Beleidsregel 2007 oplegging bestuurlijke boete bij niet tijdige aanmelding zorgverzekering

[Regeling vervallen per 07-11-2007.]
Geraadpleegd op 02-05-2024.
Geldend van 23-02-2007 t/m 06-11-2007

Besluit van 12 februari 2007, tot vaststelling beleidsregels oplegging bestuurlijke boete bij niet tijdige aanmelding zorgverzekering

Het bestuur van het College voor zorgverzekeringen,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 69, derde lid, 96, 106 en 108 van de Zorgverzekeringswet,

Heeft op 12 februari 2007 besloten:

Artikel 1. Toepassing artikel 106, eerste lid, aanhef en onder a, Zorgverzekeringswet

[Regeling vervallen per 07-11-2007]

  • 1 Bij het nemen van een besluit over het opleggen van een boete bij niet tijdige verzekering als bedoeld in artikel 96 Zorgverzekeringswet, dan wel bij niet tijdige aanmelding als bedoeld in artikel 69, derde lid, Zorgverzekeringswet, hanteert het CVZ als uitgangspunt dat de overtreder een boete wordt opgelegd, tenzij deze aannemelijk maakt dat hem van de overtreding geen verwijt treft.

  • 2 Bij de toepassing van het eerste lid gaat het CVZ er van uit:

    • a. dat het voor een verzekeringsplichtige, dan wel aanmeldingsplichtige, redelijkerwijs duidelijk is vanaf welk moment hij verplicht is een verzekering te sluiten of te laten sluiten, onderscheidenlijk zich bij het CVZ aan te melden; en

    • b. dat van een verzekeringsplichtige, dan wel aanmeldingsplichtige die de informatie over de verzekeringsplicht, onderscheidenlijk aanmeldingsplicht, niet begrijpt, mag worden verwacht dat hij zich voor het begrijpen van die informatie laat bijstaan door een derde die daartoe wel in staat is.

  • 3 Bij de toepassing van het eerste lid gaat het CVZ er van uit dat het niet tijdig ingaan van een verzekering, onderscheidenlijk een niet tijdige aanmelding, niet aan de overtreder kan worden verweten indien:

    • a. de overtreding hem, gelet op zijn psychische gesteldheid of verstandelijke vermogens, niet kan worden aangerekend en hij dit aantoont met een ondertekende verklaring van zijn behandelend arts, medisch specialist of psycholoog; of

    • b. hij een verzekeringsovereenkomst heeft gesloten in de gerechtvaardigde veronderstelling dat het een zorgverzekering betrof, terwijl later vast komt te staan dat deze verzekering geen zorgverzekering is; of

    • c. hij, gelet op de mededelingen van een zorgverzekeraar, er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat, zonder nader handelen van hemzelf, door die zorgverzekeraar met hem een zorgverzekering is gesloten, terwijl dat niet gebeurd is.

  • 4 Het CVZ legt geen boete op aan personen:

    • a. voor wie de Minister van Justitie op 1 januari 2006 in het kader van de uitvoering van een rechterlijke uitspraak verantwoordelijk was voor de verstrekking van geneeskundige zorg;

    • b. die zich binnen vier maanden na beëindiging van die verantwoordelijkheid alsnog voor een zorgverzekering hebben aangemeld.

  • 5 Het CVZ legt geen boete op aan personen:

    • a. die op 1 januari 2006 niet in Nederland verbleven; en

    • b. die voor de duur van hun verblijf in het buitenland verzekeringsplichtig waren voor de Zorgverzekeringswet; en

    • c. die voor de duur van hun verblijf in het buitenland tegen ziektekosten waren verzekerd met inbegrip van tenminste verzekering tegen (kosten van) ziekenhuiszorg; en

    • d. die zich binnen vier maanden na hun terugkomst in Nederland alsnog voor een zorgverzekering hebben aangemeld.

  • 6 Het CVZ legt geen boete op aan personen:

    • a. die op 1 januari 2006 niet in Nederland verbleven wegens penitentiaire detentie in het buitenland; en

    • b. die voor de duur van hun verblijf in het buitenland verzekeringsplichtig waren voor de Zorgverzekeringswet; en

    • c. die zich binnen vier maanden na hun terugkomst in Nederland alsnog voor een zorgverzekering hebben aangemeld.

  • 7 Het CVZ legt geen boete op aan personen die zich binnen dertig dagen na opzegging of ontbinding van hun zorgverzekering hebben aangemeld voor een nieuwe zorgverzekering.

Artikel II. Toepassing artikel 108 Zorgverzekeringswet

[Regeling vervallen per 07-11-2007]

  • 1 Tot de bijzondere omstandigheden die tot een verlaging van de boete leiden, rekent het CVZ uitsluitend de situatie dat de overtreder, gelet op zijn financiële situatie, de boete berekend overeenkomstig artikel 69, onderscheidenlijk artikel 96, derde en vierde lid, Zorgverzekeringswet, niet binnen een jaar na oplegging van de boete kan voldoen. De vorige volzin is slechts van toepassing indien de overtreder zijn onvermogen tot betaling aantoont en daarbij desgevraagd volledige inzage in zijn financiële positie geeft.

  • 2 Het CVZ zal, indien de in het eerste lid bedoelde omstandigheid zich voordoet, de boete vaststellen op een zodanig lager bedrag dat de overtreder de boete wel binnen een jaar na oplegging kan betalen.

  • 3 Het CVZ zal binnen redelijke grenzen rekening houden met dringende (af)betalingsverplichtingen van de overtreder, indien deze verplichtingen genoegzaam door de overtreder zijn aangetoond en indien deze verband houden met schulden aangegaan ten behoeve van de voorziening in de noodzakelijke bestaanskosten.

    Het CVZ zal, ingeval het schulden aan natuurlijke personen betreft, een bewijsstuk vergen van de schuld en de (af)betalingsverplichting terzake van die schuld in de vorm van een authentiek afschrift van een notariële akte.

Artikel III

[Regeling vervallen per 07-11-2007]

  • 1 Dit Besluit wordt met de toelichting gepubliceerd in de Staatscourant en treedt in werking met ingang van dag van publicatie.

  • 2 Met ingang van de in het eerste lid bedoelde dag vervalt de Beleidsregel 22 december 2005 oplegging bestuurlijke boete bij niet tijdige aanmelding zorgverzekering.

  • 3 Dit Besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel 2007 oplegging bestuurlijke boete bij niet tijdige aanmelding zorgverzekering.

Voorzitter Raad van Bestuur

,

P.C. Hermans

Naar boven