Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2007

[Regeling vervallen per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 13-09-2007 t/m 31-12-2007

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 december 2006, nr. TRCJZ/2006/3655, houdende vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen voor het teeltseizoen 2007

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen de aanvragen van de Nederlandse Fruittelers Organisatie, LTO-Nederland, LTO groeiservice, de Nederlandse Bond van boomkwekers, Plantum NL, het Hoofdproductschap Akkerbouw en de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur;

Gelet op artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

In dit besluit wordt verstaan onder ‘wet’: Bestrijdingsmiddelenwet 1962.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Van het verbod van artikel 2, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor zover de in deel I van de bijlage gestelde gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzing worden nageleefd bij het afleveren, voor handen of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van de in deel I van de bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen aan degenen die:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld, of

  • b. ten behoeve van een onder a bedoeld persoon die ter uitoefening van een beroep of bedrijf werkzaamheden met het betrokken gewasbeschermingsmiddel verrichten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Van het verbod van artikel 10, eerste lid, van de wet om te handelen in strijd met de krachtens de artikelen 5, tweede, derde, vierde, zesde, zevende en achtste lid, 5a, eerste en tweede lid, en 9, tweede en derde lid, vastgestelde voorschriften wordt vrijstelling verleend voor zover de in deel II van de bijlage gestelde gebruiksvoorschriften en gebruiksaanwijzing worden nageleefd bij het afleveren, voorhanden of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van de in deel II van de bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen aan degenen die:

  • a. beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam zijn in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld, of

  • b. ten behoeve van een onder a bedoeld persoon ter uitoefening van een beroep of bedrijf werkzaamheden met het betrokken gewasbeschermingsmiddel verrichten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

De in artikel 2, onderscheidenlijk 3, bedoelde vrijstelling is slechts van toepassing voorzover het afleveren, voorhanden of in voorraad hebben, binnen Nederland brengen of gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen plaats vindt ten behoeve van de bestrijding van de ziekte of plaag in de teelt waarvoor het betrokken middel ingevolge dit besluit is vrijgesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De in artikel 2 bedoelde vrijstelling is voorts slechts van toepassing, voorzover het gehalte aan werkzame stof en de verdere samenstelling, kleur, vorm, afwerking, verpakking, aanduiding en overige vermeldingen op, aan of bij de verpakking van het gewasbeschermingsmiddel zijn aangebracht in overeenstemming met hetgeen daaromtrent is bepaald in:

    • 1°. de regeling Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten dan wel de Regeling samenstelling bestrijdingsmiddelen, zoals die voor het betrokken middel op het tijdstip waarop dat middel laatstelijk was toegelaten van kracht waren;

    • 2°. de paragrafen II (samenstelling, vorm en afwerking) en IV (verpakking en etikettering) van het toelatingsbesluit van het college, zoals dat laatstelijk voor het betrokken middel gold, met uitzondering van het wettelijk gebruiksvoorschrift, de gebruiksaanwijzing, de gevaarsaanduiding en de veiligheidsaanbevelingen, en

    • 3°. de gebruiksvoorschriften en de gebruiksaanwijzing, zoals die voor de betrokken werkzame stof zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2 De in artikel 2, onderscheidenlijk 3, bedoelde vrijstelling is voorts slechts van toepassing, voor zover de administratieve voorschriften in deel III van de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Een vrijstelling vervalt in ieder geval op de uiterste datum van de implementatietermijn van een communautaire maatregel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie tot het opnemen of niet opnemen van een werkzame stof in bijlage I bij richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L230).

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2007.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
de

Directeur-Generaal

,

R.M. Bergkamp

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Deel I. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

I.A. Knelpunt Biologische teelt van vruchtbomen en onderstammen van appel – schurft

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Polisolfuro di Calcio

Gehalte werkzame stof:

230 g/l kalkzwavel

Toelatingsnummer:

Toelatingshouder:

Polisenio srl.

Knelpunt:

Biologische teelt van vruchtbomen en onderstammen van appel – schurft

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 10 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de biologische teelt van vruchtbomen en onderstammen van appel vanaf 1 april 2007 tot en met 31 mei 2007.

In verband met het risico voor waterorganismen is de toepassing op percelen die grenzen aan watergangen uitsluitend toegestaan:

  • vóór 1 mei: als gebruik gemaakt wordt van minimaal 70% driftreducerende maatregelen zoals een tunnelspuit of combinatie windsingel op de rand van het rijpad en éénzijdig bespuiten van de laatste bomenrij, of venturidop met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij.

  • Vanaf 1 mei kan volstaan worden met een driftreductie van tenminste 40% door middel van één of meer van de volgende maatregelen:

    • Tunnelspuit

    • Windsingel op de rand van het rijpad + éénzijdig bespuiten van de laatste bomenrij

    • Sensorgestuurde bespuiting

    • Eénzijdig spuiten laatste bomenrij

    • Emissiescherm (2,5 m hoog)

    • Dwarsstroomspuit met reflectiescherm

    • 6 meter teeltvrije zone

    • Venturidop + éénzijdige bespuiting laatste bomenrij.

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 30 dagen.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel vormt giftige gassen in oplossing en is irriterend voor de ogen, ademhalingswegen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik.

  • Na aanraking met de huid of de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Draag geschikte handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Draag geschikte ademhalingsbescherming gedurende het legen van de verpakking en het aanmaken van de spuitvloeistof.

  • Spuitnevel niet inademen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Het middel kan worden gebruikt als fungicide ter bestrijding van schurft op appel in situaties dat een behandeling met zwavel minder effectief is, bijvoorbeeld als het koud is, of als de schurftinfectie reeds tot stand is gekomen.

Toepassing

Biologische teelt van vruchtbomen en onderstammen van appel, ter bestrijding van schurft (Venturia inaequalis).

Het middel kan worden toegepast vanaf het verschijnen van de eerste groene delen. De toepassing moet plaatsvinden kort voor of binnen 20 uur na het ontstaan van een schurftinfectie. De toepassing zo nodig enkele malen herhalen.

Dosering: 15 liter middel per hectare.

Niet, of in lagere doseringen, gebruiken op zwavelgevoelige rassen, zoals Cox’s Orange Pippin en Goudreinet. Niet gebruiken op zoete appels. Kans op schade aan bladeren en vruchtverruwing kan niet worden uitgesloten. Met name bij toepassing onder langzaam drogende omstandigheden, kort voor nachtvorst en bij toepassing bij een temperatuur boven 25°C.

Attentie

  • Kalkzwavel heeft een vruchtdunnend effect, indien het middel tijdens de bloei wordt toegepast.

  • Het middel niet vermengd met andere bestrijdingsmiddelen of meststoffen verspuiten.

I.B. Knelpunt Biologische teelt van appel – schurft

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Polisolfuro di Calcio

Gehalte werkzame stof:

230 g/l kalkzwavel

Toelatingsnummer:

Toelatingshouder:

Polisenio srl.

Knelpunt:

Biologische teelt van appel – schurft

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 10 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de biologische teelt van appel vanaf 15 maart 2007 tot en met 30 juni 2007.

In verband met het risico voor waterorganismen is de toepassing op percelen die grenzen aan watergangen uitsluitend toegestaan:

  • vóór 1 mei: als gebruik gemaakt wordt van minimaal 70% driftreducerende maatregelen zoals een tunnelspuit of combinatie windsingel op de rand van het rijpad en éénzijdig bespuiten van de laatste bomenrij, of venturidop met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij.

  • vanaf 1 mei kan volstaan worden met een driftreductie van tenminste 40% door middel van één of meer van de volgende maatregelen:

    • Tunnelspuit

    • Windsingel op de rand van het rijpad + éénzijdig bespuiten van de laatste bomenrij

    • Sensorgestuurde bespuiting

    • Eénzijdig spuiten laatste bomenrij

    • Emissiescherm (2,5 m hoog)

    • Dwarsstroomspuit met reflectiescherm

    • 6 meter teeltvrije zone

    • Venturidop + éénzijdige bespuiting laatste bomenrij).

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 30 dagen.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel vormt giftige gassen in oplossing en is irriterend voor de ogen, ademhalingswegen en de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik.

  • Na aanraking met de huid of de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen.

  • Draag geschikte handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Draag geschikte ademhalingsbescherming gedurende het legen van de verpakking en het aanmaken van de spuitvloeistof.

  • Spuitnevel niet inademen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Het middel kan worden gebruikt als fungicide ter bestrijding van schurft op appel in situaties dat een behandeling met zwavel minder effectief is, bijvoorbeeld als het koud is, of als de schurftinfectie reeds tot stand is gekomen.

Toepassing

Biologische teelt van appel, ter bestrijding van schurft (Venturia inequalis).

