Wijzigingsbesluit Mediabesluit (nadere regels inzake verrichten neventaken door publieke omroepinstellingen)

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 06-10-2006 t/m 31-12-2008

Besluit van 28 september 2006 tot wijziging van het Mediabesluit in verband met nadere regels inzake het verrichten van neventaken door publieke omroepinstellingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. Medy C. van der Laan, van 28 april 2006, MLB/JZ/2006/18.693;

Gelet op de artikel 55b, tweede lid, en 99a, van de Mediawet;

De Raad van State gehoord (advies van 10 juli 2006, no. W05.06.0148/III);

Gezien het nader rapport van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Maria J.A. van der Hoeven, van 25 september 2006, nr. MLB/J2/2006/34.492;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 In zoverre in afwijking van de artikelen 32d en 32e van het Mediabesluit is het instellingen die zendtijd hebben verkregen toegestaan de neventaken als bedoeld in artikel 32c van het Mediabesluit te verrichten die zij verrichten op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, mits het Commissariaat voor de Media vóór dat tijdstip met toepassing van de door het Commissariaat vastgestelde richtlijn Neventaken publieke omroep 2002 en de richtlijn Neven- en verenigingsactiviteiten publieke omroep 1999 heeft vastgesteld dat die neventaken niet in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens de Mediawet zoals die wet luidde op de dag voorafgaande aan het tijdstip waarop dit besluit in werking treedt.

  • 2 In zoverre in afwijking van de artikelen 32d en 32e van het Mediabesluit geldt voor neventaken als bedoeld in artikel 32c van het Mediabesluit van instellingen die zendtijd hebben verkregen die vóór genoemd tijdstip volgens de in het eerste lid genoemde richtlijnen zijn gemeld bij het Commissariaat dat:

    • a. het Commissariaat op basis van de melding afzonderlijk beslist over de goedkeuring van de desbetreffende neventaken;

    • b. voor zover de desbetreffende neventaken na de melding zijn aangevangen of zullen aanvangen, deze kunnen worden verricht in de periode tot aan de beslissing door het Commissariaat.

  • 3 In zoverre in afwijking van artikel 32d van het Mediabesluit geldt voor neventaken van instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep dat in gevallen waarin het Commissariaat een beslissing dient te nemen op een vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit ingediend bezwaarschrift of door een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak in een op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit aanhangige beroepsprocedure gehouden is een nieuwe beslissing te nemen, het Commissariaat afzonderlijk beslist over de goedkeuring.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 september 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de vijfde oktober 2006

De Minister van Justitie ,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven