Controleprotocol educatie 2006
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
Accountantscontrole
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
Dit onderdeel is het uitgangspunt voor de accountant bij het controleren van de verantwoording
van de rijksbijdrage educatie. Van de accountant wordt verwacht dat hij met een grote
mate van nauwkeurigheid het onderzoek uitvoert naar de getrouwheid van de gegevens
in de verantwoording rijksbijdrage educatie 2006.
Alle bevindingen legt de accountant vast in een controledossier. Bij een volgende
controle kan dan worden nagegaan of de gemeente afdoende maatregelen heeft getroffen
om deze bevindingen te voorkomen. In het controledossier neemt de accountant een risicoanalyse
op; de accountant geeft gemotiveerd aan hoe de controle is ingericht en uitgevoerd
en of er onderwerpen uit dit protocol niet of niet uitgebreid zijn gecontroleerd.
De accountant moet controleren of de bestedingen rechtmatig zijn geweest.
Op de controle van de besteding en overdracht door de gemeente van de rijksbijdrage
educatie zijn bepaalde toleranties van toepassing. De accountant moet de controle
zo inrichten dat deze met een zekerheid van 95% de uitspraak kan doen dat de gemeente
in 2006 niet meer dan 1% van de rijksbijdrage educatie onrechtmatig heeft besteed
of overgedragen.
De toleranties zijn gebaseerd op percentages die gelden voor het financieel jaarverslag
OCW, op grond van de richtlijnen van het Interdepartementaal Overleg Departementale
Auditdiensten.
Verantwoordingsmodel
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
Zoals eerder is aangegeven, is de gemeente ervoor verantwoordelijk dat de rijksbijdrage
educatie bij de instellingen doelmatig en rechtmatig wordt besteed. De gemeente moet
in de overeenkomst regelen hoe en wanneer de instellingen verantwoording afleggen
aan de gemeente. De accountant controleert of in de overeenkomst tussen gemeente en
regionaal opleidingencentrum (ROC) de wijze van verantwoorden van de instellingen
aan de gemeente is geregeld en of het verantwoorden inderdaad op die wijze heeft plaats
gevonden.
De doelmatige en rechtmatige inzet bij de instelling tot en met het kalenderjaar 2005
moet in ieder geval op 1 juli 2007, de indiendatum van de verantwoording rijksbijdrage
educatie, door de gemeente gecontroleerd en vastgesteld zijn.
Als de verantwoording van de instellingen aan de gemeente niet of onvoldoende is geregeld
of gebeurd, kan er geen oordeel over de rechtmatigheid van de bestedingen worden gegeven.
Onjuistheden corrigeren
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
Het is de bedoeling dat de accountant onjuistheden in de verantwoording door de gemeente
laat corrigeren en in zijn accountantsverklaring kan oordelen dat de bedragen in het
formulier verantwoording rijksbijdrage educatie 2006 juist zijn. Alle onjuistheden,
ook onjuistheden waarbij de tolerantiegrens niet wordt overschreden, moeten worden
gecorrigeerd.
De gemeente is zelf verantwoordelijk voor het corrigeren van onjuistheden in de verantwoording
die de accountant heeft geconstateerd. Onjuistheden die niet worden gecorrigeerd,
rapporteert de accountant aan CFI. Hierbij wordt altijd de financiële consequentie
expliciet aangegeven, ook als deze € 0,00 is.
Onjuistheden waarbij de tolerantiegrens niet wordt overschreden, kunnen worden gerapporteerd
met een toelichting in de goedkeurende accountantsverklaring. Onjuistheden waarbij
de tolerantiegrens wel wordt overschreden leiden tot een niet-goedkeurende accountantsverklaring.
Hierbij moet worden aangesloten bij de teksten die daarvoor zijn gegeven in hoofdstuk
1 van de ‘Richtlijnen Accountantscontrole’ (deel voorbeeldteksten), uitgegeven door
koninklijk NIVRA.
Aandachtspunten voor de controle van de verantwoording
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
Stel vast dat de gemeente de bedragen die over 2004 zijn teruggevorderd van instellingen
in 2006 heeft besteed c.q. verplicht.
Het betreft over 2004 van instellingen teruggevorderde bedragen die niet in 2006 wederom
door middel van een overeenkomst zijn verplicht aan instellingen. Over 2004 teruggevorderde
gelden die in 2006 niet zijn verplicht, moeten worden geretourneerd aan het ministerie.
Stel vast dat bedragen die de gemeente van instellingen terugvordert en opnieuw verplicht
uitsluitend de rijksbijdrage vanaf 2005 betreft.
De gemeente mag alleen de rijksbijdrage die zij over het voorafgaande jaar (2005)
terugvordert opnieuw met een overeenkomst verplichten. De rijksbijdrage die over jaren
voorafgaand aan 2005 wordt teruggevorderd, mag niet opnieuw worden verplicht. Deze
moet worden opgenomen onder punt l. van de verantwoording ‘in 2006 van instellingen
teruggevorderde gelden over jaren vóór 2005’.
Stel vast dat de middelen educatie die in 2005 voorlopig zijn ingezet voor educatieve
programma’s van inburgering en weer beschikbaar zijn voor reguliere educatie als baten
in de verantwoording zijn opgenomen. Uitgangspunt is het bedrag dat is opgenomen bij
punt e. van de verantwoording educatie 2005.
Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten voor educatie (zie bijlage 1 onder g.) uitsluitend betrekking hebben op door de gemeente aan ROC’s in 2006 verplichte (uitbetaalde
en nog verschuldigde) gelden voor educatieactiviteiten gedurende 2006.
De lasten voor educatie (inclusief educatieve programma’s van inburgering die met
middelen educatie zijn ingekocht) mogen uitsluitend betrekking hebben op educatieactiviteiten
die op grond van over het jaar 2006 afgesloten overeenkomsten verschuldigd zijn aan
ROC’s.
Stel vast dat er in is voorzien dat gemeenten het in 2006 naar inburgering overgehevelde
bedrag in 2007 of 2008 alsnog in zullen zetten voor reguliere educatie.
De rijksbijdrage educatie mag mede worden aangewend voor educatieve programma’s als
bedoeld in artikel 16 van de Wet inburgering nieuwkomers. Overheveling is alleen toegestaan om een tekort aan te vullen. Van een tekort is
sprake als het totaal van de lasten hoger is dan het totaal van de baten (inclusief
een eventuele reserve).
Het overgehevelde bedrag educatie moet dus in hetzelfde jaar daadwerkelijk worden
besteed aan educatieve programma’s voor inburgering en mag niet worden gereserveerd
voor latere jaren. De rijksvergoeding inburgering nieuwkomers 2006 wordt in 2007 vastgesteld
op grond van het werkelijke aantal gerealiseerde trajecten in 2006. Om deze reden
kan een eventuele inzet van educatiemiddelen voor educatieve programma’s van inburgering
alleen dienen om een tijdelijk tekort te compenseren. Als de rijksbijdrage inburgering
nieuwkomers 2006 wordt vastgesteld, moet het overgehevelde bedrag alsnog worden ingezet
voor reguliere educatie. Dit bedrag moet daarom als baten worden opgenomen in de verantwoording
2007 (het jaar waarin de gemeente de vaststelling inburgering nieuwkomers 2005 ontvangt)
of 2008 (het jaar waarin de gemeente uiterlijk de contracten 2006 met het ROC afrekent).
Wanneer er sprake is van overheveling moet vastgesteld worden dat het totaal van de
lasten voor educatie en voor educatieve programma’s niet hoger is dan de lasten die
voortvloeien uit de overeenkomsten die de gemeente heeft afgesloten met ROC’s over
de te verrichten educatieactiviteiten.
Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten geen saldo is van verplichte
en terug (te) ontvangen bedragen. Onder punt g. moet het totaal van lasten van reguliere
educatie zijn opgenomen. Een eventueel van instellingen terug te ontvangen bedrag
over 2006 moet worden verwerkt in de verantwoording educatie 2007 en niet in mindering
worden gebracht op de lasten educatie 2006.
Stel vast dat de lasten voor educatie berusten op een of meer tussen de gemeente en
een regionaal opleidingencentrum (ROC) afgesloten overeenkomsten en geen lasten zijn
opgenomen in verband met de inkoop van educatieve programma’s bij andere instellingen
en bedrijven.
De gemeente kan uitsluitend lasten in verband met educatie in de verantwoording opnemen
voor zover hiervoor een overeenkomst is vastgelegd met een ROC. De overeenkomst moet
voldoen aan de in artikel 2.3.4, tweede lid, van de WEB gestelde eisen.
Stel vast dat het bedrag dat naar 2007 wordt overgeheveld niet meer bedraagt dan de
in 2006 van instellingen teruggevorderde bedragen, die nog niet opnieuw zijn verplicht
met overeenkomsten.
De rijksbijdrage educatie 2006 dient in zijn geheel besteed te zijn aan educatieactiviteiten
(waaronder educatieve programma’s van inburgering) in 2006. Er mag niet worden gereserveerd
voor volgende jaren. Uitsluitend de rijksbijdrage over 2005 die van instellingen is
teruggevorderd en niet met een overeenkomst opnieuw is verplicht voor 2006, mag worden
overgeheveld naar 2007.
Stel vast dat in de overeenkomst tussen de gemeente en een regionaal opleidingencentrum
(ROC) is geregeld dat de instellingen verantwoording afleggen aan de gemeente en dat
deze wijze van verantwoorden als zodanig functioneert.
De gemeente moet hebben gecontroleerd of de aan het ROC toegekende middelen doelmatig
en rechtmatig zijn besteed. Dit moet gebeuren aan de hand van de in de overeenkomst
gemaakte afspraken. Niet rechtmatig ingezette middelen bij de instellingen worden
door de gemeente teruggevorderd en op het formulier verantwoording educatie 2006 (onder
c.) opgenomen.
Het is toegestaan dat de controle door de gemeente van de doelmatige en rechtmatige
inzet bij de instellingen 1 jaar vertraging heeft. Dit betekent dat bij de verantwoording
over 2006 moet worden vastgesteld dat de gemeente in ieder geval de afrekening van
de instelling over 2005 heeft gecontroleerd en vastgesteld.