Het middel kan worden toegepast vanaf het verschijnen van de eerste groene delen tot en met juni. De toepassing moet plaatsvinden kort voor of binnen 20 uur na het ontstaan van een schurftinfectie. De toepassing zo nodig enkele malen herhalen.

Dosering: 15 liter middel per hectare.

Niet, of in lagere doseringen, gebruiken op zwavelgevoelige rassen, zoals Cox’s Orange, Pippin en Goudreinet. Niet gebruiken op zoete appels. Kans op schade aan bladeren en vruchtverruwing kan niet worden uitgesloten. Met name bij toepassing onder langzaam drogende omstandigheden, kort voor nachtvorst en bij toepassing bij een temperatuur boven 25°C.

Attentie

  • Kalkzwavel heeft een vruchtdunnend effect, indien het middel tijdens de bloei wordt toegepast.

  • Het middel niet vermengd met andere bestrijdingsmiddelen of meststoffen verspuiten.

I.C. Knelpunt Biologische perenteelt – perenschurft

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Amicarb 85 SP

Gehalte werkzame stof: 85% kaliumbicarbonaat

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Armand Products Company

Knelpunt: Biologische perenteelt – perenschurft

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 8 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat maximaal 5 hectare per persoon per dag behandeld mag worden. De gewasbehandeling is slechts toegestaan in de biologische teelt van peer vanaf 1 juni 2007 tot en met 30 september 2007.

De kasten van bestuivers dienen te worden gesloten totdat het gewas volledig droog is.

Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Aanraking met de ogen en de huid vermijden.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Een bescherming voor de ogen dragen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 1 dag.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In de biologische teelt van peer, ter bestrijding van schurft (Venturia pirina).

Amicarb 85 SP is een schimmelbestrijdingsmiddel met contactwerking. Het middel dient met voldoende water (500–1000 liter water per hectare) toegepast te worden zodat het gewas goed geraakt wordt. De toepassing herhalen met een interval van 10 dagen met maximaal 8 toepassingen per teeltseizoen.

Dosering

2,5–6 kg per hectare

I.D. Knelpunt Biologische teelt van appel ter bestrijding van regenvlekkenziekte

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Biofa Cocana

Gehalte werkzame stof: 29,7%

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Biofa

Knelpunt: Biologische teelt van appel ter bestrijding van regenvlekkenziekte

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel in de biologische teelt van appels van 1 juli 2007 tot en met 30 september 2007.

Het middel is giftig voor waterorganismen, dus zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terechtkomt.

De toepassing op percelen die grenzen aan watergangen is uitsluitend toegestaan indien het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang toepast wordt met een windsingel op de rand van het rijpad en éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij, of een venturidop en éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij, of een tunnelspuit.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook tijdens herbetredingswerkzaamheden.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kan worden gebruikt als fungicide ter bestrijding van regenvlekkenziekte op appel. Biofa Cocana werkt preventief.

Toepassingen

In de biologische teelt van appel, ter bestrijding van regenvlekkenziekte. Het middel kan worden toegepast in de periode van juli tot en met september tot maximaal 2 weken voor de oogst. Voor de bepaling van de behandelingsmomenten kan gebruik worden gemaakt van een experimenteel waarschuwingsmodel. Naar verwachting zullen, afhankelijk van de ziektedruk en de weersomstandigheden 2 tot 6 bespuitingen per jaar worden uitgevoerd. De bespuitingen moeten bij voorkeur met veel spuitvloeistof (1000 l/ha) worden uitgevoerd zodat de vruchten volledig nat worden. Hard water vermindert de werking.

Dosering

8 liter middel per hectare

Biofa Cocana kan worden gemengd met spuitzwavel, maar niet met viruspreparaten en Bacillus thuringiensis preparaten.

I.E. Knelpunt Koolzaad – koolzaadglanskever

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Talstar 8 SC

Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: Koolzaad – koolzaadglanskever

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast als gewasbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen en met een teeltvrije zone van 50 cm in de onbedekte teelt van koolzaad vanaf 15 maart 2007 tot en met 30 juni 2007.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het off-field risico voor niet-doelwit arthropoden kan worden beperkt door het toepassen van 90% driftreducerende spuitdoppen.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Achter slot en buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In de teelt van koolzaad, ter bestrijding van de koolzaadglanskever.

Zodra de eerste kevers worden waargenomen een behandeling uitvoeren in het bloemknopstadium. Als het gewas in bloei staat is een behandeling niet meer zinvol.

Dosering

0,125 liter middel per hectare.

I.F. Knelpunt Suikerbiet – emelt

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Talstar 8 SC

Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: Suikerbiet – emelt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel, toegepast als grondbehandeling, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen èn met een teeltvrije zone van ten minste 50 centimeter. Het middel dient voorts te worden toegepast met gebruikmaking van E-doppen of ten minste 90% driftreducerende doppen. Voor het mengen en laden mag slechts een hoeveelheid voor een te behandelen oppervlak van maximaal 8 ha per persoon per dag worden aangemaakt in de teelt van suikerbieten vanaf 1 maart 2007 tot en met 31 mei 2007.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Achter slot en buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In de teelt van suikerbieten, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.).

Zaaivoorbehandeling: Als er problemen met emelten verwacht worden, het product toepassen door middel van een bespuiting in de zaaivoor.

Dosering

1 liter middel per hectare

Rijenbehandeling: Toepassen als rijenbehandeling met daarvoor geschikte spuitapparatuur, na opkomst van de bieten als er problemen met emelten verwacht worden. Het optimale toepassingstijdstip is 's avonds omdat de emelten vooral 's nachts actief zijn.

Dosering

1 liter middel per hectare

I.G. Knelpunt Snijbloemen – emelt

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Talstar 8 SC

Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: Snijbloemen – emelt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als bestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen en met een teeltvrije zone van 150 cm en met dien verstande dat voor het mengen en laden maximaal een hoeveelheid voor een te behandelen oppervlak van 6 hectare per persoon per dag aangemaakt mag worden in de onbedekte teelt van snijbloemen vanaf 1 maart 2007 tot en met 31 oktober 2007.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Achter slot en buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In de onbedekte teelt van snijbloemen, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.).

Als er problemen met emelten verwacht worden, het product verspuiten en inwerken vóór het zaaien of planten.

Dosering

1,25 liter middel per hectare

Als er geen ervaring is opgedaan met dit middel dient er altijd een proefbehandeling uitgevoerd te worden om de verdraagzaamheid van het gewas te testen.

I.H. Knelpunt Boomkwekerij en vaste planten – emelten en ritnaalden

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Talstar 8 SC

Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: Boomkwekerij en vaste planten – emelten en ritnaalden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast als grondbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen en met een teeltvrije zone van 150 cm en met dien verstande dat voor het mengen en laden maximaal een hoeveelheid voor een te behandelen oppervalk van 6 hectare per persoon per dag aangemaakt mag worden in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten vanaf 1 maart 2007 tot en met 30 september 2007.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Achter slot en buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van emelten (larve van Tipula spp.) en ritnaalden (larve van Agriotes spp.).

Als er problemen met deze bodeminsecten verwacht worden, het product verspuiten en inwerken vóór het zaaien of planten.

Dosering

1,25 liter middel per hectare

I.I. Knelpunt Appel – vruchtdunning

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: MaxCel

Gehalte werkzame stof: 19 g/l 6-⁠benzyladenine

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Valent Bio Sciences Corporation (onderdeel van Sumitomo Chemical Agro Europe S.A.)

Knelpunt: Appel – vruchtdunning

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als vruchtdunningsmiddel met maximaal 1 toepassing per teeltseizoen in de teelt van appels vanaf 1 mei 2007 tot en met 30 juni 2007.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeders.

  • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik.

  • Product alleen in de originele verpakking bewaren.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassing

In de teelt van appels, voor vruchtdunning.

Het middel toepassen bij een gemiddelde vruchtomvang van 7 tot 15 mm, mits de hoogste dagtemperatuur minimaal 15 graden Celsius is (de optimale temperatuur is 20 tot 25 graden Celsius) gedurende 2 tot 3 dagen volgend op de toepassing. De werking vermindert door regen of irrigatie over de boomtoppen binnen 6 uur na de toepassing. Bij toepassing van het middel met een temperatuur boven de 30 graden Celsius is er kans op meer uitdunning.

Niet toepassen op bomen of vruchten die onder stress lijden.

De spuitvloeistof aanmaken met water van pH 5 tot 7; de pH mag niet boven de 8.5 zijn.

Het spuitvolume zodanig afstellen dat er voldoende bedekking van vruchten en bladeren optreedt zonder dat de vloeistof afdruipt.

Dosering: 0,375 tot 0,75% (375 tot 750 ml per 100 liter water). De hoogste dosering gebruiken voor moeilijk uit te dunnen boomgaarden, moeilijk uit te dunnen boomsoorten of bij koele weersomstandigheden.

