Verordening bestemmingsheffing detailhandel in wonen 2007

[Regeling vervallen per 19-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 19-01-2007 t/m 18-10-2019

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 25 oktober 2006, houdende vaststelling bestemmingsheffing detailhandel in wonen voor het jaar 2007 (Verordening bestemmingsheffing detailhandel in wonen 2007)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de Commissie voor de detailhandel in wonen;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder detailhandel in wonen: de detailhandel in woningtextiel, vloerbedekkingen, meubelen (inclusief klein-, kinder- en rotanmeubelen), bedden en keukens.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

In deze verordening zijn de begripsbepalingen van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2007 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die:

  • a. een onderneming drijven waarin hoofdzakelijk de detailhandel in wonen wordt uitgeoefend; of

  • b. een onderneming drijven waarin de detailhandel in wonen wordt uitgeoefend als onderdeel van een warenhuis met een verkoopruimte van meer dan 800 vierkante meter voor de verkoop van voornamelijk niet-levensmiddelen.

§ 2. De bestemmingsheffing

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 3 van deze verordening, wordt voor het jaar 2007 een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van de Commissie voor de detailhandel in wonen. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de detailhandel in wonen door middel van enerzijds het bevorderen van een meer professionele bedrijfsvoering bij ondernemers en werknemers in de branche en anderzijds het uitvoeren van een bewustwordingscampagne en informatieverschaffing inspelend op structurele knelpunten.

  • 2 De bestemmingsheffing bestaat uit:

    • a. een basisheffing van € 102,50 per onderneming; en

    • b. een heffing werkzame personen, waarvan de hoogte afhankelijk is van de klasse waarin de onderneming op onderstaande wijze is ingedeeld:

      klasse

      aantal werkzame personen

      heffing werkzame personen

      1

      0 tot 2

      0,–

      2

      2 en meer

      46,–

    • c. en een filiaalheffing van € 148,50 voor elke tweede en volgende verkoopplaats van de onderneming.

  • 3 De bestemmingsheffing bedraagt maximaal € 2.524,50 zijnde het bedrag voor ondernemingen met meer dan 2 werkzame personen en 17 verkoopplaatsen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van een of meer van onderstaande brancheorganisaties:

    • a. de Centrale Branchevereniging Wonen (CBW), of

    • b. de Vereniging Parketvloeren Leveranciers (VPL), of

    • c. de Vereniging Grootwinkelbedrijven Wonen (VGW) en over het jaar 2006 aan een van deze organisaties de volledige contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan van € 29,–. De aftrek bedraagt nooit meer dan 50% van de bestemmingsheffíng met een maximum van 50% van de betaalde contributie (exclusief BTW).

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel positief is beslist.

§ 3. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

De voorzitter neemt de krachtens deze verordening te nemen besluiten, met uitzondering van het besluit voortvloeiend uit artikel 5, derde lid.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening treedt na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, met terugwerkende kracht, in werking met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing detailhandel in wonen 2007.

Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Den Haag, 25 oktober 2006

A.F. Kolkman

voorzitter

E.E. van de Lustgraaf

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 7 december 2006 en door de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 15 december 2006, nummer EP/MW 6104014.

Naar boven