Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2007

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2009 en zichtdatum 06-01-2010.
Geldend van 01-10-2009 t/m 05-01-2010

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 mei 2007, nr. 2007/2403A, Inspectie Werk en Inkomen, houdende de toedeling van taken en de doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de onder de inspecteur-generaal ressorterende functionarissen van de Inspectie Werk en Inkomen (Organisatie- mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2007)

Hoofdstuk 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 1. Begrippen

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Organisatie

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 2. Organisatie Inspectie

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De Inspectie Werk en Inkomen bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

  • a. het hierna genoemde organisatieonderdeel dat rechtstreeks ressorteert onder de inspecteur-generaal:

    • 1°. de stafafdeling Strategie & Communicatie;

  • b. de hierna genoemde organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de directeur Toezicht gemeenten:

    • 1°. de Directie toezicht gemeenten, bestaande uit:

      • de afdelingen Toezicht WWB 1 en Toezicht WWB 2, en

      • de afdeling Toezicht WSW, Wet kinderopvang, Monitoring & Integraal Toezicht Jeugdzaken,

    • 2°. de stafafdeling Concern Control, en

    • 3°. de stafafdeling Juridische Zaken;

  • c. het hierna genoemde organisatieonderdeel dat rechtstreeks ressorteert onder het hoofd van de afdeling Concern Control:

    • 1°. het Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement;

  • d. de hierna genoemde organisatieonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de directeur Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen:

    • 1°. de Directie Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen, bestaande uit:

      • de afdeling Toezicht BKWI/IB;

      • de afdeling Toezicht CWI/SVB;

      • de afdeling Toezicht overige bestuursorganen;

      • de afdeling Toezicht UWV/ Uitkering, Keten & Organisatie;

      • de afdeling Toezicht UWV/ Activering, Cliënt & Verantwoording.

Hoofdstuk 3. Verantwoordelijkheden

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

§ 3.1. Verantwoordelijkheden directeuren en hoofden

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 3. Verantwoordelijkheden directeuren

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Elk van de directeuren is verantwoordelijk voor:

  • a. het leiding geven aan de eigen directie;

  • b. het coördineren van het toezicht op de uitvoering van de sociale verzekeringen en voorzieningen, en op de werking van het stelsel daarvan, en van andere taken, bedoeld in artikel 37, onderdeel d, en artikel 39, tweede lid, van de wet, in samenspraak met de inspecteur-generaal en de andere directeur;

  • c. het door tussenkomst van de inspecteur-generaal adviseren van bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de eigen directie en het hen attenderen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten daarvan;

  • d. het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, binnen door de inspecteur-generaal vastgestelde kaders, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de eigen directie;

  • e. de personeelsaangelegenheden van de eigen directie en de onder hem ressorterende stafafdelingen, met inbegrip van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, van de onder elk van hen ressorterende functionarissen, voor zover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal of de inspecteur-generaal;

  • f. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

  • g. het uitvoeren van het jaarplan van de Inspectie voor wat betreft de eigen directie;

  • h. het rapporteren en het afleggen van verantwoording over de uitvoering van het jaarplan van de Inspectie aan de inspecteur-generaal voor wat betreft de eigen directie;

  • i. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hen ressorterende functionarissen;

  • j. het materieel beheer overeenkomstig de Regeling materieelbeheer rijksoverheid 2006 en de Regeling materieelbeheer museale voorwerpen.

Artikel 4. Overige verantwoordelijkheden directeur Toezicht gemeenten

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De directeur Toezicht gemeenten is tevens verantwoordelijk voor:

  • a. het leiding geven aan de stafafdelingen Concern Control en Juridische Zaken;

  • b. het zorgdragen voor een betrouwbare, effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, binnen door de inspecteur-generaal vastgestelde kaders, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de Inspectie;

  • c. het personeelsbeleid van de Inspectie, met inbegrip van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, voor zover dit niet is voorbehouden aan de plaatsvervangend secretaris-generaal of de inspecteur-generaal;

  • d. de personeelsaangelegenheden van functionarissen die niet meer onder de inspecteur-generaal ressorteren en ten aanzien van wie geen andere functionaris binnen het Ministerie (meer) kan worden aangewezen, maar die op 31 december 2002 of later onder de inspecteur-generaal ressorteerden;

  • e. de werkgeversverplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden ten aanzien van de Inspectie, voor zover het niet gaat om centraal georganiseerde werkgeversverplichtingen als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, onder b, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;

  • f. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging van de Inspectie;

  • g. de deskundigheidsbevordering en het kwaliteitsmanagement bij de Inspectie;

  • h. het informatiebeleid en de informatisering van toezichtprocessen en ondersteunende processen;

  • i. de juridische en wetstechnische ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoering van het toezicht;

  • j. de coördinatie en uitvoering van de toezichtbaarheidstoetsen, bedoeld in artikel 41 van de wet;

  • k. het fungeren als coördinatie- en aanspreekpunt voor de Inspectie inzake juridische aangelegenheden;

  • l. de inbreng van juridische expertise ten behoeve van de bedrijfsvoering;

  • m. het rapporteren en het afleggen van verantwoording aan de inspecteur-generaal over de uitvoering van het jaarplan en het meerjarenplan van de Inspectie voor wat betreft de onder hem ressorterende stafafdelingen.

Artikel 5. Verantwoordelijkheden afdelingshoofden

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

  • 1 Elk van de hoofden van een afdeling is verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

    • a. het leiding geven aan de eigen afdeling;

    • b. het leveren van een bijdrage aan het opstellen van het jaarplan en meerjarenplan van de Inspectie;

    • c. het uitvoeren van het jaarplan van de Inspectie voor wat betreft de eigen afdeling;

    • d. het ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en aanpassen van relatiebeheer in relatie tot het hem betreffende domein van toezicht of aandachtsgebied en van hieruit bijdragen aan het relatiebeheer van de Inspectie;

    • e. het rapporteren en het afleggen van verantwoording aan de directeur over de uitvoering van het jaarplan van de Inspectie voor wat betreft de eigen afdeling;

    • f. het doen van voorstellen met betrekking tot het aantrekken en ontslaan van personeel.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel e, geldt voor het hoofd van de afdeling Strategie & Communicatie dat wordt gerapporteerd en verantwoording wordt afgelegd aan de inspecteur-generaal.

Artikel 6. Verantwoordelijkheden hoofd Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op het hoofd Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement, met dien verstande dat hij rapporteert en verantwoording aflegt aan het hoofd van de afdeling Concern Control.

§ 3.2. Verantwoordelijkheden stafafdeling Concern Control, Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement, stafafdeling Juridische Zaken en stafafdeling Strategie & Communicatie

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 7. Verantwoordelijkheden stafafdeling Concern Control

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De stafafdeling Concern Control is verantwoordelijk voor:

  • a. de voorbereiding en uitvoering van, de verantwoording over, en de evaluatie van de planning- en controlcyclus op gebied van middelenbeheer, omvattend personeel, informatie, organisatie, financiën, administratie, huisvesting en kennis, alsmede de ontwikkeling en uitvoering van beleid op dat gebied, dat mede facilitymanagement en documentaire informatievoorziening omvat;

  • b. de advisering over het blijvend voldoen aan de vereisten voor de status van baten-lastendienst;

  • c. de advisering over en ondersteuning bij de uitvoering van het middelenbeheer, met inbegrip van het leveren van managementinformatie daarover;

  • d. adviseren over en beheren van het managementcontrolsysteem van de Inspectie, waaronder het beheren en uitvoeren van de planning- en controlcyclus van toezichtactiviteiten;

  • e. het kennismanagement, waaronder het opstellen van een opleidingsplan;

  • f. het kwaliteitsmanagement;

  • g. het beheer van administratieve systemen;

  • h. de verzorging van administraties, waaronder de klachtenadministratie, en daarbij behorende producten;

  • i. de verzorging van de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de personeelsaangelegenheden van de Inspectie, voor zover deze niet is opgedragen aan andere onderdelen van het Ministerie, zoals de directie Bedrijfsvoering;

  • j. beleidsontwikkeling met betrekking tot informatievoorziening en informatisering en het opstellen van informatiseringsplannen;

  • k. de systeemontwikkeling, de data-acquisitie en het gegevensbeheer;

  • l. het voorbereiden, beheren en evalueren van dienstverleningsovereenkomsten over diensten die worden afgenomen van de directie Bedrijfsvoering van het Ministerie en van andere dienstverleners;

  • m. het beheren, evalueren en zonodig herzien van de afspraken met de directie Communicatie van het Ministerie over de bibliotheekdienstverlening;

  • n. de verzorging van het ambtelijk secretariaat van de ondernemingsraad.

Artikel 8. Verantwoordelijkheden Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Het Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement is verantwoordelijk voor:

  • a. het adviseren van het management ten aanzien van vraagstukken op het gebied van documentaire informatievoorziening en bij de ontwikkeling, uitbouw en implementatie van eigentijdse toepassingen op het vakgebied;

  • b. het bevorderen van de toegankelijkheid, vindbaarheid en benaderbaarheid van kwalitatieve informatie in fysieke en digitale vorm door middel van eigentijdse toepassingen ten behoeve van het verwerven, opslaan, ontsluiten en ter beschikking stellen van kwalitatieve informatie;

  • c. het verlenen van gebruiksondersteuning aan medewerkers van de Inspectie op het gebied van documentaire informatievoorziening;

  • d. de advisering over en ontwikkeling van beleid en plannen met betrekking tot algemene facilitaire voorzieningen;

  • e. de verzorging van de huisvesting van de Inspectie en overige facilitaire voorzieningen en het daaraan verbonden budget- en overig beheer.

Artikel 9. Verantwoordelijkheden stafafdeling Juridische Zaken

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De stafafdeling Juridische Zaken is ten behoeve van de gehele Inspectie verantwoordelijk voor:

  • a. de juridische en wetstechnische ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoering van het toezicht;

  • b. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • c. de coördinatie en uitvoering van de toezichtbaarheidstoetsen, bedoeld in artikel 41 van de wet;

  • d. het beheren en onderhouden van een wettendocumentatiesysteem en de verzorging van interne kennisoverdracht;

  • e. het fungeren als coördinatie- en aanspreekpunt voor de Inspectie inzake juridische aangelegenheden;

  • f. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie;

  • g. de inbreng van juridische expertise ten behoeve van de bedrijfsvoering.

Artikel 10. Verantwoordelijkheden stafafdeling Strategie & Communicatie

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De stafafdeling Strategie & Communicatie is verantwoordelijk voor:

  • a. de strategie- en beleidsontwikkeling op het terrein van de Inspectie, waaronder het formuleren van uitgangspunten en doelen voor veranderingen die binnen de Inspectie nodig zijn om de gemaakte keuzen te realiseren;

  • b. de totstandkoming van de programmering van de toezichtactiviteiten van de Inspectie, in het bijzonder de jaarplannen en meerjarenplannen van de Inspectie;

  • c. het relatiebeheer van de Inspectie;

  • d. het ontwikkelen en verzorgen van de in- en externe communicatie, met inbegrip van persvoorlichting;

  • e. de afstemming van de externe communicatie met de directie Communicatie van het Ministerie.

§ 3.3. Verantwoordelijkheden directie Toezicht gemeenten

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 11. Verantwoordelijkheden directie Toezicht gemeenten

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De directie Toezicht gemeenten is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering door gemeenten van de WWB, het Bbz, de IOAW en de IOAZ en op de doeltreffendheid van die wet- en regelgeving, zoals bedoeld in artikel 37, onderdeel b, onder 1° en 2°, van de wet;

  • b. het houden van toezicht op de rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering door gemeenten van de WSW en de Wwik en de doeltreffendheid van die wetten;

  • c. het ontwikkelen en uitvoeren van het bij de Inspectie belegde deel van het project Integraal Toezicht Jeugdzaken van de daarin samenwerkende rijksinspecties;

  • d. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering, bedoeld in de onderdelen a en b, en over de werkzaamheden, bedoeld in onderdeel c;

  • e. het opstellen van een oordeel over mogelijke risico’s voor de kwaliteit van de uitvoering, bedoeld in de onderdelen a, b en c;

  • f. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming door het Ministerie;

  • g. het relatiebeheer met de uitvoerende instanties binnen het gemeentelijk domein en hun vertegenwoordigende organisaties, en met de instanties, bedoeld in onderdeel c.

Artikel 12. Verantwoordelijkheden afdelingen Toezicht WWB 1 en Toezicht WWB 2

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De afdelingen Toezicht WWB 1 en Toezicht WWB 2 zijn verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering door gemeenten van de WWB en de doeltreffendheid van die wet;

  • b. het rapporteren in gevallen van mogelijk ernstige tekortkomingen als bedoeld in artikel 76, derde lid, van de WWB;

  • c. het rapporteren in gevallen dat een gemeente op grond van artikel 74, eerste lid, van de WWB een aanvullende uitkering heeft aangevraagd;

  • d. het rapporteren per gemeente, dan wel samenwerkingsverband van gemeenten, over de rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering door gemeenten van de overige wet- en regelgeving, genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, en de Wwik;

  • e. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • f. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel 13. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht WSW, Wet kinderopvang, Monitoring & Integraal Toezicht Jeugdzaken

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De afdeling Toezicht WSW, Wet kinderopvang, Monitoring &Integraal Toezicht Jeugdzaken is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering door gemeenten van de WSW en de doeltreffendheid van die wet;

  • b. et ontwikkelen en uitvoeren van het bij de Inspectie belegde deel van het project Integraal Toezicht Jeugdzaken van de daarin samenwerkende rijksinspecties;

  • c. de monitoring van de uitvoering door gemeenten van de wet- en regelgeving, genoemd in artikel 1, onderdelen n tot en met s;

  • d. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • e. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

§ 3.4. Verantwoordelijkheden directie Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 14. Verantwoordelijkheden directie Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De directie Toezicht zbo’s en overige bestuursorganen is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI, de SVB en het UWV;

  • b. het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door het BKWI en het IB;

  • c. het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door de RWI;

  • d. het houden van toezicht op de SER, de AFM, DNB, het CTB en cki’s, voor zover dit toezicht is opgedragen aan de Minister;

  • e. het uitvoeren van onderzoek naar instellingen die bij de Minister een aanwijzing tot cki op een werkveld hebben aangevraagd;

  • f. het rapporteren over de resultaten en de kwaliteit van de uitvoering en over mogelijke risico’s voor de kwaliteit van de uitvoering en de uitvoeringsorganisaties, genoemd in onderdelen a tot en met c, en over de uitkomsten van het toezicht, bedoeld in de onderdelen d en e;

  • g. het relatiebeheer met de instanties, genoemd in de onderdelen a tot en met e;

  • h. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming door het Ministerie.

Artikel 15. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht BKWI/IB

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Het hoofd van de afdeling Toezicht BKWI/IB is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het BKWI en het IB;

  • b. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het BKWI en het IB;

  • c. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel 16. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht CWI/ SVB

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De afdeling Toezicht CWI/SVB is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI en de SVB;

  • b. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI en de SVB;

  • c. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d. de coördinatie en afstemming binnen de Inspectie aangaande het toezicht op de samenwerking van de CWI, het UWV en de SVB met elkaar en met burgemeesters en wethouders van de gemeenten, bedoeld in artikel 37, onderdeel c, van de wet;

  • e. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel 17. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht overige bestuursorganen

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De afdeling Toezicht overige bestuursorganen is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door de RWI;

  • b. het uitoefenen van het toezicht op de AFM en DNB, zoals bedoeld in artikel 149 van de Pensioenwet en artikel 70 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, alsmede het uitoefenen van het toezicht op DNB, zoals bedoeld in artikel 17 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

  • c. het houden van toezicht op de SER, het CTB en cki’s, voor zover dit toezicht is opgedragen aan de Minister;

  • d. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de RWI, de AFM, DNB, de SER, het CTB en cki’s;

  • e. het uitvoeren van onderzoek naar instellingen die bij de Minister een aanwijzing tot cki op een werkveld hebben aangevraagd;

  • f. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • g. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel 18. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht UWV/Uitkering, Keten & Organisatie

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De afdeling Toezicht UWV/Uitkering, Keten & Organisatie is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV voor wat betreft:

    • 1°. de distribuerende processen,

    • 2°. de samenwerking en gegevensuitwisseling met Suwinet-partijen en andere instanties en de daarbij gebruikte ICT,

    • 3°. de kwaliteit van de informatiehuishouding,

    • 4°. de handhaving,

    • 5°. de algemene en de aan de onder 2° tot en met 4° genoemde onderwerpen gerelateerde ketenaspecten van de keten van werk en inkomen,

    • 6°. de organisatie van het UWV;

  • b. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV, bedoeld in onderdeel a;

  • c. het integrale relatiebeheer ten aanzien van het UWV;

  • d. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • e. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Artikel 19. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht UWV/ Activering, Cliënt & Verantwoording

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

De afdeling Toezicht UWV/Activering, Cliënt & Verantwoording is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV voor wat betreft:

    • 1°. preventie-, activerings- en re-integratietaken,

    • 2°. het sociaal-medisch handelen,

    • 3°. de klant/burgeroriëntatie, alsmede

    • 4°. de verantwoordingen aan de Minister;

  • b. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV, bedoeld in onderdeel a;

  • c. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het Ministerie.

Hoofdstuk 4. Bevoegdheden

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 20. Bevoegdheden directeuren

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Elk van de directeuren is bevoegd om namens een bewindspersoon dan wel de inspecteur-generaal besluiten te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van zijn directie en de onder hem ressorterende stafafdelingen, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of de inspecteur-generaal.

  • 2 De bevoegdheden van de directeuren, bedoeld in het eerste lid, omvatten in elk geval mandaat en machtiging ten aanzien van:

  • 3 De in het eerste lid bedoelde bevoegdheden van de directeur Toezicht gemeenten omvatten mede mandaat, volmacht en machtiging ten aanzien van:

  • 4 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is beperkt tot overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 20.000,– per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde per overeenkomst van ten hoogste de laagste drempel voor aanbesteding conform de Europese aanbestedingsrichtlijnen:

    • a. overeenkomsten die voortvloeien uit het jaarplan van de Inspectie;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van de medewerkers van de directie, voor zover deze voortvloeien uit een door de inspecteur-generaal vastgesteld opleidingsplan;

    • c. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2010, 63, datum inwerkingtreding 06-01-2010, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2009.

3 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid omvat voorts de bevoegdheid tot het nemen van dwangsombesluiten die verband houden met het niet tijdig afdoen van een besluit, voor zover dit betrekking heeft op hun eigen verantwoordelijkheden.

4 De in het eerste lid bedoelde bevoegdheden van de directeur Toezicht gemeenten omvatten mede mandaat, volmacht en machtiging ten aanzien van:

5 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is beperkt tot overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 20.000,– per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde per overeenkomst van ten hoogste de laagste drempel voor aanbesteding conform de Europese aanbestedingsrichtlijnen:

  • a. overeenkomsten die voortvloeien uit het jaarplan van de Inspectie;

  • b. overeenkomsten voor het opleiden van de medewerkers van de directie, voor zover deze voortvloeien uit een door de inspecteur-generaal vastgesteld opleidingsplan;

  • c. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht.

