Methode 1. Aftrek en aggregatie
Methode waarbij de aangepaste solvabiliteit van de deelnemende herverzekeraar, levensverzekeraar
of schadeverzekeraar wordt berekend als het verschil tussen:
-
i. de som van:
-
– de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van de
deelnemende herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar;
en
-
– het proportionele deel van de deelnemende herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar
in de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van
de verbonden herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar;
en
-
ii. de som van:
-
– de boekwaarde van de verbonden herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar
bij de deelnemende herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar;
en
-
– het minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge van de deelnemende herverzekeraar, levensverzekeraar
of schadeverzekeraar;
en
-
– het proportionele deel van het minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge van de verbonden
herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
Indien de deelneming in de verbonden herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar
geheel of ten dele bestaat uit een middellijk belang wordt in punt ii), eerste streepje,
de waarde daarvan in de berekening betrokken met inachtneming van de desbetreffende
opeenvolgende deelnemingen. Ook worden in de punten i), tweede streepje, en ii), derde
streepje, de proportionele delen van, onderscheidenlijk, de vermogensbestanddelen
die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge van de verbonden herverzekeraar,
levensverzekeraar of schadeverzekeraar en het minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge
van die herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar in de berekening begrepen.
Methode 2. Aftrek van een vereiste
Methode waarbij de aangepaste solvabiliteit van de deelnemende herverzekeraar, levensverzekeraar
of schadeverzekeraar wordt berekend als het verschil tussen:
Voor de waardering van de vermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge
worden deelnemingen vastgesteld op basis van de nettovermogenswaarde, overeenkomstig
artikel 389, tweede lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Methode 3. Methode op basis van consolidatie van jaarrekeningen
Methode waarbij de aangepaste solvabiliteit van de deelnemende herverzekeraar, levensverzekeraar
of schadeverzekeraar wordt berekend aan de hand van de geconsolideerde jaarrekeningen
en is het verschil tussen:
Het bepaalde ingevolge de artikelen 3:53, derde lid, en 3:57, tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op de bepaling van de vermogensbestanddelen die
in aanmerking komen voor de solvabiliteitsmarge en de berekening van het minimumbedrag
aan solvabiliteitsmarge op basis van de geconsolideerde gegevens.
Methode 1. Methode op basis van consolidatie van jaarrekeningen
Methode waarbij de kapitaaltoereikendheid van de gereglementeerde entiteiten in een
financieel conglomeraat wordt berekend aan de hand van de geconsolideerde jaarrekening.
De kapitaaltoereikendheid wordt berekend als het verschil tussen:
-
i. het eigen vermogen van het financiële conglomeraat, berekend op basis van de geconsolideerde
positie van de groep; de in aanmerking komende vermogensbestanddelen zijn die welke
in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt;
en
-
ii. de som van de solvabiliteitsvereisten voor elke deelsector van de groep, in voorkomend
geval met inbegrip van de solvabiliteitsvereisten voor de gemengde financiële holding;
de solvabiliteitsvereisten voor elke deelsector worden berekend volgens de desbetreffende
sectorale voorschriften.
Voor niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële marktsector die niet bij de
bovenbedoelde berekeningen van de sectorale solvabiliteitsvereisten zijn meegeteld,
en in voorkomend geval voor de gemengde financiële holding van het financieel conglomeraat,
wordt een theoretisch solvabiliteitsvereiste berekend.
Methode 2. Aftrek en aggregatie
Methode waarbij de kapitaaltoereikendheid van de gereglementeerde entiteiten in een
financieel conglomeraat wordt berekend aan de hand van de jaarrekeningen van elk van
de entiteiten in de groep.
De kapitaaltoereikendheid wordt berekend als het verschil tussen:
-
i. de som van het eigen vermogen van elke tot het financiële conglomeraat behorende gereglementeerde
en niet-gereglementeerde entiteit uit de financiële marktsector, in voorkomend geval
met inbegrip van de gemengde financiële holding; de in aanmerking komende vermogensbestanddelen
zijn die welke in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt;
en
-
ii. de som van:
-
– de solvabiliteitsvereisten voor elke tot de groep behorende gereglementeerde en niet-gereglementeerde
entiteit uit de financiële marktsector, in voorkomend geval met inbegrip van de solvabiliteitsvereisten
voor de gemengde financiële holding; deze solvabiliteitsvereisten worden berekend
volgens de relevante sectorale voorschriften;
en
-
– de boekwaarde van de deelnemingen in andere entiteiten van de groep.
Voor niet-gereglementeerde entiteiten uit de financiële marktsector, en in voorkomend
geval voor de gemengde financiële holding van het financieel conglomeraat, wordt een
theoretisch solvabiliteitsvereiste berekend.
Het eigen vermogen en de solvabiliteitsvereisten worden voor hun proportionele deel
in aanmerking genomen krachtens het derde lid.
Methode 3. Aftrek van een vereiste
Methode waarbij de kapitaaltoereikendheid van de gereglementeerde entiteiten in een
financieel conglomeraat wordt berekend aan de hand van de jaarrekeningen van elk van
de entiteiten in de groep.
De kapitaaltoereikendheid wordt berekend als het verschil tussen:
-
i. het eigen vermogen van de moederonderneming of de entiteit die aan het hoofd van het
financiële conglomeraat staat; de in aanmerking komende vermogensbestanddelen zijn
die welke in de desbetreffende sectorale voorschriften als zodanig worden aangemerkt;
en
-
ii. de som van:
-
– het solvabiliteitsvereiste van de moederonderneming of de entiteit, bedoeld onder
i);
en
-
– de boekwaarde van de deelnemingen van eerstgenoemden in andere entiteiten van de groep
of de solvabiliteitsvereisten van deze entiteiten als dat bedrag hoger uitvalt;
deze solvabiliteitsvereisten worden voor hun proportionele deel in aanmerking genomen
uit hoofde van het derde lid.
Voor niet-gereglementeerde entiteiten wordt een theoretisch solvabiliteitsvereiste
berekend.
Bij de waardering van de vermogensbestanddelen die voor de berekening van de kapitaaltoereikendheid
in aanmerking komen, kunnen deelnemingen worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode
overeenkomstig de optie bedoeld in artikel 59, tweede lid, onderdeel b), van de vierde
richtlijn nr. 78/660/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel
54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen
(PbEG L 222).
Methode 4. Combinatie van de methoden 1, 2 en 3
Methode waarbij de kapitaaltoereikendheid van de gereglementeerde entiteiten in een
financieel conglomeraat wordt berekend aan de hand van een combinatie van de methoden
1, 2 of 3 of een combinatie van twee van deze methoden.
Bij de berekening van de kapitaaltoereikendheidsvereisten voor een financieel conglomeraat
door middel van methode 1 worden het eigen vermogen en de solvabiliteitsvereisten van de groepsleden berekend
door toepassing van de sectorale voorschriften met betrekking tot de vorm en de mate
van de consolidatie die zijn neergelegd in met name de artikelen 133 en 134 van de
herziene richtlijn banken en bijlage I, punt 1, onder B, van richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 oktober 1998 betreffende
het aanvullend toezicht op verzekeringsondernemingen in een verzekeringsgroep (PbEG
L 330).
Bij de berekening van de kapitaaltoereikendheidsvereisten voor een financieel conglomeraat
door middel van methode 2 of 3 wordt rekening gehouden met het proportionele deel van de moederonderneming of onderneming
die een deelneming in een ander groepslid bezit. Onder «proportioneel deel» wordt
verstaan het gedeelte van het geplaatste kapitaal dat rechtstreeks of middellijk door
deze onderneming wordt gehouden.