Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 21, vierde lid, 38, tweede lid, 39, tweede
lid, 40, vierde lid, 41, tweede lid, 42, derde lid, 43, tweede lid, 44, derde lid,
44a, tweede lid, 45, derde lid, 45a, tweede lid 46, zesde lid, 46a, zesde lid, 47b,
48, vijfde lid, 49, zesde lid, 51, elfde lid, en 63b, zesde lid, van de Pensioenwet
en de artikelen 48, derde lid, 49, tweede lid, 50, tweede lid, 51, vierde lid, 52,
tweede lid, 53, derde lid, 54, tweede lid, 55, derde lid, 55a, tweede lid, 56, derde
lid, 56a, tweede lid, 57, zesde lid, 57a, zesde lid, 57b, 59, vijfde lid, 60, zesde
lid, 62, elfde lid, en 75b, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 2. Informatie over de pensioenregeling
-
1 De informatie over de kenmerken van de pensioenregeling en de uitvoering van de pensioenregeling,
bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet dan wel artikel 48 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, bevat in ieder geval het volgende:
-
a. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling voorziet;
-
b. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling niet voorziet;
-
c. de wijze waarop pensioen wordt opgebouwd;
-
d. de keuzemogelijkheden van de deelnemer of gewezen deelnemer waarin de pensioenregeling
voorziet;
-
e. de risico’s;
-
f. de soorten uitvoeringskosten;
-
g. de beleidsdekkingsgraad met een omschrijving van de gevolgen ervan;
-
h. op welke wijze in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat,
mensenrechten en sociale verhoudingen; en
-
i. indien van toepassing, de beleggingsmogelijkheden van de deelnemer of gewezen deelnemer
waarin de pensioenregeling voorziet.
-
2 De uitvoerder maakt bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het eerste lid,
gebruik van de opschriften en iconen in de volgorde waarin ze staan in laag 1 van
de Pensioen1-2-3, zoals deze op de website van de Pensioenfederatie en het Verbond
van Verzekeraars is opgenomen.
Artikel 3. Mogelijkheid toezichthouder tot stellen nadere regels met betrekking tot
informatieverstrekking bij premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid
De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking
tot het informeren van de deelnemer over de risico’s, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, voor zover het gaat om premieovereenkomsten dan wel premieregelingen met beleggingsvrijheid
voor de deelnemer.
Artikel 4. Informatie over toeslagverlening
-
1 De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel c, 40, eerste lid, onderdeel b, en 44, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel c, 51, eerste lid, onderdeel b, en 55, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de artikelen 2, eerste lid, onderdeel e, en 9b, eerste lid, wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen drie jaar
waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
-
2 De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel b, 41, eerste lid, onderdeel b, 42, eerste lid, onderdeel b, 43, eerste lid, onderdeel c, en 45, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel b, 52, eerste lid, onderdeel b, 53, eerste lid, onderdeel b, 54, eerste lid, onderdeel c, en 56, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen vijf jaar
waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
Artikel 5. Informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
-
1 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel d, 40, eerste lid, onderdeel c, en 44, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel d, 51, eerste lid, onderdeel c, en 55, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de artikelen 2, eerste lid, onderdeel e, en 9b, eerste lid, wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
die in de laatste drie jaar is doorgevoerd.
-
2 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel e, 41, eerste lid, onderdeel d, 42, eerste lid, onderdeel c, 43, eerste lid, onderdeel d, en 45, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel e, 52, eerste lid, onderdeel d, 53, eerste lid, onderdeel c, 54, eerste lid, onderdeel d, en 56, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
die in de laatste vijf jaar is doorgevoerd.
Artikel 5a. Informatie over reglementair te bereiken pensioenaanspraken
-
1 De informatie over de reglementair te bereiken pensioenaanspraken die op grond van
artikel 38, eerste lid, onderdeel g, van de Pensioenwet en artikel 49, eerste lid, onderdeel g, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt bevat:
-
a. in geval van een uitkeringsovereenkomst dan wel uitkeringsregeling een opgave van
de hoogte van het periodiek uit te keren pensioen vanaf de ingangsdatum van het pensioen;
-
b. in geval van een kapitaalovereenkomst dan wel kapitaalregeling een indicatie van de
hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum wanneer het kapitaal daarvoor
wordt aangewend; of
-
c. in geval van een premieovereenkomst dan wel premieregeling:
-
1°. wanneer de premie wordt belegd, een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen
op de pensioendatum;
-
2°. de hoogte van de periodieke uitkering wanneer de premie voor de ingangsdatum van het
pensioen reeds daarvoor wordt aangewend; of
-
3°. een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum wanneer
de premie voor de ingangsdatum van het pensioen reeds wordt aangewend voor een verzekerd
kapitaal.
-
2 Bij de indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen, bedoeld in het eerste
lid, onderdeel b, en onderdeel c, onder 1° en 3°, worden de op dat moment bij de pensioenuitvoerder
geldende tarieven gehanteerd.
Artikel 6. Verstrekken informatie aan deelnemers bij beëindiging deelneming
De uitvoerder verstrekt de deelnemer bij beëindiging van de deelneming informatie
over:
-
a. het vervallen van een pensioenaanspraak als bedoeld in artikel 55, zesde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 66, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak onder de vervalgrens;.
-
b. het gebruik van het recht van de uitvoerder tot waardeoverdracht, bedoeld in artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de overdrachtgrens en de
daarbij gevolgde procedure;
-
c. het recht op waardeoverdracht, bedoeld in artikel 71 van de Pensioenwet dan wel artikel 82 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, of de mogelijkheid tot waardeoverdracht, bedoeld in artikel 75 van de Pensioenwet dan wel artikel 86 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
-
d. het recht tot afkoop, bedoeld in artikel 66, tweede lid, onderdeel c, van de Pensioenwet dan wel artikel 75, tweede lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens en de uitvoerder
artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling toepast;
-
e. de consequenties van arbeidsongeschiktheid;
-
f. het actueel zijn van een herstelplan of geactualiseerd herstelplan;
-
g. het vervallen van de dekking tegen het risico op overlijden indien nabestaandenpensioen
werd verworven op basis van risicofinanciering; en
-
h. de website waarop het pensioenregister te raadplegen is.
Artikel 7a. Verstrekken informatie voorafgaand aan of bij pensioeningang
De uitvoerder verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt voorafgaand aan of bij
de pensioeningang in ieder geval informatie over:
-
a. het recht te kiezen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen, bedoeld in
artikel 60 van de Pensioenwet dan wel artikel 72 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van opbouw van ouderdomspensioen en partnerpensioen;
-
b. de mogelijkheid van afkoop, bedoeld in artikel 66 tot en met 69 van de Pensioenwet dan wel artikel 78 tot en met 80a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens of een fiscaal
bovenmatige pensioenaanspraak;
-
c. de mogelijkheid tot of het recht op waardeoverdracht, bedoeld in de artikelen 80, 81, 81a, tweede lid, en 81b, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 88, 89, 89a, tweede lid, en 89b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum; en
-
d. andere keuzemogelijkheden die de pensioenregeling biedt.
Artikel 7c. Informatieverstrekking over uitkeringen
-
1 Bij de informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in de
artikelen 44a, eerste lid, of 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 55a, eerste lid, of 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, geldt het volgende:
-
a. een uitvoerder die één uniform beleggingsprofiel hanteert, vermeldt dit;
-
b. een uitvoerder die meerdere beleggingsprofielen hanteert, baseert de opgave van de
hoogte van de variabele uitkeringen op het beleggingsprofiel dat passend is gezien
het risicoprofiel van de deelnemer of gewezen deelnemer.
-
2 De uitvoerder die een spreidingsperiode hanteert van meer dan vijf jaar neemt in de
informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in artikel 44a, eerste lid, of artikel 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 55a, eerste lid, of artikel 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de volgende tekst op:
De ontwikkeling van uw pensioen hangt onder meer af van economische omstandigheden.
Uw pensioen kan hierdoor omhoog of omlaag gaan. Wij spreiden financiële meevallers
en tegenvallers over <x> jaar om grote schokken in de hoogte van uw pensioen te voorkomen.
Bij langdurige tegenvallers en bij een spreidingsperiode van meer dan vijf jaar kan
uw pensioen na verloop van tijd flink lager uitvallen.
Artikel 7d. Standaardmodellen
-
1 Voor de weergave op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en
een optimistisch scenario, bedoeld in de artikelen 38, eerste lid, onderdeel g, 40, eerste lid, onderdeel a, 44a, eerste lid, 45, tweede lid, 46, derde en vijfde lid, 51, eerste lid, en 63b, tweede lid, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel g, 51, eerste lid, onderdeel b, 55a, eerste lid, 56, tweede lid, 57, derde en vijfde lid, 62, eerste lid en 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en, voor zover het betreft weergave op basis van een pessimistisch en verwacht scenario,
artikel 1a van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, wordt gebruik gemaakt van de scenariosets, bedoeld in artikel 23b van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en een voorgeschreven rekenmethodiek.
Artikel 8. Verstrekken informatie aan deelnemers vrijwillige pensioenregeling
-
3 De informatie over de beleggingsresultaten wordt verstrekt indien sprake is van een
premieovereenkomst of premieregeling en heeft betrekking op de resultaten van de afgelopen
vijf jaar of, indien de pensioenregeling minder dan vijf jaar is uitgevoerd, alle
jaren gedurende welke de pensioenregeling is uitgevoerd door de pensioenuitvoerder.
-
4 De informatie over de structuur van de kosten die door deelnemers, gewezen deelnemers
en pensioengerechtigden worden gedragen wordt verstrekt indien sprake is van een premieovereenkomst
of premieregeling en heeft betrekking op de administratieve uitvoeringskosten, bedoeld
in artikel 10a, eerste lid, de kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, en de transactiekosten,
bedoeld in artikel 10a, derde lid, indien deze kosten van invloed zijn op de pensioenaanspraak
of het pensioenrecht.
Artikel 9. Informatie op verzoek
-
3 Indien sprake is van een premieovereenkomst dan wel premieregeling waarbij de deelnemer
of gewezen deelnemer tijdens de opbouwperiode de verantwoordelijkheid voor de beleggingen
heeft overgenomen verstrekt de uitvoerder op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer
informatie over alle beleggingsmogelijkheden, de feitelijke beleggingsportefeuille,
de risicopositie en de kosten in verband met de beleggingen.
-
6 Indien sprake is van een premieovereenkomst of premieregeling in de opbouwfase of
een variabele uitkering verstrekt de uitvoerder op verzoek van de deelnemer, gewezen
deelnemer of pensioengerechtigde informatie over de resultaten die de beleggingen
van de pensioenregeling ten minste de afgelopen vijf jaar hebben behaald of, indien
de pensioenregeling minder dan vijf jaar is uitgevoerd, alle jaren gedurende welke
de pensioenregeling is uitgevoerd door de pensioenuitvoerder.
Artikel 9a. Algemene eisen uniform pensioenoverzicht
-
2 Het uniform pensioenoverzicht bevat naast de informatie, bedoeld in de artikelen 38, eerste lid, 40, eerste lid, 42, eerste lid, 44, eerste lid, en 48, vierde lid, tweede zin, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 49, eerste lid, 51, eerste lid, 53, eerste lid, 55, eerste lid, en 59, vierde lid, tweede zin, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling in ieder geval het volgende:
-
a. de persoonsgegevens van de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde;
-
b. de naam en het contactadres van de pensioenuitvoerder;
-
c. het soort pensioenregeling; en
-
d. de datum waarop de informatie betrekking heeft.
Artikel 9b. Beschikbare informatie
-
1 Ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de pensioenregeling wordt de informatie,
bedoeld in artikel 46a, eerste lid, onderdeel a, van de Pensioenwet dan wel artikel 57a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover het betreft informatie over de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling
wel dan wel niet voorziet, de jaarlijkse pensioenopbouw, de risico’s en de beleidsdekkingsgraad
tevens verstrekt met gebruikmaking van sjablonen die op de website van de Pensioenfederatie
en het Verbond van Verzekeraars zijn opgenomen.