Artikel 21. Bevoegdheden afdelingshoofden en hoofd Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

  • 1 Aan de afdelingshoofden wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

    • a. de specifieke taken van de afdeling, waaronder het verlenen van prestatieverklaring op facturen van leveranciers en declaraties van medewerkers van de eigen afdeling binnen de geldende procedures en instructies;

    • b. de personeelsaangelegenheden van de afdeling, voor zover het betreft:

      • 1°. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

      • 2°. het houden van management-medewerkergesprekken;

      • 3°. werktijdafspraken met of verlof van medewerkers;

      • 4°. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, onder 4°, doet het hoofd van de afdeling Strategie & Communicatie bij de toepassing van die bepaling gelijktijdige mededeling aan de inspecteur-generaal.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het hoofd van het Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement, met dien verstande dat bij de toepassing van onderdeel b, onder 4°, gelijktijdige mededeling wordt gedaan aan het hoofd van de afdeling Concern Control en aan de directeur.

Artikel 22. Volmacht hoofd afdeling Strategie & Communicatie

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Aan het hoofd van de afdeling Strategie & Communicatie wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 10.000,– per overeenkomst en voor zover deze betrekking hebben op:

  • a. de productie en distributie van voorlichtingsmateriaal, gericht op de communicatie van toezichtsbevindingen;

  • b. systeemontwikkeling, licenties en functioneel beheer en onderhoud van applicaties van voorlichtingssystemen.

Artikel 23. Volmacht hoofd afdeling Concern Control

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Aan het hoofd van de afdeling Concern Control wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 50.000,– per overeenkomst en voor zover deze betrekking hebben op:

  • a. de levering van goederen en diensten ten behoeve van de Inspectie;

  • b. de tewerkstelling van uitzendkrachten ten behoeve van de Inspectie, binnen de formatie van de Inspectie;

  • c. de verzorging van huisvesting van de Inspectie en het daaraan verbonden beheer.

Artikel 24. Volmacht hoofd Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Aan het hoofd van het Bureau Documentaire Informatievoorziening & Facilitymanagement wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van ten hoogste € 25.000,– per overeenkomst voor verzorging van huisvesting van de Inspectie en het daaraan verbonden beheer.

Artikel 25. Afdoening, vaststelling en ondertekening van stukken

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

  • 1 De afdoening van alle stukken waarvan de inspecteur-generaal aangeeft dat hij deze zelf wenst af te doen, geschiedt door de inspecteur-generaal.

  • 2 Rapporten die worden toegezonden aan de Minister, worden vastgesteld door de inspecteur-generaal.

  • 3 Brieven, gericht aan een bewindspersoon, worden vastgesteld en ondertekend door de inspecteur-generaal.

  • 4 De vertegenwoordigingsbevoegde is gehouden in de ondertekening van stukken die op basis van mandaat, volmacht of machtiging worden ondertekend, zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid tot uitdrukking te brengen door opneming van de volgende formule:

    De inspecteur-generaal van de Inspectie Werk en Inkomen,

    namens deze,

    functie betrokken vertegenwoordigingsbevoegde,

    handtekening van de betrokken vertegenwoordigingsbevoegde,

    naam van de betrokken vertegenwoordigingsbevoegde.

Hoofdstuk 5. Plaatsvervanging

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 26. Plaatsvervanging inspecteur-generaal

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Bij afwezigheid of verhindering van de inspecteur-generaal neemt, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, de directeur Toezicht gemeenten , als plaatsvervangend inspecteur-generaal, de taken en bevoegdheden van de inspecteur-generaal waar.

Artikel 27. Plaatsvervanging directeuren, afdelingshoofden en bureauhoofd

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Plaatsvervangers worden, na schriftelijke instemming van de inspecteur-generaal, benoemd door de directeur, het afdelingshoofd of het bureauhoofd in wiens plaats zij treden.

Artikel 28. Kennisgeving aan WBJA van aanwijzing plaatsvervangers

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Besluiten tot aanwijzing van plaatsvervangers worden door de inspecteur-generaal toegezonden aan de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden als beheerder van het mandaat-, volmacht- en machtigingsregister SZW.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

Artikel 30. Inwerkingtreding en citeertitel

[Regeling vervallen per 25-09-2010 met terugwerkende kracht tot en met 01-03-2010]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 mei 2007.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 mei 2007

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de

inspecteur-generaal

,

C. Kervezee