Verordening PT algemene bepalingen 2006

[Regeling vervallen per 21-10-2007.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 12-11-2006 t/m 20-10-2007

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d 25 juni 2006, houdende de vaststelling van algemene bepalingen die gelden ten aanzien van het productschap (Verordening PT algemene bepalingen 2006)

Het bestuur van het Productschap,

gelet op de artikelen 77, 83, 93, 95, 104, eerste en derde lid, en 106 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord:

de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bolgewassen, d.d. 31 januari 2006,

de Commissie voor energie d.d. 1 juni 2006,

de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 9 februari 2006,

de Commissie voor bloemkwekerijproducten, d.d. 17 mei 2006,

de Commissie voor hovenierswerkzaamheden, d.d. 12 april 2006, en

de Commissie voor boomkwekerijproducten, d.d. 8 februari 2006,

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 1:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 In deze verordening worden de begripsbepalingen van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw overgenomen.

  • 2 In de verordeningen van het Productschap Tuinbouw wordt verstaan onder:

    a.

    bestuur:

    het bestuur van het productschap;

    b.

    dagelijks bestuur:

    uit het midden van het bestuur samengesteld bestuur als bedoeld in artikel 84 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

    c.

    de voorzitter:

    de voorzitter van het productschap;

    d.

    secretaris:

    de secretaris van het productschap;

    e.

    functionaris:

    eenieder werkzaam bij het productschap

    f.

    onderneming:

    onderneming waarvoor het productschap is ingesteld;

    g.

    de ondernemer:

    de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld;

    h.

    de wet:

    de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Hoofdstuk 2. Registratie van ondernemingen

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 2:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De ondernemer als bedoeld in artikel 1:1, tweede lid, onder g, is verplicht binnen 30 dagen na de aanvang van de onderneming als bedoeld in artikel 1:1, tweede lid, onder f, hiervan schriftelijke mededeling te doen bij het productschap.

Artikel 2:2

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 Het productschap stuurt de ondernemer een bericht van registratie en een registratienummer.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde kan worden vergezeld van een aantal nog nader te beantwoorden vragen.

Artikel 2:3

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De ondernemer is verplicht een wijziging in de gegevens als bedoeld in het voorgaande artikel schriftelijk en binnen 30 dagen aan het productschap te melden.

Artikel 2:4

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Het productschap houdt in beheer een register van ondernemingen.

Artikel 2:5

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Het bestuur van het productschap is bevoegd bij besluit nadere voorschriften vast te stellen ter uitvoering van het in dit hoofdstuk bepaalde.

Hoofdstuk 3. Heffing en invordering

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

§ 1. Heffing en invordering

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 3:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a.

ambtshalve schatting:

nota op basis van door het productschap geraamde omvang van de grondslag die voor de onderneming ingevolge heffingsverordeningen van toepassing is, met een minimum;

b.

aangifteformulier:

door het productschap opgesteld formulier voor het verkrijgen van gegevens die nodig zijn om de omvang van de grondslag voor de verschillende heffingsverordeningen te bepalen;

c.

boekencontrole:

controle van de in de onderneming of bij diens accountant aanwezige boeken en/of bescheiden, zomede dat zij de in de onderneming aanwezige voorraden, alsmede bedrijfsmiddelen, bezichtigen en opnemen en zij daartoe de vrije gelegenheid geven noodzakelijk voor de vaststelling van een juiste en volledige omvang van die grondslagen die leiden tot, de over de te controleren periode, op te leggen heffingen.

Artikel 3:2

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Iedere ondernemer is verplicht:

  • 1. in de administratie van zijn onderneming volledig en naar waarheid de transacties en/of andere feiten te registreren;

  • 2. prompt en volledig en naar waarheid de vragen beantwoorden welke hem door of vanwege het productschap betreffende zijn onderneming worden gesteld, zomede op eerste aanvraag de door het productschap verlangde bescheiden tegen ontvangstbewijs in te leveren of in te zenden;

  • 3. aan het productschap, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van enig(e) orgaan, instelling of persoon, gegevens, inlichtingen, opgaven of andere mededelingen te verstrekken, waaruit voor hemzelf of voor een derde enig recht of enig voordeel ontstaat of voortvloeit, respectievelijk kan ontstaan of voortvloeien, zulks volledig en naar waarheid te doen.