Artikel 9c. Het uniform pensioenoverzicht
-
4 In afwijking van het derde lid kan de pensioenuitvoerder afzien van verstrekking van
een uniform pensioenoverzicht voor deelnemers aan degene die op het eind van de, voor
dit pensioenoverzicht, relevante periode geen deelnemer bij de pensioenuitvoerder
meer is, indien:
-
a. in de informatie die wordt verstrekt bij beëindiging van de deelneming of bij de pensioeningang
een opgave van de aan het lopende kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken
overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen is opgenomen, alsmede informatie over de werkgeverspremie
en werknemerspremie die in het lopende kalenderjaar in rekening is gebracht dan wel
de premie die in het lopende kalenderjaar in rekening is gebracht bij de beroepsgenoot;
of
-
b. in het uniform pensioenoverzicht voor gewezen deelnemers verstrekt in het kalenderjaar
na het jaar waarin de deelneming is beëindigd een opgave van de aan het voorafgaande
kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen is opgenomen, alsmede informatie over de werkgeverspremie
en werknemerspremie die in het voorgaande kalenderjaar in rekening is gebracht dan
wel de premie die in het voorgaande kalenderjaar in rekening is gebracht bij de beroepsgenoot.
Artikel 9d. Elektronische informatieverstrekking
Artikel 9e. Pensioenregister
Artikel 9f. Fasering pensioenregister
[Vervallen per 01-01-2019]
Artikel 10. Kosten informatieverstrekking
De informatie op grond van de artikelen 21, 38 tot en met 44, 45, 46, eerste en tweede lid, 46a, eerste en tweede lid, 52, 52a, 63b en 134, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 48 tot en met 55, 56, 57, eerste en tweede lid, 57a, eerste en tweede lid, 63, 63a, 75b en 129, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt kosteloos verstrekt.
Artikel 10.0a. Taal informatie
De informatie die de pensioenuitvoerder verstrekt of beschikbaar stelt is beschikbaar
in de Nederlandse taal.
Artikel 10a. Informatie over uitvoeringskosten in bestuursverslag
-
4 Kosten die niet kunnen worden toebedeeld aan een van de drie categorieën, bedoeld
in het eerste tot en met derde lid, worden over de categorieën, bedoeld in het eerste
en tweede lid, verdeeld.
Artikel 10b. Weergave uitvoeringskosten in bestuursverslag
-
1 De administratieve uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, worden in het bestuursverslag opgenomen als totaalbedrag en als bedrag per deelnemer
of pensioengerechtigde.
-
2 De kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, en de transactiekosten, bedoeld in artikel 10a, derde lid, worden in het bestuursverslag
opgenomen als totaal bedrag en als percentage van het in het verslagjaar gemiddeld
belegde vermogen.
Artikel 10ba. Informatieverstrekking voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum
-
1 De verzekeraar die bereid is op te treden als ontvangend uitvoerder verstrekt een
betrokkene die het uit een kapitaalovereenkomst dan wel kapitaalregeling of een premieovereenkomst
dan wel premieregeling voortvloeiende kapitaal op de pensioendatum wenst aan te wenden
voor een pensioenuitkering, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst
inzake een pensioenuitkering ten minste de volgende informatie:
-
a. haar statutaire naam, handelsnaam en adres;
-
b. het feit dat zij een verzekeraar is;
-
c. of zij advies verstrekt over pensioenuitkeringen;
-
d. haar interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht en de erkende geschilleninstantie waarbij zij is aangesloten; en
-
e. de aard van de vergoeding die haar werknemers ontvangen voor het sluiten van de overeenkomst.
-
3 De verzekeraar verstrekt de informatie schriftelijk en kosteloos. De verzekeraar kan
na toestemming van de betrokkene, de informatie elektronisch verstrekken, indien dat
past in de context waarin zij met de betrokkene zaken doet. De elektronische verstrekking
van informatie door de verzekeraar past in de context waarin de verzekeraar met de
betrokkene zaken doet, indien is bewezen dat de betrokkene regelmatig toegang heeft
tot internet. Het gegeven dat de betrokkene een e-mailadres opgeeft geldt in ieder
geval als bewijs hiervan.
Hoofdstuk 4a. Beleggingen en zorgplicht
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 52, zevende lid, en 52a, zesde lid, van
de Pensioenwet en de artikelen 63, zevende lid, en 63a, zesde lid, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling
Artikel 14a. Eisen ten aanzien van beleggingen
Artikel 14b. Beleggingsbeleid
-
1 Fondsen stellen voor de langere termijn een strategisch beleggingsbeleid vast dat
aansluit op de doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder de risicohouding,
van het fonds. Verzekeraars en premiepensioeninstellingen stellen voor de langere
termijn een strategisch beleggingsbeleid vast dat past bij de doelstellingen van de
pensioenregeling of beroepspensioenregeling en de voor de toedelingskring vastgelegde
risicohouding. Het strategisch beleggingsbeleid is gebaseerd op gedegen onderzoek.
Artikel 14c. Verantwoordelijkheid beleggingen deelnemer
-
1 Indien de deelnemer of gewezen deelnemer de verantwoordelijkheid voor de beleggingen
heeft overgenomen stelt de uitvoerder op basis van de informatie, bedoeld in artikel 52, zesde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 63, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, het risicoprofiel van de deelnemer of gewezen deelnemer vast en baseert het advies,
bedoeld in artikel 52, derde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 63, derde lid,
van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, op dit risicoprofiel.
-
2 Het risicoprofiel van de deelnemer of gewezen deelnemer geeft de mate weer waarin
hij beleggingsrisico kan en wil nemen. De uitvoerder toetst het risicoprofiel tenminste
iedere vijf jaar, indien een belangrijke gebeurtenis daartoe aanleiding geeft en als
de deelnemer of gewezen deelnemer om toetsing vraagt. Indien het nieuwe risicoprofiel
daartoe aanleiding geeft adviseert de uitvoerder de deelnemer of gewezen deelnemer
over een ander passend beleggingsprofiel.
Artikel 14d. Verantwoordelijkheid beleggingen uitvoerder
-
1 De uitvoerder die verantwoordelijk is voor de beleggingen legt de risicohouding vast
waarop het beleggingsbeleid is gebaseerd. Artikel 1a, eerste en derde lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen is van overeenkomstige toepassing voor verzekeraars en premiepensioeninstellingen
met dien verstande dat deze uitvoerders in plaats van overleg met de in het eerste
lid van dit artikel genoemde partijen ernaar streven van de deelnemers, gewezen deelnemers,
pensioengerechtigden of hun vertegenwoordigers zo veel mogelijk duidelijkheid te krijgen
over hun doelstellingen en risicohouding. De risicohouding wordt per toedelingskring
vastgelegd.
-
3 Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid in de opbouwfase biedt de uitvoerder de
deelnemer of gewezen deelnemer effectieve bescherming tegen de gevolgen van negatieve
beleggingsresultaten voorafgaand aan de pensioendatum. De uitvoerder kan hiertoe het
beleggingsrisico afbouwen naarmate de deelnemer ouder wordt of kan op andere wijze
bescherming bieden. De uitvoerder die een andere methode dan leeftijdsgerelateerde
afbouw van beleggingsrisico toepast, onderbouwt dat op deze wijze de deelnemer of
gewezen deelnemer beschermd wordt, zonder dat anderen worden benadeeld. Indien de
door de uitvoerder toegepaste methode naar het oordeel van De Nederlandsche Bank niet
aan de doelstellingen voldoet, kan De Nederlandsche Bank de uitvoerder verplichten
over te gaan op leeftijdsgerelateerde afbouw van beleggingsrisico.
-
4 De uitvoering van het beleggingsbeleid in de opbouwfase wordt door de uitvoerder gebaseerd
op een vastgestelde uitkering, tenzij is gebleken dat de deelnemer of gewezen deelnemer
een voorkeur heeft voor een variabele uitkering of toetreedt tot een toedelingskring
waarop een collectief toedelingsmechanisme voor het beleggingsrisico wordt toegepast
als bedoeld in artikel 63b, vijfde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 75b, vijfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. In die situaties wordt de uitvoering van het beleggingsbeleid afgestemd op een variabele
uitkering.
-
5 Voor de uitvoering van het vierde lid vraagt de uitvoerder de deelnemer of gewezen
deelnemer naar diens voorkeur voor een vastgestelde of variabele uitkering, zodra
dit voor de beleggingen relevant is. De uitvoerder verstrekt daarbij de voor de deelnemer
of gewezen deelnemer relevante informatie over de gevolgen en risico’s.
Artikel 14da. Uitzondering op verplichting tot uitvraag voorkeur
-
3 Indien de deelneming is geëindigd voor 1 januari 2018 geldt de verplichting niet tot
de start van de uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 17f, tweede lid, indien de uitvoerder voornemens is voor de aanspraken van de gewezen deelnemer een
opgave te vragen als bedoeld in artikel 17f, eerste lid, onderdeel a.
Artikel 14e. Inwinnen van informatie door pensioenuitvoerder
-
1 De informatie, bedoeld in de artikelen 52, zesde lid, en 52a, vijfde lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 63, zesde lid, en 63a, vijfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling stelt de uitvoerder in staat om vast te kunnen stellen dat het advies of het beleggingsprofiel:
-
a. voldoet aan de doelstellingen van de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde
ten aanzien van het pensioen; en
-
b. inhoudt dat de deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde de met deze doelstellingen
samenhangende beleggingsrisico’s financieel kan en wil dragen.
Hoofdstuk 5. Uitruil, afkoop en gelijke behandeling
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 60, elfde lid, 61, vijfde lid, 62, zesde
lid, 66, tiende lid, en 69, zevende lid, van de Pensioenwet, de artikelen 72, elfde
lid, 73, vijfde lid, 74, zesde lid, 78, tiende lid, en 80a, zevende lid, van de Wet
verplichte beroepspensioenregeling en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke
behandeling van mannen en vrouwen
Artikel 15. Ruilvoet en opbouwkeuzevoet
-
2 De ruilvoet en opbouwkeuzevoet worden zodanig vastgesteld dat sprake is van collectieve
actuariële gelijkwaardigheid als bedoeld in de artikelen 60, vijfde lid, 61, vierde lid, en 62, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 72, vijfde lid, 73, vierde lid en 74, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Artikel 16. Afkoop kleine pensioenen en afkoop bovenmatig pensioen
Artikel 17. Gelijke behandeling bij pensioenovereenkomsten met onbepaalde verhouding
tussen pensioensoorten
Indien met de werkgever niet uitdrukkelijk een bepaalde verhouding tussen verschillende
pensioensoorten is overeengekomen wordt de beschikbaar gestelde premie of de aanspraak
op kapitaal, bedoeld in artikel 12c, tweede lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen zodanig vastgesteld dat, ervan uitgaande dat slechts ouderdomspensioen is toegezegd,
het in te kopen pensioen naar het inzicht op het tijdstip van vaststelling van die
bijdrage voor mannen en vrouwen gelijk is.
Hoofdstuk 5a. Variabele uitkeringen
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 63a, negende lid, van de Pensioenwet en
75a, negende lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 17a. Vaste daling
-
1 Bij toepassing van een periodieke vaste daling van de uitkering als bedoeld in artikel 63a, derde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 75a, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt de uitkeringshoogte vastgesteld door te rekenen met een periodieke vaste daling
van de uitkering die niet meer bedraagt dan 35% van het verschil tussen de risicovrije
rente en de parameter voor aandelenrendement en niet meer dan consistent is met het
beleggingsbeleid. De waarde van de met de risicovrije rente contant gemaakte kasstromen
is gelijk aan het pensioenkapitaal op pensioendatum.
Artikel 17b. Risicovrije rente bij projectierente en vaste daling
De risicovrije rente, bedoeld in artikel 63a, derde, zevende en achtste lid, van de Pensioenwet, artikel 75a, derde, zevende en achtste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, en artikel 17a, eerste lid, is de risicovrije rente voor fondsen.
Artikel 17c. Collectief toedelingsmechanisme
Artikel 17d. Parameter aandelenrendement
De parameter voor aandelenrendement, bedoeld in artikel 63a, derde lid, van de Pensioenwet, artikel 75a, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 17a, eerste lid, is gelijk aan de parameter, bedoeld in artikel 23a, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen.