Vennootschapsbelasting, Juridische afsplitsing; meegeven van verliezen bij einde belastingplicht afsplitsende rechtspersoon

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 06-07-2006 t/m 26-01-2015

Vennootschapsbelasting, Juridische afsplitsing; meegeven van verliezen bij einde belastingplicht afsplitsende rechtspersoon

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Indien bij een juridische afsplitsing in de zin van artikel 14a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) een belastingplichtige (de afsplitsende rechtspersoon) zijn gehele onderneming overdraagt aan de verkrijgende rechtspersoon, kan zich de situatie voordoen dat de afsplitsende rechtspersoon als rechtstreeks gevolg van deze afsplitsing niet meer belastingplichtig is voor de heffing van de vennootschapsbelasting. Ik denk in dit verband aan de volgende twee situaties:

  • een stichting of een vereniging, niet zijnde een vereniging op coöperatieve grondslag, splitst op de voet van artikel 334a, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek haar gehele onderneming af naar de verkrijgende rechtspersoon;

  • een buitenlandse belastingplichtige splitst zijn gehele met behulp van een vaste inrichting in Nederland gedreven onderneming af naar de verkrijgende rechtspersoon.

Beschikt de afsplitsende rechtspersoon in de hierboven genoemde situaties nog over te verrekenen verliezen, dan blijft de aanspraak op verrekening daarvan bij de afsplitsende rechtspersoon achter. De afsplitsende rechtspersoon kan deze verliezen echter niet meer verrekenen, nu zij door de afsplitsing niet meer belastingplichtig is voor de heffing van de vennootschapsbelasting. Voor deze situaties heb ik de navolgende goedkeurende regeling getroffen.

2. Goedkeuring en voorwaarden

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule) ben ik in beginsel bereid onder nadere voorwaarden goed te keuren dat de aanspraak op voorwaartse verliesverrekening van de afsplitsende rechtspersoon overgaat op de verkrijgende rechtspersoon, dan wel dat de door de verkrijgende rechtspersoon geleden verliezen binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen achterwaarts kunnen worden verrekend met de belastbare winst (dan wel de binnenlandse inkomens) van de afsplitsende rechtspersoon. Om voor deze goedkeuring in aanmerking te komen is het noodzakelijk dat wordt voldaan aan de hierna onder A. vermelde vereisten. Aan de te verlenen goedkeuring zullen in elk geval de onder B. genoemde voorwaarden worden verbonden. Deze voorwaarden kunnen al naar gelang de bijzondere omstandigheden van het individuele geval worden gewijzigd en/of aangevuld.

A. Vereisten voor goedkeuring

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

De vereisten luiden als volgt:

  • 1. er is sprake van een juridische afsplitsing in de zin van artikel 14a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet Vpb;

  • 2. de afsplitsende rechtspersoon splitst haar gehele onderneming1 af naar de verkrijgende rechtspersoon;

  • 3. de afsplitsende rechtspersoon verkrijgt de bij de afsplitsing uitgereikte aandelen in de verkrijgende rechtspersoon2;

  • 4. door de juridische afsplitsing eindigt de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van de afsplitsende rechtspersoon;

  • 5. de afsplitsing is niet in overwegende mate gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing als bedoeld in artikel 14a, zesde lid, van de Wet Vpb.

B. Aan de goedkeuring te verbinden voorwaarden

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Aan de te verlenen goedkeuring worden in ieder geval de volgende voorwaarden verbonden:

  • 1. De afsplitsing vindt plaats met toepassing van artikel 14a, tweede of derde lid, van de Wet Vpb.

  • 2. Na de afsplitsing kunnen de verliezen die bij de afsplitsende rechtspersoon onverrekend zijn gebleven uitsluitend worden verrekend met winsten van de verkrijgende rechtspersoon; verrekening is echter uitgesloten voor zover de verrekening van deze verliezen op andere wijze is beperkt.

  • 3. Na de afsplitsing kunnen de winsten van de afsplitsende rechtspersoon uitsluitend in aanmerking komen bij de verrekening van verliezen van de verkrijgende rechtspersoon; verrekening is echter uitgesloten indien de verliezen al zijn verrekend met winsten van de verkrijgende rechtspersoon. Verrekening is evenmin mogelijk voor zover de verrekening van deze verliezen op andere wijze is beperkt.

  • 4. De afsplitsende rechtspersoon en de verkrijgende rechtspersoon verklaren binnen twee maanden na dagtekening van de goedkeuring schriftelijk aan de bevoegde inspecteur dat zij instemmen met de goedkeuring en de daarbij gestelde voorwaarden.

Afhankelijk van de situatie worden ook voorwaarden gesteld die voorkomen dat verliesverrekening over het afsplitsingstijdstip ruimer wordt dan zonder afsplitsing mogelijk zou zijn geweest (winstsplitsing).

3. Indiening verzoeken

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Om in aanmerking te komen voor de goedkeuring moeten de afsplitsende rechtspersoon en de verkrijgende rechtspersoon gezamenlijk een verzoek doen. Het verzoek moet worden ingediend bij de inspecteur die belast is met de aanslagregeling vennootschapsbelasting van de afsplitsende rechtspersoon.

De inspecteur beoordeelt of hij het verzoek op grond van de hierna in onderdeel 4 verleende toestemming zelf kan afdoen. Is dat niet het geval, dan zendt hij het verzoek – voorzien van een ambtsbericht – ter behandeling door naar het Ministerie van Financiën, Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten.

4. Toestemming aan de inspecteur bij afsplitsing door stichting of vereniging naar nieuw opgerichte NV of BV

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Ingeval een stichting of een vereniging, niet zijnde een vereniging op coöperatieve grondslag, op de voet van artikel 334a, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek haar gehele onderneming afsplitst naar één bij notariële akte van afsplitsing op te richten naamloze vennootschap of besloten vennootschap en er wordt voldaan aan de in onderdeel 2A. van dit besluit omschreven vereisten 1 tot en met 5, verleen ik de inspecteur toestemming de in dit besluit bedoelde goedkeuring te verlenen conform de bijgevoegde concepten.

Ten aanzien van deze concepten merk ik voor de volledigheid nog het volgende op. In de situatie waarin een stichting of vereniging als rechtstreeks gevolg van de afsplitsing niet meer belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting, ben ik van mening dat latere heffing niet is verzekerd. Faciliëring is in deze situaties dan ook slechts mogelijk met toepassing van artikel 14a, derde lid, van de Wet Vpb. In de concepten staat dan ook opgenomen dat de goedkeuring slechts geldt als de afsplitsing plaatsvindt c.q. heeft plaatsgevonden met toepassing van artikel 14a, derde lid, van de Wet Vpb.

5. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met de dagtekening van dit besluit.

Dit besluit zal [met de bijlagen] in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 juni 2006

de

Staatssecretaris

van Financiën,
namens deze:
de

Directeur-generaal Belastingdienst

,

J. Thunnissen

Bijlage 1. Vennootschapsbelasting. Juridische afsplitsing. Inwilliging verzoek om voorwaartse verliesverrekening bij einde belastingplicht stichting of vereniging.

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Belastingdienst/<eenheid>

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Uw brief van:

Datum:

Uw kenmerk:

Ons kenmerk:

<naam geadresseerde>

<adres>

<postcode + plaats>

Onderwerp: Vennootschapsbelasting. Juridische afsplitsing. Voorwaartse verliesverrekening bij einde belastingplicht stichting of vereniging.

Geachte <naam>,

Naar aanleiding van uw bovenvermelde brief deel ik u het volgende mede.

De Staatssecretaris van Financiën heeft mij in het besluit met nummer CPP2006/19M toegestaan een beslissing te nemen op uw verzoek namens <verkrijgende rechtspersoon3 (LVN)> te <vestigingsplaats> en <naam afsplitsende rechtspersoon4 (LVN)> te <vestigingsplaats>.

Gevolg gevend aan die toestemming deel ik u het volgende mede.

Ik keur goed dat bij de afsplitsing in de zin van artikel 14a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van de gehele onderneming van de afsplitsende rechtspersoon naar de verkrijgende rechtspersoon, waarbij als rechtstreeks gevolg van deze afsplitsing de vennootschapsbelastingplicht van de afsplitsende rechtspersoon eindigt, de aanspraak op voorwaartse verliesverrekening van de afsplitsende rechtspersoon overgaat op de verkrijgende rechtspersoon.

Aan deze goedkeuring verbind ik de volgende voorwaarden:

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

de Wet Vpb: de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

de afsplitsende rechtspersoon: de rechtspersoon, waarvan de vermogensbestanddelen in het kader van een afsplitsing worden overgedragen aan de verkrijgende rechtspersoon;

de verkrijgende rechtspersoon: de rechtspersoon, die in het kader van een afsplitsing vermogensbestanddelen verkrijgt;

het afsplitsingstijdstip: het tijdstip van wanneer af de overgedragen vermogensbestanddelen worden geacht rechtstreeks voor rekening en risico van de verkrijgende rechtspersoon te komen;

1. Deze goedkeuring geldt slechts indien de afsplitsing plaatsvindt met toepassing van artikel 14a, derde lid, van de Wet Vpb.

2. Na de afsplitsing kunnen de verliezen die bij de afsplitsende rechtspersoon onverrekend zijn gebleven uitsluitend worden verrekend met winsten van de verkrijgende rechtspersoon; verrekening is echter uitgesloten voor zover de verrekening van deze verliezen op andere wijze is beperkt.

3. De afsplitsende rechtspersoon en de verkrijgende rechtspersoon verklaren binnen twee maanden na dagtekening van de goedkeuring schriftelijk aan de bevoegde inspecteur dat zij instemmen met deze goedkeuring en de daarbij gestelde voorwaarden.

Hoogachtend,

Belastingdienst/<aanduiding kantoor>

De inspecteur,

Bijlage 2. Vennootschapsbelasting. Juridische afsplitsing. Inwilliging verzoek om achterwaartse verliesverrekening bij einde belastingplicht stichting of vereniging

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Belastingdienst/<eenheid>

[Regeling vervallen per 07-02-2015 met terugwerkende kracht tot en met 27-01-2015]

Uw brief van:

Datum:

Uw kenmerk:

Ons kenmerk:

<naam geadresseerde>

<adres>

<postcode + plaats>

Onderwerp: Vennootschapsbelasting. Juridische afsplitsing. Achterwaartse verliesverrekening bij einde belastingplicht stichting of vereniging.

Geachte <naam>,

Naar aanleiding van uw bovenvermelde brief deel ik u het volgende mede.

De Staatssecretaris van Financiën heeft mij in het besluit met nummer CPP2006/19M toegestaan een beslissing te nemen op uw verzoek namens <naam verkrijgende rechtspersoon5 (LVN)> te <vestigingsplaats> en <naam afsplitsende rechtspersoon6 (LVN)> te <vestigingsplaats>.

Gevolg gevend aan die toestemming deel ik u het volgende mede.

Ik keur goed dat de door de verkrijgende rechtspersoon na het afsplitsingstijdstip geleden verliezen binnen de termijn van artikel 20 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 kunnen worden verrekend met de winsten van de afsplitsende rechtspersoon.

Aan deze goedkeuring verbind ik de volgende voorwaarden.

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

de Wet Vpb: de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

de afsplitsende rechtspersoon: de rechtspersoon, waarvan de vermogensbestanddelen in het kader van een afsplitsing worden overgedragen aan de verkrijgende rechtspersoon;

de verkrijgende rechtspersoon: de rechtspersoon, die in het kader van een afsplitsing vermogensbestanddelen verkrijgt;

het afsplitsingstijdstip: het tijdstip van wanneer af de overgedragen vermogensbestanddelen worden geacht rechtstreeks voor rekening en risico van de verkrijgende rechtspersoon te komen;

1. De afsplitsing heeft plaatsgevonden met toepassing van artikel 14a, derde lid, van de Wet Vpb.

2. Na de afsplitsing kunnen de winsten van de afsplitsende rechtspersoon uitsluitend in aanmerking komen bij de verrekening van verliezen van de verkrijgende rechtspersoon; verrekening is echter uitgesloten indien de verliezen al zijn verrekend met winsten van de verkrijgende rechtspersoon. Verrekening is evenmin mogelijk voor zover de verrekening van deze verliezen op andere wijze is beperkt.

3. De afsplitsende rechtspersoon en de verkrijgende rechtspersoon verklaren binnen twee maanden na dagtekening van de goedkeuring schriftelijk aan de bevoegde inspecteur dat zij instemmen met deze goedkeuring en de daarbij gestelde voorwaarden.

Hoogachtend,

Belastingdienst/<kantoor>

De inspecteur,

  1. In het geval de afsplitsende rechtspersoon een buitenlandse belastingplichtige is: de gehele in Nederland gedreven onderneming. ^ [1]
  2. In het geval de afsplitsende rechtspersoon na de afsplitsing buitenlands belastingplichtig is op grond van artikel 17, derde lid, onderdeel b, van de Wet Vpb, is geen sprake van einde belastingplicht. ^ [2]
  3. Naam naamloze of besloten vennootschap vermelden. ^ [3]
  4. Naam stichting of vereniging vermelden. ^ [4]
  5. Naam naamloze of besloten vennootschap vermelden. ^ [5]
  6. Naam stichting of vereniging vermelden. ^ [6]
Naar boven