Wet op de archeologische monumentenzorg

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2007. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling materieel uitgewerkt per 01-09-2013.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2008 t/m heden

Wet van 21 december 2006 tot wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten ten behoeve van de archeologische monumentenzorg mede in verband met de implementatie van het Verdrag van Valletta (Wet op de archeologische monumentenzorg)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uitvoering te geven aan het op 16 januari 1992 te Valletta tot stand gekomen Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (herzien), dat bij Rijkswet van 26 februari 1998 (Stb.196) voor het gehele Koninkrijk is goedgekeurd, en dat het ook overigens wenselijk is aanvullende voorschriften te stellen ten behoeve van de archeologische monumentenzorg en in verband daarmee de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2007. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt de Wet milieubeheer.]

Artikel IVa

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel VI

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de archeologische monumentenzorg.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 21 december 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de zesde februari 2007

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven