Instellingsbesluit Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 16-05-2007 t/m heden

Instellingsbesluit Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. commissie: Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen (Commissie DIT);

  • b. minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel 2

Er is een Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen (Commissie DIT).

Artikel 3

De commissie heeft tot taak:

  • a. het begeleiden van de doorlichting van bestaande en in ontwikkeling zijnde wetgeving op het terrein van interbestuurlijk toezicht, op basis van het Kabinetsstandpunt Interbestuurlijk Toezicht en het daarbij behorend stappenplan van de Bestuurlijke Werkgroep Alders. De doorlichting wordt uitgevoerd door de departementen die het aangaat, elk op zijn eigen beleidsterrein, en komt tot stand in overleg met de koepelorganisatie van bij de betreffende interbestuurlijke toezichtarrangementen betrokken overheden;

  • b. het opstellen van een beoordelingsrapport over de doorlichting per departement, bezien in relatie tot het Kabinetsstandpunt Interbestuurlijk Toezicht, en, waar zij daarvoor aanleiding ziet, vergezeld van een advies over maatregelen waartoe de doorlichting en de beoordeling daarvan aanleiding geven;

  • c. het uitbrengen van een eindverslag, met een eindadvies.

Artikel 4

  • 1 De commissie brengt haar beoordelingsrapporten en haar eindverslag uit aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, alsmede aan de desbetreffende vakministers.

  • 2 De beoordelingsrapporten en het eindverslag van de commissie zullen door de Minister van BZK ter bespreking worden voorgelegd aan het Overhedenoverleg en ter besluitvorming aan de ministerraad.

Artikel 5

  • 1 De commissie bestaat uit: mr. dr. M. Oosting (voorzitter), J.G.M. Alders, drs. H. Schartman, mr. A.W. Kist, drs. Y.C.Th.J. Kortmann en drs. K. van der Steenhoven.

  • 2 Het secretariaat van de commissie wordt gevormd door ambtenaren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3 Het secretariaat wordt bij de uitoefening van zijn taak rechtstreeks aangestuurd door de voorzitter van de commissie.

  • 4 De commissie kan, met inachtneming van de bepalingen van dit besluit, haar werkwijze en die van het secretariaat regelen.

Artikel 6

  • 1 De commissie zal in november 2006 verslag doen van haar werkzaamheden tot dan toe en zal daarbij rekening houden met de prioriteiten zoals die gesteld zijn in het Kabinetsstandpunt Interbestuurlijk Toezicht.

  • 2 De commissie wordt opgeheven na het uitbrengen van het eindverslag, maar uiterlijk 2 jaar na de instelling.

Artikel 7

  • 2 De leden van de commissie kunnen desgewenst een vacatiegeld van € 200 per vergadering ontvangen voor hun werkzaamheden.

Artikel 8

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt met inachtneming van de beheersregels op grond van de Archiefwet (Stb. 1995, 276) en het Archiefbesluit (Stb. 1995, 671). De bescheiden worden na het beëindigen van de werkzaamheden overgedragen aan het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Doorlichting Interbestuurlijke Toezichtarrangementen.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven