Wijzigingswet Wet op de jeugdzorg en Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-07-2007 t/m heden

Wet van 15 juni 2006 tot wijziging van de Wet op de jeugdzorg alsmede wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet op de jeugdzorg een overgangsbepaling en enige andere bepalingen aan te passen ter vereenvoudiging van de uitvoering van de wet en de regeling inzake de ouderbijdrage aan te passen, alsmede een foutieve verwijzing in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te herstellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IIa

  • 1 De besluiten van het provinciebestuur van Zuid-Holland, onderscheidenlijk Noord-Holland waarbij de provinciale besturen de bevoegdheden inzake de uitvoering van hun taken in het kader van de jeugdhulpverlening op grond van artikel 20 van de Kaderwet bestuur in verandering hebben overgedragen aan het bestuur van de regionale lichamen van de samenwerkingsgebieden waarin Rotterdam of 's-Gravenhage, onderscheidenlijk Amsterdam zijn gelegen, hebben te rekenen van 1 januari 2005 betrekking op jeugdzorg in het kader van de Wet op de jeugdzorg.

Artikel III

Artikel I, onderdeel D en E, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De overige onderdelen van artikel I en de artikelen II en IIa treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel II, alsmede de onderdelen A, C, F en G van artikel I terugwerken tot en met 1 januari 2005 en onderdeel B van dat artikel tot 1 januari 2006.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 15 juni 2006

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

De Minister van Justitie a.i.

,

S. M. Dekker

Uitgegeven de eerste augustus 2006

De Minister van Justitie a.i.

S. M. Dekker

Naar boven