I. J knelpunt Grasland – emelten

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Talstar 8 SC

Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin

Toelatingsnummer: –

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: Grasland – emelten

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing dit kalenderjaar. Toepassing is uitsluitend toegestaan in grasland vanaf 1 september tot en met 30 november 2007.

Voor het mengen en laden mag maximaal een hoeveelheid voor een te behandelen oppervlakte van 7 ha per persoon per dag worden aangemaakt.

Om in het water levende organismen te beschermen moet een spuitvrije zone van 4 meter worden toegepast en dienen tenminste 90% driftreducerende doppen te worden gebruikt.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom ook in acht worden genomen:

Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Het middel achter slot en grendel en buiten bereik van kinderen bewaren.

Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

Afval niet in de gootsteen werpen of spoelen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Wachttijd

Grasland niet binnen 6 weken na behandeling met het gewasbeschermingsmiddel beweiden met vee;

Na behandeling met het gewasbeschermingsmiddel ten minste 6 weken wachten met het maaien van het behandelde gras dat is bestemd voor vervoedering aan vee.

GEBRUIKSAANWIJZING

Toepassingen

In grasland, ter bestrijding van emelten.

Als er problemen met emelten worden verwacht, het middel toepassen door middel van een behandeling over kort gemaaid of kort begraasd grasland. Bij voorkeur toepassen op vochtige grond, beregening kan het effect verbeteren.

Dosering: 0,5 liter middel per hectare.

Deel II. Voorschriften voor de gewasbeschermingsmiddelen, bedoeld in artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

II.A. Knelpunt Kool – bladluis

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Admire

Gehalte werkzame stof:

70% imidacloprid

Toelatingsnummer:

11483N

Toelatingshouder:

Bayer Crop Science BV

Knelpunt:

Rode kool, savooiekool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool – bladluis

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van rode kool, savooiekool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool:

  • a. hetzij als traybehandeling vóór het planten vanaf 1 februari 2007 tot en met 31 augustus 2007;

  • b. hetzij door middel van de phytodrip-techniek vanaf 2 dagen na datum publicatie Staatscourant, maar niet eerder dan 1 december 2006 tot en met 31 augustus 2007.

Attentie:

Het is gevaarlijk en niet toegestaan in één teelt of teeltseizoen zowel Gaucho Tuinbouw (zaadbehandeling of dummypil) als Admire (traybehandeling of phytodrip-techniek) toe te passen. Dus: slechts één van de genoemde middelen of toepassingstechnieken is toegestaan per teelt of teeltseizoen.

Een traybehandeling vóór het planten, dan wel een phytodripbehandeling van bovengenoemde koolsoorten, met dien verstande dat maximaal 50.000 planten per hectare mogen worden geplant. De traybehandeling is uitsluitend toegestaan op een niet doorlatende ondergrond die niet afwatert op oppervlaktewater of in kassen met een volledig gesloten recirculatiesysteem.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen tot en met het poten van behandelde planten.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen:

Admire is een systemisch werkend middel. Het middel wordt door de wortels opgenomen en door de hele plant verspreid. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.

Toepassingen

Rode kool, savooiekool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool, ter bestrijding van de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae; groene en rode variant).

Traybehandeling: het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1-2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maand.

Phytodrip-techniek: het middel voor het planten toepassen door middel van de phytodrip-techniek.

Dosering: 5 gram middel per 1000 planten

Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2-3 weken weer weg.

II.B. Knelpunt kool (broccoli, bloemkool, sluitkool en spruitkool) – koolgalmug

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Admire

Gehalte werkzame stof:

70% imidacloprid

Toelatingsnummer:

11483 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience BV

Knelpunt:

Broccoli, bloemkool en spitskool – koolgalmug

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van spitskool, bloemkool, en broccoli ofwel als traybehandeling of door middel van phytodrip-techniek vóór het planten vanaf 1 februari 2007 tot en met 31 augustus 2007.

Attentie:

Het is gevaarlijk en niet toegestaan in één teelt of teeltseizoen zowel Gaucho Tuinbouw (zaadbehandeling of dummypil) als Admire (traybehandeling of phytodrip-techniek) toe te passen.

Dus: slechts één van de genoemde middelen of toepassingstechnieken is toegestaan per teelt of teeltseizoen.

Een traybehandeling vóór het planten, dan wel een phytodripbehandeling van spitskool, bloemkool en broccoli, met dien verstande dat maximaal 50.000 planten per hectare mogen worden geplant. De traybehandeling is uitsluitend toegestaan op een niet doorlatende ondergrond die niet afwatert op oppervlaktewater of in kassen met een volledig gesloten recirculatiesysteem.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen tot en met het poten van behandelde planten.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Admire is een systemisch werkend middel. Het middel wordt door de wortels opgenomen en door de hele plant verspreid. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.

Toepassingen

Spitskool, bloemkool en broccoli, ter bestrijding van de koolgalmug (Contarinia nasturtii):

Traybehandeling: het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maand.

Phytodrip-techniek: het middel voor het planten toepassen door middel van de phytodrip-techniek.

Dosering: 5 gram middel per 1000 planten

Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weer weg.

II.C. Knelpunt Andijvie en radicchio rosso – bladluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof:

70 % imidacloprid

Toelatingsnummer:

12341 N

Toelatingshouder:

Bayer Cropscience B.V.

Knelpunt:

Andijvie en radicchio rosso –bladluizen

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de behandeling van zaden, óf als toepassing bij het zaaien door middel van de dummypil-methode ten behoeve van de onbedekte teelt van andijvie en radicchio rosso ter voorkoming van aantasting door insecten vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 juli 2007.

Attentie:

Het is gevaarlijk en niet toegestaan in één teelt of teeltseizoen zowel Gaucho Tuinbouw (zaadbehandeling of dummypil) als Admire (traybehandeling of phytodrip-techniek) toe te passen.

Dus: slechts één van de genoemde middelen of toepassingstechnieken is toegestaan per teelt of teeltseizoen.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Gaucho is een systemisch werkend insecticide. Het middel wordt via de wortels opgenomen en door de hele plant verspreid.

Toepassingen

Onbedekte teelt van andijvie en radicchio rosso, ter voorkoming van bladluizen (Aphidiae).

Het middel heeft een werkingsduur van minimaal één maand.

In de laatste weken voor de oogst dient mogelijk nog 1–2 keer tegen luizen te worden gespoten met een daarvoor toegelaten middel.

Dosering: 1150 gram middel per kg zaden.

II.D. Knelpunt Bloemkool, broccoli en spitskool – koolgalmug

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof:

70% imidacloprid

Toelatingsnummer:

12341 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience B.V.

Knelpunt:

Bloemkool, broccoli en spitskool – koolgalmug

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van behandeling van zaden of als toepassing bij het zaaien door middel van dummypil met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van bloemkool, broccoli en spitskool vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2007.

Attentie:

Het is gevaarlijk en niet toegestaan in één teelt of teeltseizoen zowel Gaucho Tuinbouw (zaadbehandeling of dummypil) als Admire (traybehandeling of phytodrip-techniek) toe te passen.

Dus: slechts één van de genoemde middelen of toepassingstechnieken is toegestaan per teelt of teeltseizoen.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Gaucho Tuinbouw is een systemisch werkend insecticide. Het middel wordt via de wortels opgenomen en door de gehele plant verspreid.

Toepassingen

In de teelt van bloemkool, broccoli en spitskool, ter bestrijding van koolgalmug (Contarinia nasturtii).

Dosering: 215 gram middel per eenheid zaden (100.000 zaden).

Waarschuwing:

Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden, hetzij toepassen als dummypil, echter niet in combinatie met andere insecticiden (bv. tegen koolvlieg). Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase. Deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II.E. knelpunt Boerenkool, broccoli, chinese kool, sluitkool, spruitkool – bladluis

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Gaucho Tuinbouw

Gehalte werkzame stof:

70% imidacloprid

Toelatingsnummer:

12341 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience B.V.

Knelpunt:

Boerenkool, broccoli, chinese kool, sluitkool, spruitkool – bladluis

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel door middel van behandeling van zaden òf als toepassing bij het zaaien door middel van dummypil met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen:

  • in de teelt van boerenkool vanaf 1 mei 2007 tot en met 31 juli 2007;

  • in de teelt van broccoli, chinese kool, sluitkool en spruitkool vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2007.

Attentie:

Het is gevaarlijk en niet toegestaan in één teelt of teeltseizoen zowel Gaucho Tuinbouw (zaadbehandeling of dummypil) als Admire (traybehandeling of phytodrip-techniek) toe te passen.

Dus: slechts één van de genoemde middelen of toepassingstechnieken is toegestaan per teelt of teeltseizoen.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Behandelde zaden niet voor menselijke of dierlijke consumptie bestemmen.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

  • Tijdens het mengen/laden en afzakken en de ontsmetting een geschikte adembescherming dragen. Voor voldoende reductie van de inhalatoire blootstelling dient optimale adembescherming met verse luchttoevoer effectief te worden gebruikt.

  • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gaucho Tuinbouw is een systemisch werkend insecticide. Het middel wordt via de wortels opgenomen en door de gehele plant verspreid.

Toepassingen

In de teelt van boerenkool, broccoli, Chinese kool, sluitkool en spruitkool, ter voorkoming van aantasting door melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus percsicae).

Het middel heeft een werkingsduur van minimaal één maand. In de laatste weken voor de oogst dient mogelijk nog 1–2 keer tegen bladluizen te worden gespoten met een daarvoor toegelaten middel.

Dosering: 215 gram middel per eenheid zaden (100.000 zaden).

Waarschuwing:

Het middel uitsluitend toepassen bij het pilleren van zaden, hetzij toepassen als dummypil, echter niet in combinatie met andere insecticiden (bv. tegen koolvlieg). Er kan enige opkomstvertraging en vertraging in de groei van kiemplanten optreden in de opkweekfase. Deze is echter op het moment van uitplanten op het productieveld niet meer zichtbaar.

II.F. Knelpunt Boomkwekerijgewassen – gal- en roestmijt

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Vertimec

Gehalte werkzame stof:

18 g/l abamectine

Toelatingsnummer:

10020 N

Toelatingshouder:

Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt:

Boomkwekerijgewassen – gal- en roestmijt

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen vanaf 1 maart 2007 tot en met 31 oktober 2007.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.

Dit middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het kan de vruchtbaarheid en het ongeboren kind schaden.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Blootstelling vermijden- vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Het maximale effect tegen mijten wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, ter bestrijding van gal- en roestmijten (Eriophyidae).

Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig eenmaal herhalen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,025% (25 ml per 100 liter water).

II.G. Knelpunt Aardbei onder glas – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Vertimec

Gehalte werkzame stof:

18 g/l abamectine

Toelatingsnummer:

10020 N

Toelatingshouder:

Syngenta Crop Protection

Knelpunt:

Aardbei onder glas – trips

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte productieteelt van aardbei vanaf 1 februari 2007 tot en met 31 oktober 2007.

In de bedekte teelt mag het middel uitsluitend worden toegepast door middel van:

  • een gewasgerichte behandeling met hydraulische spuitapparatuur (hogedrukspuit) mits per hectare minimaal 250 liter spuitvloeistof wordt toegepast met een druk bij de pomp die niet hoger is dan 25 bar (d.d. 2500 kPa of 25 kgf/cm3 of 25 atm),

  • een ruimtebehandeling met een Laag Volume vernevelaar (Low Volume Misters)

Het middel mag uitsluitend worden toegepast onder strikte in achtneming van het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de desbetreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen het gestelde onder veiligheidsaanbevelingen strikt in acht nemen.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Gebruik is wel toegestaan op bloeiende planten onder glas mits er geen bijen of hommels in de kas worden gebruikt.

Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het kan de vruchtbaarheid en het ongeboren kind schaden.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Blootstelling vermijden- vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 3 dagen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.

Toepassingen

In de bedekte productieteelt van aardbei, ter bestrijding van larven van trips (Frankliniella occidentalis).

Toepassen zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen. Het middel maximaal 3 maal per teelt toepassen met een interval van minimaal 7 dagen.

Dosering: 0,05% (50 ml per 100 liter water) in maximaal 1500 liter water per hectare.

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.

II.H. Knelpunt Peer – perenbladvlo

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Vertimec

Gehalte werkzame stof:

18 g/l

Toelatingsnummer:

10020 N

Toelatingshouder:

Syngenta Crop Protection

Knelpunt:

Peer – perenbladvlo

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van peer door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 mei 2007 tot en met 31 augustus 2007.

Door het toepassen van driftreducerende maatregelen dient de emissie naar water en sediment beperkt te worden. De toepassing op percelen die grenzen aan watergangen is uitsluitend toegestaan indien het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang toepast wordt met een windsingel en éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij, of een venturidop en éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij, of een tunnelspuit .

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het kan de vruchtbaarheid en het ongeboren kind schaden.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan het gewas.

  • Draag een beschermingsmiddel voor de ogen.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Blootstelling vermijden - vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 28 dagen voor peer.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare.

Toepassingen

In de teelt van peer, ter bestrijding van perenbladvlo (Psylla pyri).

Toepassen op het moment dat de eerste eieren uitkomen. Vertimec is werkzaam tegen de eerste larvale stadia. Het heeft geen werking tegen de volwassen perenbladvlooien. De behandeling zonodig na minimaal 10 dagen eenmaal herhalen. De toevoeging van een uitvloeier kan de werking versterken.

Dosering: 0,075% (75 ml per 100 liter water)

Attentie

Gezien de inherente risico’s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen Vertimec toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder begrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen.

II.I. knelpunt Raketblad – éénjarige breedbladige onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Titus

Gehalte werkzame stof:

25% rimsulfuron

Toelatingsnummer:

11393 N

Toelatingshouder:

Dupont De Nemours (Nederland) B.V.

Knelpunt:

Raketblad – éénjarige breedbladige onkruiden

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van raketblad vanaf 1 mei 2007 tot en met 31 augustus 2007, mits niet meer dan 30 gram per hectare per toepassing en niet meer dan 70 gram middel per hectare per teelt of teeltseizoen wordt toegepast.

Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

De kennis omtrent de toepassing van Titus in raketblad is zeer beperkt. Titus is niet volledig selectief in raketblad. Toepassing van Titus kan een gewasreactie veroorzaken en er kan verkleuring en sterke groeiremming optreden. Vooral het kiembladstadium blijkt erg gevoelig.

Toepassingen

Raketblad, ter bestrijding van éénjarige, breedbladige onkruiden.

Het middel dient te worden toegepast op zeer jonge onkruiden, bij voorkeur in het kiemlobstadium.

Niet toepassen op het kiembladstadium van het gewas.

Dosering: Maximaal 30 gram middel per hectare per toepassing en maximaal 70 gram per hectare per teelt of teeltseizoen. Herhaald toepassen met lage doseringen (10–20 gram per hectare). Voeg altijd 100 ml Trend per 100 liter spuitvloeistof toe. Vervolgbespuiting uitvoeren bij nieuwe opkomst van onkruiden.

II.J. knelpunt Biologische pruim – bladluis

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Spruzit Vloeibaar

Gehalte werkzame stof:

160 g/l piperonylbutoxide, 40 g/l pyrethrinen

Toelatingsnummer:

7229 N

Toelatingshouder:

W. Neudorff GmbH KG

Knelpunt:

Biologische pruim – bladluis

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de biologische teelt van pruimen vanaf 1 april 2007 tot en met 30 juni 2007.

De toepassing op percelen die grenzen aan watergangen is uitsluitend toegestaan indien het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang wordt toegepast:

  • vóór 1 mei met een tunnelspuit,

  • na 1 mei met een tunnelspuit of met een windsingel en éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij, of een venturidop en éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij.

Veiligheidstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is ontvlambaar. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toepassingen

Biologische teelt van pruimen, ter bestrijding van de melige pruimenluis (Hyalopterus pruni).

Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden; in het bijzonder de onderkant van het blad. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur ’s avonds toepassen voor extra lange werking. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is. Aangemaakte oplossing niet langdurig blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.

Dosering: 0,1% (100 ml op 100 liter water).

II.K. knelpunt Biologische appelteelt – appelbloesemkever

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Spruzit vloeibaar

Gehalte werkzame stof:

160 g/l piperonylbutoxide, 40 g/l pyrethrinen

Toelatingsnummer:

7229 N

Toelatingshouder:

W. Neudorff GmbH KG

Knelpunt:

Biologische appelteelt – appelbloesemkever

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de biologische teelt van appels vanaf 1 maart 2007 tot en met 30 april 2007.

De toepassing op percelen die grenzen aan watergangen is uitsluitend toegestaan, indien het middel, in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang, verspoten wordt met een tunnelspuit.

Veilighei dstermijn:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 dagen.

Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Het middel is ontvlambaar. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Buiten bereik van kinderen bewaren.

  • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

  • Aanraking met de huid vermijden.

  • Afval niet in de gootsteen werpen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toepassingen

Biologische teelt van appels, ter bestrijding van de appelbloesemkever (Anthonomus pomorum).

Het gewas dient aan alle kanten goed bespoten te worden. Bespuiting zonodig na een week herhalen. Bij voorkeur overdag, op een zonnige dag spuiten aangezien dan de kevers het meest actief zijn. Niet meer aanmaken dan in een paar uur te verwerken is. Aangemaakte oplossing niet langdurig blootstellen aan zonlicht en hoge temperaturen.

Dosering: 0,1% (100 ml op 100 liter water).

II.L. knelpunt Sperzie- en snijbonen – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Mycotal

Gehalte werkzame stof:

1010 sporen Verticillium lecanii per gram

Toelatingsnummer:

10980 N

Toelatingshouder:

Koppert BV

Knelpunt:

Sperzie- en snijbonen – trips

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast door middel van een gewasbehandeling met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van snijboon en sperzieboon vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

Het middel mag op de dag van de oogst niet vóór de oogst worden toegepast.

Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de betreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen de gestelde veiligheidsmaatregelen strikt in acht nemen.

Dit middel is irriterend voor de ademhalingswegen en er is gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Draag een geschikte adembescherming (voorzien van een P3 filter) tijdens het openen van de verpakking, het mengen/laden en spuiten van het middel.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Mycotal is een biologisch insecticide op basis van sporen van de schimmel Verticillium lecanii. Het middel werkt als contactmiddel.

Wanneer men nog geen ervaring heeft met het gebruik van Mycotal in een bepaald gewas, wordt aangeraden eerst een klein gedeelte van dit gewas te behandelen voordat een toepassing op grote schaal plaatsvindt. Houd tijdens de behandeling de kas goed gesloten om te voorkomen dat sporen naar buiten komen.

Werking

Na een bespuiting kiemen de sporen op het insect en dringen de schimmeldraden het insect binnen. In het insect ontwikkelt de schimmel zich verder en doodt het insect na 7–10 dagen. Bij voldoende hoge relatieve luchtvochtigheid en temperatuur produceert de schimmel daarna buiten het lichaam van het insect weer sporen, die opnieuw voor infectie van insecten zorg kunnen dragen.

Klimaatsomstandigheden:

De effectiviteit van Mycotal is in hoge mate afhankelijk van de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid in het gewas en het tijdstip van toepassing. Voor een goede werking moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • relatieve luchtvochtigheid: ≥ 75% gedurende een aaneengesloten periode van 10–12 uur volgend op de behandeling. Omdat een hoge relatieve luchtvochtigheid de ontwikkeling van Verticillium lecanii bevordert wordt aanbevolen in de namiddag of vroeg in de avond te spuiten;

  • temperatuur: 18–30°C gedurende 10–12 uur per dag voor een periode van 4–5 dagen na de behandeling.

Bereiding spuitvloeistof:

De vereiste hoeveelheid middel eerst met water met een temperatuur van 15–20°C in een emmer al roerende mengen tot een dunne pap en een half uur laten staan. Gebruik 3–4 liter water per 500 gram Mycotal. De dunne pap daarna met de benodigde hoeveelheid water in de spuittank gieten en direct verspuiten. Niet in een warme omgeving of in direct zonlicht plaatsten.

Spuitapparatuur:

Mycotal kan met normale spuitapparatuur verspoten worden.

Menging:

Het middel niet mengen met andere middelen. Een fungicide-toepassing uitvoeren 3 dagen voor of 3 dagen na toepassing van Mycotal.

Toepassingen

Bedekte teelt van snijboon en sperzieboon, ter bestrijding van trips.

Een behandeling uitvoeren zodra insecten worden waargenomen. De behandeling 2–4 keer herhalen met een interval van ± 7 dagen.

Het is belangrijk dat de onderzijde van de bladeren en de koppen goed geraakt worden. Voor een goede bedekking wordt aanbevolen ca. 2000 liter spuitvloeistof per hectare te verspuiten in hoog opgaande gewassen en ca. 1000 liter per hectare in lager blijvende gewassen.

Dosering: 0,1% (100 gram middel per 100 liter water)

II.M. knelpunt bloembollen en bolbloemen – emelten en ritnaalden

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

Mocap 20 GS

Gehalte werkzame stof:

20% ethoprofos

Toelatingsnummer:

12516 N

Toelatingshouder:

Bayer CropScience BV

Knelpunt:

bloembollen en bolbloemen – emelten en ritnaalden

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast als grondbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat er niet meer dan 10 ha per persoon per dag behandeld mag worden

  • a. in de onbedekte bloembollenteelt van gladiool vanaf 1 maart 2007 tot en met 31 mei 2007

  • b. in de onbedekte bolbloementeelt van gladiool vanaf 1 maart 2007 tot en met 30 november 2007.

Het middel is vergiftig bij inademing en bij opname door de mond en is zeer vergiftig bij aanraking met de huid. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is vergiftig voor in water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Stof niet inademen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

  • Deze stof en verpakking op veilige wijze afvoeren.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toepassingen

In de onbedekte teelt van bloembollen en bolbloemen van gladiool, ter bestrijding van ritnaalden.

Het middel vlak voor het pootklaar maken van de grond volvelds strooien. Direct na het strooien het middel gelijkmatig inwerken met de voor het plantklaar maken van de grond gebruikelijke apparatuur.

Dosering: 20 kg per hectare.

II.N. knelpunt Meekrap – onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam:

LONTREL 100

Gehalte werkzame stof:

100 g/l clopyralid

Toelatingsnummer:

11526 N

Toelatingshouder:

Dow AgroSciences BV

Knelpunt:

Meekrap – onkruiden

Gebruiksvoorschriften

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte teelt van meekrap in de periode vanaf 1 april 2007 tot en met 31 juli 2007.

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding

  • Niet roken tijdens gebruik

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Algemeen

Lontrel 100 is een systemisch bladherbicide. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer, bij temperaturen van ± 15°C en hoge luchtvochtigheid. Niet spuiten bij temperaturen hoger dan 25°C of als binnen 6 uur regen wordt verwacht.

Hoeveelheid spuitvloeistof 150–400 liter water per hectare.

Voorkom overwaaien van de spuitvloeistof naar gevoelige gewassen.

Toepassingen

Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van akker- en melkdistel. De akker- en melkdistel dient pleksgewijs te worden bestreden.

Toepassen op akkerdistel vóórdat de bloemknop is gevormd (± 15–30 cm) en op melkdistel met 6 tot 10 bladeren.

Dosering:

Met een rugspuit: 0,3% oplossing (30 ml Lontrel 100 in 10 liter water).

Met een veldspuit: 1,5 liter Lontrel 100 per hectare voor de te behandelen perceelsgedeelten.

Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van diverse onkruiden.

Bij voorkeur toepassen op zeer jonge onkruiden. Lontrel 100 bestrijdt hondspeterselie en driedelig tandzaad en heeft een goede nevenwerking tegen o.a. veelknopigen, zwarte nachtschade, kamillesoorten, akkerkool en klein kruiskruid.

Dosering:

  • 1,5 liter Lontrel 100 per hectare, maximaal 1 maal toepassen direct na het planten of

  • 0,5 liter Lontrel 100 per hectare, maximaal 3 maal toepassen gedurende het groeiseizoen.

II.O. Knelpunt Nerine – wolluis

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Nerine – wolluis

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel zonder dat er bij de toepassing mensen in de kas aanwezig zijn, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen. Verder is het gebruik van het middel in bloeiende planten alleen toegestaan in de vegetatieve fase in de bedekte teelt van Nerine door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan longschade veroorzaken na verslikken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 ºC behandelen.

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de bedekte teelt van Nerine, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae). Alléén toepassen in de vegetatieve fase van de planten.

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering

0,2% (200 ml per 100 liter water)

II.P. Knelpunt Roos – wolluis

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Roos – wolluis

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel zonder dat er bij de toepassing mensen in de kas aanwezig zijn, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen. Verder is het gebruik van het middel in bloeiende planten alleen toegestaan in de vegetatieve fase in de bedekte teelt van roos door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan longschade veroorzaken na verslikken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 ºC behandelen.

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de bedekte teelt van roos, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae).

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen. Alléén toepassen in de vegetatieve fase van de planten.

De gewasbehandeling kan ook pleksgewijs worden uitgevoerd; in dit geval mag per jaar maximaal de hoeveelheid worden gebruikt gelijk aan twee toepassingen op de gehele teeltoppervlakte.

Dosering

0,2% (200 ml per 100 liter water)

II.Q. Knelpunt Amaryllis tegen narcismijt

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Amaryllis tegen narcismijt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel zonder dat er bij de toepassing mensen in de kas aanwezig zijn, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen.

Verder is het gebruik van het middel in bloeiende planten alleen toegestaan in de vegetatieve fase in de bedekte snijbloementeelt van amaryllis door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan longschade veroorzaken na verslikken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 ºC behandelen.

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de bedekte snijbloementeelt van amaryllis, ter bestrijding van narcismijt (Steneotarsonemus laticeps). Alléén toepassen in de vegetatieve fase van de planten.

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering

0,2% (200 ml per 100 liter water)

II.R. Knelpunt lelie – bollenmijt

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: lelie – bollenmijt

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen als plantgoedbehandeling van lelieschubben ten behoeve van de teelt van lelie vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

Dit middel is ontvlambaar, schadelijk bij inademing en opname door de mond, irriterend voor de ogen en de ademhalingswegen, zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan longschade veroorzaken na verslikken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20ºC behandelen. Het middel is ook geschikt voor de bestrijding van mijten, bijvoorbeeld bij plantgoed. De kiemkracht van het plantgoed wordt niet beïnvloed door het middel.

Toepassingen

Als plantgoedbehandeling (schubben) ten behoeve van de teelt van lelie, ter bestrijding van bollenmijt (Rhizoglyphus robini).

De schubben éénmalig dompelen in een oplossing van het middel kort na de oogst of na de bewaring in ijs.

Na het dompelen, de schubben de geadviseerde temperatuurbehandeling geven en gedurende 48 uur geen lucht verversen ter bevordering van de dampwerking. Zorg er voor dat de cel steeds goed volgestapeld is. Is dit niet mogelijk, dan de behandelde schubben afdekken met plastic.

Dosering

0,5% (0,5 liter middel per 100 liter water).

Plantgoedbehandeling algemeen

In de gebruiksaanwijzing is voor de toepassingen voor bloembollen- en knollenplantgoed steeds uitgegaan van een standaardontsmettingswijze, waarbij gestreefd dient te worden naar minimale restanten door opgebruik. Voor de toegestane wijze van verwerken van restanten ontsmettingsvloeistof wordt verwezen naar de ‘Regeling verwijdering dompelvloeistof bloembollen en -knollen’.

II.S. Knelpunt Groene potplanten – wol-, dop- en schildluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Groene potplanten – wol-, dop- en schildluizen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel zonder dat er bij de toepassing mensen in de kas aanwezig zijn, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen. De vrijstelling geldt in de bedekte teelt van groene potplanten, inclusief kuipplanten, door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan longschade veroorzaken na verslikken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 ºC behandelen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van groene potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae), schildluis (o.a. Aspidiotus nerii) en dopluis (o.a. Coccus hesperidum en Saissetia coffeae). Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering

0,2% (200 ml middel per 100 liter water).

N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten is het middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster) en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.

II.T. Knelpunt Bloeiende potplanten en orchideeën tegen wol- en schildluizen

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Actellic 50

Gehalte werkzame stof: 500 g/l pirimifos-methyl

Toelatingsnummer: 6469 N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.

Knelpunt: Bloeiende potplanten en orchideeën tegen wol- en schildluizen

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel zonder dat er bij de toepassing mensen in de kas aanwezig zijn, met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen, met dien verstande dat het middel niet toegepast mag worden in kassen waarvan het condenswater in het oppervlaktewater terecht kan komen. De vrijstelling geldt:

  • a. in de bedekte teelt van bloeiende potplanten, inclusief kuipplanten, door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007

  • b. in de bedekte teelt van orchideeën door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

Na afloop van de behandeling dienen de luchtramen minimaal 4 uur gesloten te blijven, vervolgens minimaal 12 uur afluchten voordat de betreffende ruimte betreden mag worden.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en ademhalingswegen. Het middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Het middel kan longschade veroorzaken na verslikken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Spuitnevel niet inademen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

  • Bij inslikken niet het braken opwekken, direct een arts raadplegen en de verpakking of het etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel kenmerkt zich door een goede contactwerking en dampwerking. Het middel dringt diep in het plantenweefsel door. De nawerking van het middel is kort. Het middel kan zowel worden verspoten als verneveld door middel van Puls- en Swingfog. Het effect van het middel wordt sterk beïnvloed door de temperatuur. Bij voorkeur niet beneden 20 ºC behandelen.

Toepassingen

In de bedekte teelt van orchideeën en bloeiende potplanten, ter bestrijding van wolluis (Pseudococcidae) en schildluis (o.a. Aspidiotus nerii). Alléén toepassen in de vegetatieve fase van de planten.

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren. Zonodig de behandeling maximaal 1 maal herhalen met een interval van 10–14 dagen.

Dosering

0,2% (200 ml middel per 100 liter water).

N.B. Veiligheid voor het gewas: op een groot aantal soorten en variëteiten (ook potplanten) is het middel toegepast zonder dat beschadiging van het gewas optrad, met uitzondering van een aantal gevallen in de teelt van rozen, Gerbera, Euphorbia (syn. Poinsettia, kerstster) en Adiantum (venushaar). Bij twijfel over fytotoxiciteit wordt aangeraden een proefbespuiting uit te voeren.

II.U. Knelpunt Wintergraan, graszaad, koolzaad – slakken

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Caragoal Gr

Gehalte werkzame stof: 6,4% metaldehyde

Toelatingsnummer: 4379 N

Toelatingshouder: Luxan B.V.

Knelpunt: Wintergraan, graszaad, koolzaad – slakken

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel ter bestrijding van schadelijke landslakken met maximaal twee toepassingen per teelt:

  • a. in de teelt van wintergraan van 1 januari 2007 tot en met 28 februari 2007 of van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007;

  • b. in de teelt van graszaad van 1 januari 2007 tot en met 28 februari 2007 of van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007;

  • c. in de teelt van koolzaad van 1 januari 2007 tot en met 28 februari 2007 of van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007.

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Dit middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Om mogelijke vergiftiging te voorkomen er op toezien dat uitgestrooide korrels niet door kinderen of huisdieren worden gegeten. Bij vermoeden van opname direct uw huisarts of dierenarts raadplegen.

Lokmiddel in korrelvorm ter bestrijding van landslakken.

Toepassingen

In de teelt van wintergraan, graszaad en koolzaad, ter bestrijding van landslakken.

Tijdstip en wijze van toepassing:

De korrels tussen de cultuurplanten uitstrooien wanneer de slakken zeer bedrijvig zijn; dit is over het algemeen bij warm en vochtig weer. Bij voorkeur uitstrooien in de namiddag, als een zwoele nacht en enige dagen droog weer wordt verwacht.

In verband met het uitkomen van reeds gelegde eieren is het meestal noodzakelijk de behandeling na 1–2 weken te herhalen. Bij hevige aantasting en bij zeer vochtig weer verdient het aanbeveling de dosering iets te verhogen of de toepassing eerder te herhalen.

Dit middel bevat stoffen, die schimmelvorming voorkomen en de regenbestendigheid verhogen.

Bij toepassing op grotere schaal dient een granulaatstrooier te worden gebruikt.

Dosering

Op grote percelen ca. 7 kg per ha.

Een goede bescherming tegen slakken kan vaak ook worden verkregen door het middel in regels langs de perceelranden uit te strooien.

II.V. Knelpunt rabarber – breedbladig onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Centium 360 CS

Gehalte werkzame stof: 360 g/l clomazone

Toelatingsnummer: 12148 N

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: rabarber – breedbladig onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en eerste jaarsteelten van rabarber vanaf 1 maart 2007 tot en met 31 juli 2007.

Het volgende moet in acht genomen worden:

  • Niet roken tijdens gebruik.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Galium aparine), zwaluwtong (Polygonum convolvulus), perzikkruid (Polygonum persicaria) en vogelmuur (Stellaria media).

Toepassingen

In de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaarsteelten van rabarber, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.

Centium 360 CS toepassen vóór of kort na het uitlopen van het gewas.

Dosering

0,25 liter per hectare

Waarschuwing

Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring (chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de periode kort na toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard zonder negatieve effecten op de uiteindelijke opbrengsten.

Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan is het af te raden om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als vervanggewas te gebruiken.

Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

II.W. Knelpunt knolvenkel – breedbladig onkruid

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Centium 360 CS

Gehalte werkzame stof: 360 g/l clomazone

Toelatingsnummer: 12148 N

Toelatingshouder: Belchim Crop Protection

Knelpunt: knolvenkel – breedbladig onkruid

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van knolvenkel vanaf 1 mei 2007 tot en met 31 augustus 2007.

Het volgende moet in acht genomen worden:

  • Niet roken tijdens gebruik.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Galium aparine), zwaluwtong (Polygonum convolvulus), perzikkruid (Polygonum persicaria) en vogelmuur (Stellaria media).

Toepassingen

Onbedekte teelt van knolvenkel, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.

Centium 360 CS toepassen direct na het zaaien vóór opkomst van het gewas of na het aanslaan van de planten op onkruidvrije, vochtige grond.

Dosering

0,25 liter per hectare

Waarschuwing

Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring (chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de periode kort na toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard zonder negatieve effecten op de uiteindelijke opbrengsten.

Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan is het af te raden om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als vervanggewas te gebruiken.

Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.

II.X. Knelpunt Ginseng – bodemschimmels

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Shirlan

Gehalte werkzame stof: 500 g/l FLUAZINAM

Toelatingsnummer: 12205N

Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection

Knelpunt: Ginseng – bodemschimmels

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van ginseng van 1 mei 2007 tot en met 30 september 2007.

Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Dit middel is zeer vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor Shirlan, niet meer werken met dit product of met dit product behandelde planten.

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Toepassingen

In de teelt van Ginseng, ter voorkoming van aantasting door Phytophthora cactorum.

Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van het gewas en het weer. Meestal wordt na opkomst van het gewas met de bespuiting begonnen. Afhankelijk van de weersomstandigheden dienen de behandelingen om de 7–10 dagen te worden herhaald.

Dosering

0,4 liter middel per hectare

II.Y. Knelpunt grondgebonden snijbloemen onder glas – wortelduizendpoot

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Curater vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran

Toelatingsnummer: 7823 N

Toelatingshouder: FMC Chemical

Knelpunt: grondgebonden snijbloemen onder glas – wortelduizendpoot

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel op klei-, veen- en zavelgronden met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat voor het laden en mengen maximaal een hoeveelheid voor een te behandelen oppervlakte van 0,2 ha per dag per persoon aangemaakt mag worden in de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen door middel van een grondbehandeling vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het middel bevat fenylmethoxy methanol. Dit kan een allergische reactie veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende handschoenen, kleding en laarzen.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen en indien mogelijk dit etiket tonen.

  • Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Bijen kunnen ook actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Het dient aanbeveling middels een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen, ter bestrijding van wortelduizendpoot (Scutigerella immaculata).

Het middel toedienen via de regenleiding; meteen na toepassing enkele minuten naregenen. Bij zware aantasting de behandeling na ca. 14 dagen herhalen. In chrysanten is schade in de vorm van blad- of wortelverbranding niet uitgesloten. Op grond met een hoog organische stofgehalte kan de werking van Curater Vloeibaar middels een grondbehandeling tegen de wortelduizendpoot tegenvallen.

Dosering

2 ml per m2, opgelost in 2 tot 3 liter water

II.Z. Knelpunt Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Curater vloeibaar

Gehalte werkzame stof: 200 g/l carbofuran

Toelatingsnummer: 7823 N

Toelatingshouder: FMC Chemical

Knelpunt: Boomkwekerijgewassen en vaste planten – gegroefde lapsnuitkever

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen die machinaal worden toegepast met gebruikmaking van driftreducerende doppen van minimaal 90% en met een teeltvrije zone van 150 cm en met dien verstande dat maximaal 1 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten door middel van een gewasbehandeling vanaf 1 mei 2007 tot en met 31 oktober 2007.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is schadelijk bij aanraking met de huid en vergiftig bij inademen. Dit middel is zeer vergiftig bij opname door de mond en irriterend voor de huid. Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aqauatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het middel bevat fenylmethoxy methanol. Dit kan een allergische reactie veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende handschoenen, kleding en laarzen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep.

  • Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen en indien mogelijk dit etiket tonen.

  • Na het werk direct handen, gezicht en haar wassen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Bijen kunnen ook actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Algemeen

Het verdient aanbeveling door middel van een proefbehandeling vast te stellen of het betreffende gewas de behandeling verdraagt.

Toepassingen

In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van de volwassen lapsnuitkever (Otiorhynchus spp).

Zodra aantasting wordt waargenomen een gewasbehandeling uitvoeren en met een interval van 21 dagen herhalen. Het optimale toepassingstijdstip is ’s avonds omdat de kevers ’s nachts actief zijn.

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water)

II.AA. Knelpunt Zure kers – vruchtrijping

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Ethrel-A

Gehalte werkzame stof: 480 g/l ethefon

Toelatingsnummer: 6355 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als groeiregulerend middel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat het middel uitsluitend machinaal (dus niet met rugspuit) toegepast mag worden en dat maximaal 1 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de teelt van zure kers vanaf 1 mei 2007 tot en met 31 juli 2007.

Bij gebruik van dit middel bestaat gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel is schadelijk voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Een beschermingsmiddel voor de ogen dragen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen voor zure kers.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

In het algemeen moet zoveel spuitvloeistof worden gebruikt dat een goede en regelmatige bevochtiging van het gewas plaats heeft. Toevoeging van 25 ml uitvloeier per 100 liter spuitvloeistof is daarom aan te bevelen. Bespuitingen uitvoeren op een droog gewas en als niet direct regen wordt verwacht.

Toepassingen

Zure kers, ter bevordering van vruchtrijping.

Zeven tot tien dagen voor de oogst een gewasbehandeling uitvoeren.

Dosering

0,75 l middel per ha

II.AB. Knelpunt Druiven – Meeldauw

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Exact

Gehalte werkzame stof: 50 g/l triadimenol

Toelatingsnummer: 11222 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Druiven – Meeldauw

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 6 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van druiven van 1 mei 2007 tot en met 30 augustus 2007.

Het middel is giftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 35 dagen voor druiven.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het gewas goed bevochtigen.

Toepassingen

In de teelt van druiven, ter bestrijding van echte meeldauw (Uncinula necator).

Vanaf de eerste meeldauwaantasting wekelijks bespuitingen uitvoeren.

Dosering

0,05% (50 ml middel in 100 liter water)

II.AC. Knelpunt onbedekte teelt van oregano – grasachtige onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Gallant 2000

Gehalte werkzame stof: 108 g/l haloxyfop-P-methyl

Toelatingsnummer: 11592 N

Toelatingshouder: Dow Agrosciences B.V.

Knelpunt: onbedekte teelt van oregano – grasachtige onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel ter bestrijding van grasachtige (monocotyle) onkruiden, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met dien verstande dat maximaal 5 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de onbedekte teelt van oregano bestemd voor de productie van etherische oliën, vanaf 1 april 2007 tot en met 30 september 2007.

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Dit middel geeft gevaar voor ernstig oogletsel, kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid en is irriterend voor ademhalingswegen en de huid. Dampen kunnen slaperigheid en duizeligheid veroorzaken. Het middel is giftig voor in water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.

  • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Gallant 2000 is een systemisch werkend bladherbicide en bestrijdt kweekgras, eenjarige grassen en opslag van granen, ook straatgras wordt bestreden. Op het moment van spuiten moeten de grassen goed aan de groei zijn en voldoende bladmassa hebben om het herbicide op te nemen (3–5 bladstadium tot begin uitstoeling).

Wacht met toepassen niet zo lang dat het cultuur gewas het onkruid grotendeels bedekt.

Toepassen bij droog en groeizaam weer, als geen regen wordt verwacht binnen 1 uur na toepassing. De groei van de onkruiden stopt binnen enkele dagen na de bespuiting; afhankelijk van de weersomstandigheden en de onkruiden is de werking zichtbaar 1 tot 2 weken na de toepassing en is volledig na 3 tot 4 weken. Groeizaam weer bevordert de snelheid van de werking.

Gallant 2000 bevat een uitvloeier. De toevoeging van een extra hulpstof is dus niet nodig.

Niet mengen met groeistoffen.

Toepassingen

Onbedekte teelt van oregano bestemd voor de productie van etherische oliën, ter bestrijding van grasachtige onkruiden.

De toepassing kan na opkomst van het gewas plaatsvinden.

Dosering

De dosering is afhankelijk van de onkruidsoort.

onkruidsoort

dosering per ha

tijdstip van toepassen

– Hanepoot

   

– Duist

   

– Windhalm

   

– Wilde haver

   

– Opslag van granen

0,5 l

als het betreffende onkruid 2–3 bladeren heeft tot uiterlijk begin doorschieten.

– Stuifdek van gerst

   

– Opslag van raaigras

   

– Kweekgras

1 l

bij 15–25 cm hoogte (4–6 bladstadium)

– Straatgras

1–1,5 l

op jong straatgras voor de bloei geeft 1 l ha al voldoende werking.

Opmerkingen

Cultuurgrassen (behalve roodzwenk en hardzwenk), granen en maïs zijn uiterst gevoelig voor dit middel.

II.AD. Knelpunt Oregano – breedbladige onkruiden

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Goltix WG

Gehalte werkzame stof: 70% metamitron

Toelatingsnummer: 8629 N

Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland BV

Knelpunt: Oregano – breedbladige onkruiden

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel ter bestrijding van breedbladige onkruiden, met maximaal 3 toepassingen per jaar in de onbedekte teelt van oregano bestemd voor de productie van etherische oliën, vanaf 1 april 2007 tot en met 30 september 2007.

Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantasting zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.

Dit middel is schadelijk bij opname door de mond. Het is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen, ook bij werkzaamheden aan een behandeld gewas.

  • In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en de verpakking of etiket tonen.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.

Toepassingen

Onbedekte teelt van oregano bestemd voor de productie van etherische oliën, ter bestrijding van breedbladige onkruiden.

Toepassen op kleine onkruiden.

Dosering

  • 5 kg Goltix WG per ha éénmalig na het uitplanten of bij aanvang van een nieuw groeiseizoen of

  • 0,5–2 kg Goltix WG per ha na opkomst, maximaal 3 maal toepassen met een interval van 10–14 dagen

N.B.

  • Goltix WG niet toepassen op diepgeploegde zandgronden

  • Spuiten op een droog gewas en niet kort na of kort voor nachtvorst

  • Op de dag van spuiten moet het droog weer zijn

  • Op grondsoorten met meer dan 5% humus wordt de bodemwerking van Goltix WG minder betrouwbaar.

II.AE. Knelpunt Sluitkool – Thrips tabaci

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Sluitkool – Thrips tabaci

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van sluitkool vanaf 1 juli 2007 tot en met 30 september 2007, mits:

  • bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

  • het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is gevaarlijk voor niet-doelwit-arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond. Het is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen)

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor sluitkool.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

Sluitkool, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).

Dosering

Eerste bespuiting: 1,5 liter middel per hectare

Volgbespuiting: 1,0 liter middel per hectare

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 14 dagen herhalen.

II.AF. Knelpunt Snijbloemen – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Snijbloemen – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel op niet bloeiende gewassen in:

  • a. de bedekte teelt van grondgebonden snijbloemen met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007; of

  • b. de onbedekte teelt van grondgebonden snijbloemen met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 maart 2007 tot en met 31 oktober 2007, mits

    • 1. bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • 2. bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • 3. het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen en op gewassen met geopende bloemen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is gevaarlijk voor niet-doelwit-arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond. Het is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen)

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Gebruiksaanwijzing

Attentie

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

Grondgebonden teelt van snijbloemen, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Frankliniella occidentalis).

Bij aanwezigheid van trips een bespuiting toepassen. De bespuiting zonodig herhalen na 7 tot 10 dagen.

Dosering

0,1% (100 ml middel per 100 liter water)

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 14 dagen herhalen.

II.AG. Knelpunt Prei productieteelt – trips en prei veredeling, zaadteelt en opkweek – trips

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Mesurol 500 SC

Gehalte werkzame stof: 500 g/l methiocarb

Toelatingsnummer: 11720 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience BV

Knelpunt: Prei productieteelt – trips en prei veredeling, zaadteelt en opkweek – trips

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in:

  • a. de bedekte teelt van de zaadproductie en de veredeling van prei met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007. Of

  • b. de onbedekte veredelingsteelt van prei met maximaal 4 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 mei 2007 tot en met 31 oktober 2007, mits

    • bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar. Of

  • c. de productieteelt van prei met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen vanaf 1 juni 2007 tot en met 30 september 2007, mits

    • bij een droge sloot een teeltvrije zone van tenminste 1,5 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • bij een watervoerende sloot een teeltvrije zone van tenminste 4 meter vanaf de insteek van het talud tot de buitenste gewasrij wordt aangehouden bij gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen binnen een afstand van 14 meter vanaf de insteek van de sloot;

    • het middel niet wordt gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, met een organische-stofgehalte kleiner dan 2% en meer dan 10% afslibbaar.

Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen en hommels actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.

Dit middel is gevaarlijk voor niet-doelwit-arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.

Dit middel is vergiftig bij opname door de mond. Het middel is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Het volgende moet daarom in acht worden genomen:

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem dit etiket tonen)

  • Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.

  • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/ veiligheidsgegevenskaart.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 2 weken voor prei.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.

Toepassingen

In de bedekte en onbedekte veredelingsteelt en de bedekte zaadteelt van prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci) en Californische trips (Thrips frankliniella)

Dosering

Eerste bespuiting: 1,5 liter middel per hectare

Volgbespuiting: 1,0 liter middel per hectare

De bespuiting zonodig maximaal 3 maal met een interval van 10 dagen herhalen.

In de productieteelt van prei, ter bestrijding van tabakstrips (Thrips tabaci).

Dosering

Eerste bespuiting: 1,5 liter middel per hectare

Volgbespuiting: 1,0 liter middel per hectare

De bespuiting zonodig éénmaal met een interval van 10 dagen herhalen.

II.AH. Knelpunt andijvie – voetrot

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: andijvie ter bestrijding van voetrot

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van andijvie van 1 september 2007 tot en met 31 oktober 2007.

Veiligheidstermijnen:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:

3 weken voor andijvie.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Volgteelt

Het is niet toegestaan om binnen 120 dagen na toepassing een consumptiegewas als volggewas te zaaien of te planten.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Peronospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

In de bedekte teelt van andijvie, ter voorkoming van voetrot.

Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed)

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken. Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.

Behandeling na het uitplanten.

Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.

II.AI. Knelpunt Spaanse peper – Phytophthora

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Gebruiksvoorschrift

Merknaam: Previcur N

Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride

Toelatingsnummer: 7920 N

Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.

Knelpunt: Spaanse peper – Phytophthora

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de grondgebonden bedekte teelt van Spaanse peper van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007.

Veiligheidstermijnen:

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:

3 dagen voor Spaanse peper.

Het volgende moet in acht worden genomen:

  • Niet roken tijdens gebruik.

  • Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Volgteelt

Het is niet toegestaan om binnen 120 dagen na toepassing een consumptiegewas als volggewas te zaaien of te planten.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Peronospora- en Aphanomyces-soorten.

Toepassingen

In de in de grondgebonden bedekte teelt van Spaanse peper, ter voorkoming van uitval door Phytophthora.

Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed)

Dosering: 0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken. Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.

Behandeling na het uitplanten.

Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.

Dosering

0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100–150 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.

Deel III. Administratieve voorschriften, bedoeld in artikel 5, tweede lid

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

1. Fabrikanten, importeurs en handelaren houden in een daartoe bestemd register met betrekking tot de door hen in voorraad gehouden, ontvangen of afgeleverde hoeveelheden van de in deel I van deze bijlage vermelde gewasbeschermingsmiddelen op overzichtelijke wijze en naar waarheid de volgende gegevens bij:

  • a. de naam, zoals die op de verpakking is vermeld, en het nummer van het middel, zoals voor dat middel aangegeven in deel I van deze bijlage;

  • b. de voorraad op de datum waarop dit besluit in werking treedt;

  • c. de geleverde hoeveelheid per levering, met vermelding van de datum van de levering;

  • d. de afgenomen hoeveelheid voorraad, niet zijnde de geleverde hoeveelheid, met vermelding van de datum waarop die afname heeft plaatsgevonden;

  • e. de van leveranciers ontvangen hoeveelheid per aflevering, met vermelding van de datum waarop de aflevering heeft plaatsgevonden;

  • f. de toegenomen hoeveelheid voorraad, met vermelding van de datum waarop de toename heeft plaatsgevonden;

  • g. de naam, het adres en de woonplaats van de leverancier, onderscheidenlijk afnemer, van het gewasbeschermingsmiddel;

  • h. de voorraad op de datum met ingang waarvan dit besluit vervalt.

2. De in punt 1 bedoelde gegevens, met uitzondering van de in punt 1, onderdeel b, bedoelde gegevens, worden in het register opgenomen binnen 3 dagen nadat de voorraadmutatie heeft plaatsgevonden of het gewasbeschermingsmiddel is ontvangen of geleverd. Het in punt 1, onderdeel b, bedoelde gegeven wordt binnen één maand na de aldaar aangegeven datum in het register opgenomen.

3. De betrokken fabrikanten, importeurs en handelaren bewaren alle desbetreffende aantekeningen en bescheiden, waaronder mede begrepen nota’s, brieven en andere bewijsstukken, boeken, registers of andere hulpmiddelen waarin die gegevens zijn vastgelegd, op overzichtelijke wijze gedurende zeven kalenderjaren gerekend vanaf het tijdstip van hun opstelling of verkrijging.

4. De betrokken fabrikanten, importeurs en handelaren die tevens toelatinghouders zijn, verstrekken aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit binnen drie maanden na afloop van de periode van vrijstelling van een gewasbeschermingsmiddel door middel van het formulier dat is vastgesteld in de bijlage bij de Regeling administratievoorschriften gewasbeschermingsmiddelen 2001:

  • a. per geleverd gewasbeschermingsmiddel dat voor gebruik in Nederland bestemd is, de naam, het toelatingsnummer en de geleverde hoeveelheid in kilogrammen of liters;

  • b. per hoeveelheid geleverd gewasbeschermingsmiddel, de hoeveelheid werkzame stof, gespecificeerd naar werkzame stof in kilogrammen.

5. Het in punt 4 bepaalde is niet van toepassing op fabrikanten, importeurs en handelaren indien binnen de gestelde termijn de gegevens over de door hen afgeleverde hoeveelheid werkzame stoffen, gespecificeerd naar werkzame stof, door de Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie, Nefyto, onderscheidenlijk de vereniging Agrodis aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit worden verstrekt.

Naar boven