Artikel 3:3

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De ondernemer is jaarlijks aan het productschap een heffing verschuldigd.

Artikel 3:4

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 Aan de onderneming wordt een aangifteformulier toegezonden.

  • 2 Het aangifteformulier dient binnen 30 dagen ingevuld met de juiste gegevens en ondertekend aan het productschap te worden geretourneerd.

  • 3 De verstrekte gegevens worden door het productschap gecontroleerd op correcte invulling.

  • 4 De gegevens worden vervolgens verwerkt in het heffingenbestand.

  • 5 Hierna wordt de berekening van de heffing opgestart.

  • 6 Het opmaken van de nota vindt vervolgens plaats.

  • 7 Indien niet is voldaan aan het gestelde onder het tweede lid, wordt een herinneringsbrief toegezonden.

  • 8 Binnen 14 dagen dienen dan alsnog de gevraagde gegevens te zijn verstrekt.

  • 9 Indien de gegevens als bedoeld in het tweede lid dan wel het achtste lid, niet, niet tijdig, of niet volledig zijn verstrekt, dan:

    • a. wordt de heffing berekend over de dan door de voorzitter te ramen omvang van de grondslag die op de heffingsplichtige van toepassing is (de zogenaamde Ambtshalve Schatting), en

    • b. wordt de heffing verhoogd met € 40,– administratiekosten.

  • 10 Wordt de ambtshalve schatting, met medewerking van de heffingsplichtige, alsnog omgezet in een normale aangifte, dan blijft de € 40,– administratiekosten verschuldigd.

Artikel 3:5

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

In afwijking van het bepaalde in het voorgaande artikel kan de heffingsplichtge een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens de van toepassing zijnde heffingsverordening verschuldigde heffing.

Artikel 3:6

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De heffingsnota bevat ten minste:

  • a. de naam van de onderneming;

  • b. het adres van de onderneming

  • c. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend;

  • d. het totaal van de heffing, en

  • e. een dagtekening.

Artikel 3:7

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 Het productschap is gerechtigd ten behoeve van een richtige heffing een boekencontrole uit te voeren.

  • 2 Deze boekencontrole wordt uitgevoerd door een functionaris van het productschap, die in het bezit is van een schriftelijke machtiging van de voorzitter

  • 3 Indien bij de boekencontrole blijkt dat een onjuiste opgave is gedaan als bedoeld in artikel 3:4, tweede lid, wordt ingeval een navordering verhoogd met maximaal 10%.

  • 4 Indien er bij een boekencontrole sprake is van een opgelegde ambtshalve schatting als bedoeld in artikel 3:4, negende lid, wordt de na de boekencontrole opgestelde nota met 10% verhoogd.

  • 5 De termijn waarover de boekencontrole zich uitstrekt is maximaal acht jaar, waarbij niet meer dan de vijf meest recente aangiftejaren worden gecontroleerd

Artikel 3:8

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 De betaling geschiedt binnen 30 dagen na dagtekening van de nota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is de nota is terstond invorderbaar zodra:

    • a. het faillissement van de heffingsplichtige is aangevraagd;

    • b. degene die de onderneming drijft de onderneming beëindigt, of van het voornemen daartoe blijkt, of

    • c. degene die de onderneming drijft zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 3:9

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De heffingsplichtige, die niet of niet geheel binnen de in artikel 3:8 bedoelde termijn heeft betaald, worden de daaruit voortvloeiende extra kosten van € 22,50 in rekening gebracht, alsmede de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling diende te zijn verricht, ingevolge de aanmaning als bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de wet.

Artikel 3:10

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De invorderingskosten voortvloeiend uit het niet betalen binnen de termijn als bedoeld in artikel 3:8 en 3:9. zijn voor rekening en risico van de ondernemer.

Artikel 3:11

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De voorzitter is belast met de oplegging en inning van de heffing en de daarmee samenhangende kosten als bedoeld in de artikelen 3:8 tot en met 3:10.

Hoofdstuk 4. Factuurmelding

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 4:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

ledere ondernemer is verplicht de voor de afnemer bestemde facturen op de dag van uitvoer, onderscheidenlijk het brengen buiten het verzendgebied, aan het productschap toe te zenden.

Artikel 4:2

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

In afwijking van het bepaalde in artikel 4:1 zendt iedere ondernemer die bloemkwekerijproducten verhandelt de facturen aan het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel/bloemen en planten.

Artikel 4:3

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De ondernemer die bloemkwekerijproducten uitvoert of buiten het verzendgebied brengt, is verplicht om, zodra de buitenlandse afnemer een zending bloemkwekerijproducten heeft betaald, het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel/Bloem en Planten van deze betaling in kennis te stellen.

Artikel 4:4

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Het bestuur van het productschap en kan, bij besluit, omtrent de uitvoering van het bepaalde in dit hoofdstuk nadere voorschriften stellen.

Hoofdstuk 5. Werkwijze (dagelijks) bestuur, (sector)commissies, overige commissies en werkverbanden

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 5:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De artikelen 26 en 27 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op het (dagelijks) bestuur, de artikel 88/88a-commissies, overige commissies en werkverbanden, behoudens het bepaalde in artikel 90 van de wet.

Artikel 5:2

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De artikelen 10 en 77 van de wet zijn ten aanzien van (dagelijks)bestuur, de artikel 88/88acommissies, overige commissies en werkverbanden van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6. Bevoegdheden voorzitter

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 6:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De voorzitter is belast met de uitvoering van verordeningen en besluiten van het (dagelijks) bestuur en oefent de daarmee verband houdende bevoegdheden uit, tenzij deze bevoegdheden uitdrukkelijk aan het (dagelijks) bestuur zijn voorbehouden en met dien verstande, dat het (dagelijks) bestuur, ingeval het zulks nodig oordeelt, een andere voorziening kan treffen.

Artikel 6:2

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De voorzitter is bevoegd de tekst van ontwerp-verordeningen als bedoeld in artikel 100 van de wet, vast te stellen. Het bestuur kan, ingeval het zulks nodig oordeelt, een andere voorziening treffen.

Artikel 6:3

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De voorzitter is bevoegd tot het nemen van beslissingen, welke betrekking hebben op, voortvloeien uit of verband houden met het dagelijks beheer als bedoeld in artikel 123, van de wet.

Artikel 6:4

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 2 De voorzitter is bevoegd de afdoening en ondertekening van namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid uitgaande stukken, alsmede verrichten van bepaalde rechtshandelingen over te laten aan één of meer functionarissen van het productschap.

Artikel 6:5

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De voorzitter oefent de krachtens artikel 11, van de In- en Uitvoerwet, en artikel 23, van de Landbouwwet aan het bestuur overgedragen bevoegdheden – andere dan verordenende – uit. Het bestuur kan ingeval het zulks nodig acht, een andere voorziening treffen.

Artikel 6:6

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 De voorzitter is bevoegd te beslissen over het voeren van verweer door het productschap voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven, alsmede te beslissen op bij het productschap ingediende bezwaarschriften.

  • 2 De voorzitter kan functionarissen van het secretariaat machtigen, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden uit te oefenen.

Hoofdstuk 7. Vergoedingen voorzitter

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 7:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 De voorzitter geniet een maandelijkse vergoeding, welke gelijk is aan het hoogste bedrag van schaal 16, opgenomen in de bijlage III, behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (CAO-PBO), verhoogd met 16,5% en afgerond op hele euro’s.

  • 2 Voor het overige zijn op hem van toepassing de bepalingen zoals opgenomen in de CAO-PBO.

Artikel 7:2

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 Ten aanzien van de voorzitter, die één of meer ambtsperioden, als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de wet vervuld hebbende, niet wordt herbenoemd, is het bepaalde in bijlage XVI van de CAO-PBO van toepassing.

  • 2 Ten aanzien van de voorzitter die wordt ontslagen ingevolge het bepaalde in artikel 78, eerste lid, van de wet, is, tenzij naar het oordeel van het dagelijks bestuur van het productschap ernstige redenen zich daartegen verzetten, het bepaalde in bijlage XVI van de CAO-PBO van toepassing.

  • 3 De uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk het tweede lid, zal worden berekend op basis van de som van de in artikel 7:1, eerste lid bedoelde bedragen, en overeenkomstig het bepaalde in bijlage XVI van de CAO-PBO.

Hoofdstuk 8. Vacatievergoedingen

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel. 8:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a. commissies: commissies als bedoeld in artikel 88 en 88a van de wet;

  • b. overige commissies: andere door het bestuur van het productschap ingestelde permanente commissies;

  • c. werkverbanden: door het productschap ingestelde tijdelijke commissies, stuurgroepen, werkgroepen, begeleidingscommissies, dan wel anderszins genoemd;

  • d. dagdeel: het deel van een dag waarvan het eerste aanvangt op het tijdstip van aanvang van de eerste bijgewoonde vergadering en het tweede en derde aanvangen nadat sedert dat tijdstip vijf respectievelijk tien uren zijn verstreken.

Artikel 8:2

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 De leden van het (dagelijks) bestuur en van de commissies als bedoeld in artikel 88 en 88a, van de wet, genieten voor elke door hen bijgewoonde vergadering, in relatie tot een dagdeel, een vergoeding bestaande uit:

    a

    een vacatiegeld:

    € 207,00

    b

    een onkostenvergoeding:

    € 16,00

    c

    een kilometervergoeding:

    € 0,28 per kilometer

  • 2 Als afstand geldt de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de plaats waarin de vergadering wordt gehouden; de afstand wordt vastgesteld door het secretariaat van het productschap op basis van de meest gebruikelijke reisroute over de weg.

  • 3 Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangers.

  • 4 Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op de Normen en prijzencommissie.

Artikel 8:3

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 De leden van andere commissies genieten voor elke door hen bijgewoonde vergadering, in relatie tot een dagdeel, een vergoeding bestaande uit:

    a

    een vacatiegeld:

    € 120,00

    b

    een onkostenvergoeding:

    € 16,00

    c

    een kilometervergoeding:

    € 0,28 per kilometer

  • 2 Als afstand geldt de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de plaats waarin de vergadering wordt gehouden; de afstand wordt vastgesteld door het secretariaat van het productschap op basis van de meest gebruikelijke reisroute over de weg.

  • 3 Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangers.

Artikel 8:4

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De leden van door het productschap ingestelde werkverbanden die diensten verrichten in het algemeen belang, dan wel werkzaamheden te velde verrichtten, genieten voor de geleverde dienst/werkzaamheid een vergoeding bestaande uit:

a

een vacatiegeld:

€ 136,00

b

een kilometervergoeding:

€ 0,28 per kilometer

  • 2 Als afstand geldt de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de plaats waarin de vergadering wordt gehouden; de afstand wordt vastgesteld door het secretariaat van het productschap op basis van de meest gebruikelijke reisroute over de weg.

  • 3 Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangers.

Artikel 8:5

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 Bij elke afzonderlijke vergadering wordt een presentielijst uitgedeeld, die strekt tot het uitsluitend bewijs dat een lid van een commissie als bedoeld in artikel 8:2 tot en met 8:4, die vergadering daadwerkelijk heeft bijgewoond.

  • 2 Indien een lid van een van de onder artikel 8:2 tot en met 8:4 bedoelde commissies en werkverbanden in één etmaal, in welke hoedanigheid ook, meer dan één vergadering heeft bijgewoond op dezelfde locatie, wordt per vergadering de vergoeding als bedoeld genoten, maar slechts éénmaal de reiskosten.

Artikel 8:6

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Vacatiegelden en kilometervergoedingen zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 8:7

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

De voorzitter kan ingeval artikel 8:3 tot en met 8:4 afwijken van de aldaar genoemde vergoedingen voor de aldaar bedoelden.

Artikel 8:9

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Het bedrag wordt op kwartaalbasis betaalbaar gesteld.

Hoofdstuk 10. Geheimhouding

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 10:1

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen functionarissen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap.

Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Artikel 11:2

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Deze verordening treedt in werking de tweede dag na plaatsing in het Verordeningblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 11:3

[Regeling vervallen per 21-10-2007]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT algemene bepalingen 2006.

De verordening en de toelichting zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 25 juni 2006

D. Duijzer

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 2 november 2006.

Naar boven