling te corrigeren door middel van het toekennen van wegingsfactoren aan de over verschillende groepen personen verdeelde achtergrondkenmerken binnen de onderzoekspopulatie op zodanige wijze dat die verdeling daardoor overeenstemt met de verdelingsverhoudingen van de onder b bedoelde verdeling;

  • f. gedurende een heel jaar de totale luistertijd van de onder c bedoelde onderzoekspopulatie te meten naar:

    • 1°. de door de bij een mediaconcentratie betrokken ondernemingen uitgezonden en voor het publiek in Nederland bestemde radioprogramma’s;

    • 2°. alle andere dan de onder 1° bedoelde in Nederland te ontvangen radioprogramma’s;

  • g. niet eerder te eindigen dan twee maanden voor de dag waarop de mediaconcentratie is gemeld bij de raad van bestuur.

Paragraaf 5. : Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Indien het bij koninklijke boodschap van 28 september 2006 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van tijdelijke regels voor mediaconcentraties (Tijdelijke wet mediaconcentraties) (Kamerstukken II, 2006/07, 30 921) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit mediaconcentraties.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 mei 2007

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Uitgegeven de twaalfde juni 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven