Tijdelijke regeling gebieden klassieke varkenspest 2006

[Regeling vervallen per 26-06-2006.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 19-06-2006 t/m 25-06-2006

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 mei 2006, nr. TRCJZ/2006/1517, houdende de instelling van een toezichtsgebied in verband met klassieke varkenspest in Duitsland (Tijdelijke regeling toezichtsgebied klassieke varkenspest 2006)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 9 en 11 van Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 316);

Gelet op de artikelen 17, 30 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. gebied: gebied als beschreven in bijlage 2 bij deze regeling;

    • b. varken: dier van de familie van de Suidae;

    • c. minister: minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    • d. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

    • e. VWA: Voedsel en Waren Autoriteit.

  • 2 Onder mest van varkens wordt mede verstaan mest waarin mest van varkens is verwerkt.

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

Het is in een gebied verboden te handelen in strijd met de in bijlage 2 bij de onderscheiden aangewezen gebieden telkens van toepassing verklaarde artikelen of artikelonderdelen van deze regeling.

Artikel 5a

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • 1 Het is verboden slachtvarkens vanuit het gebied naar een slachthuis of een exportverzamelplaats te vervoeren.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:

    • a. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt;

    • b. een dierenarts de varkens ten hoogste 24 uur voor vervoer klinisch heeft onderzocht overeenkomstig bijlage 3;

    • c. de dierenarts de houder van de varkens een verklaring heeft overgelegd op grond van het in onderdeel b genoemde onderzoek en de houder de verklaring bewaart op zijn bedrijf;

    • d. het vervoermiddel waarmee de varkens worden vervoerd bij het verlaten van de plaats van lading wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de Inspecteur Generaal van de VWA goedgekeurd protocol en dat is gepubliceerd op www.vwa.nl;

    • e. de varkens tijdens het vervoer per vervoermiddel vergezeld gaan van een kopie van de in onderdeel c genoemde verklaring, en

    • f. er wordt voldaan aan de artikelen 63 en 73 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.

Artikel 5b

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • 1 Het is verboden varkens, niet zijnde slachtvarkens, vanaf een bedrijf gelegen binnen het gebied, naar een ander bedrijf tevens gelegen binnen het gebied te vervoeren.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:

    • a. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt;

    • b. een dierenarts de varkens ten hoogste 24 uur voor vervoer klinisch heeft onderzocht overeenkomstig bijlage 3;

    • c. de dierenarts de houder van de varkens een verklaring heeft overgelegd op grond van het in onderdeel b genoemde onderzoek en de houder de verklaring bewaart op zijn bedrijf;

    • d. het vervoermiddel waarmee de varkens worden vervoerd bij het verlaten van de plaats van lading wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de Inspecteur Generaal van de VWA goedgekeurd protocol en dat is gepubliceerd op www.vwa.nl;

    • e. de varkens tijdens het vervoer per vervoermiddel vergezeld gaan van een kopie van de in onderdeel c genoemde verklaring, en

    • f. er wordt voldaan aan de artikelen 63 en 73 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.

Artikel 5c

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • 1 Het is verboden varkens, niet zijnde slachtvarkens, te vervoeren vanaf een bedrijf gelegen binnen het gebied, naar:

    • a. een ander bedrijf, gelegen buiten het gebied, of

    • b. een exportverzamelplaats, gelegen binnen het gebied of buiten het gebied.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:

    • a. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt;

    • b. een dierenarts de varkens ten hoogste tien dagen voor vervoer serologisch heeft onderzocht overeenkomstig bijlage 4 en ten hoogste 24 uur voor vervoer klinisch heeft onderzocht overeenkomstig bijlage 3;

    • c. de dierenarts de houder van de varkens een verklaring heeft overgelegd op grond van het in onderdeel b genoemde onderzoek en de houder de verklaring bewaart op zijn bedrijf;

    • d. het vervoermiddel waarmee de varkens worden vervoerd bij het verlaten van de plaats van lading wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de Inspecteur Generaal van de VWA goedgekeurd protocol en dat is gepubliceerd op www.vwa.nl;

    • e. de varkens tijdens het vervoer per vervoermiddel vergezeld gaan van een kopie van de in onderdeel c genoemde verklaring en van de laboratoriumuitslag van het in onderdeel b bedoelde serologische onderzoek, en

    • f. er wordt voldaan aan de artikelen 63 en 73 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.

Artikel 5d

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • 1 Indien een dierenarts de verklaring, bedoeld in de artikelen 5a, tweede lid, 5b, tweede lid, en 5c, tweede lid, op grond van het protocol, zoals opgenomen in bijlage 3, niet mag afgeven, neemt hij zes EDTA-bloedmonsters. Hij neemt tevens bloedmonsters indien hij daartoe om andere redenen aanleiding ziet.

  • 2 De bloedmonsters, bedoeld in het eerste lid, worden als eerste genomen van de dieren met koorts en worden in voorkomend geval aangevuld met bloedmonsters van dieren die met die dieren in direct contact staan.

Artikel 5e

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

Het is verboden met een vervoermiddel vee, niet zijnde varkens, en pluimvee afkomstig van een plaats waar tevens varkens worden gehouden, van binnen het gebied naar buiten het gebied te vervoeren, tenzij het vervoermiddel bij het verlaten van de plaats van lading wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de Inspecteur Generaal van de VWA goedgekeurd protocol en dat is gepubliceerd op www.vwa.nl .

Artikel 5f

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

De artikelen 5a, tweede en derde lid, 5b, tweede lid, 5c, tweede lid, zijn niet van toepassing op voertuigen die afkomstig zijn uit een lidstaat en na lossing rechtstreeks en leeg naar een lidstaat worden gebracht.

Artikel 5g

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • 1 Het is verboden diensten, waarbij de stallen van varkens worden betreden, aan te bieden zowel aan houders van varkens in het gebied en als aan houders van varkens buiten het gebied.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien na de in het eerste lid bedoelde levering van diensten aan een houder in het gebied, een periode van drie dagen in acht wordt genomen voordat diensten worden aangeboden aan een houder van varkens buiten het gebied.

Artikel 5h

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • 1 Het is verboden een vervoermiddel dat is gebruikt voor het afleveren van veevoeder voor varkens binnen het gebied, te gebruiken voor de aflevering van veevoeder buiten het gebied.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:

    • a. na de levering van veevoeder voor varkens op een bedrijf in het gebied een periode van drie dagen ligt voordat het vervoermiddel veevoeder levert op een bedrijf buiten het gebied, en

    • b. het vervoermiddel waarmee het veevoer voor varkens wordt vervoerd bij het verlaten van de plaats van levering wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de Inspecteur Generaal van de VWA goedgekeurd protocol en dat is gepubliceerd op www.vwa.nl.

Artikel 5i

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • 1 Het is verboden mest van varkens buiten het gebied te brengen.

  • 2 Het is verboden mest van varkens aan te wenden in het gebied.

  • 3 Het verbod, bedoeld in het tweede lid, is niet van toepassing indien de mest direct in de grond wordt geïnjecteerd.

  • 4 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op mest van varkens afkomstig van een varkenshouderij waar varkens worden gehouden indien:

    • a. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt naar een bedrijf binnen Nederland, niet zijnde een varkenshouderij;

    • b. een dierenarts de varkens op het bedrijf van waar de mest buiten het gebied gebracht wordt ten hoogste tien dagen voor vervoer van de mest serologisch heeft onderzocht overeenkomstig bijlage 4 en ten hoogste 24 uur voor vervoer klinisch heeft onderzocht overeenkomstig bijlage 3;

    • c. de dierenarts de varkenshouder een verklaring heeft overgelegd op grond van het in onderdeel b genoemde onderzoek en de houder de verklaring bewaart op zijn bedrijf;

    • d. het vervoermiddel waarmee de mest wordt vervoerd bij het verlaten van de plaats van lading wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de Inspecteur Generaal van de VWA goedgekeurd protocol dat is gepubliceerd op www.vwa.nl, en

    • e. de mest tijdens het vervoer per vervoermiddel vergezeld gaat van een kopie van de in onderdeel c bedoelde verklaring, alsmede van de laboratoriumuitslag van het in onderdeel b bedoelde serologische onderzoek.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling gebieden klassieke varkenspest 2006.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

Deze regeling wordt op 9 mei 2006 om 22.00 uur, aan de media bekendgemaakt en treedt onmiddellijk daarna in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 mei 2006

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
overeenkomstig het door de minister genomen besluit,

R.M. Bergkamp

Bijlage 1

[Vervallen per 19-06-2006]

Toezichtsgebied Borken (Duitsland)

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

Buffergebied bij toezichtsgebied Borken (Duitsland)

1. De artikelen 1, 1a, 5a tot en met 6 van de regeling zijn op dit gebied van toepassing.

2. Het gebied is begrensd als volgt:

  • 1. Vanaf de Kruising van de A1 met de rivier de IJssel (Deventer), de A1 volgend in oostelijke richting overgaand in de A35/A1 (Knooppunt Azelo) overgaand in de A1 (Knooppunt Buren) tot aan de grens met Duitsland ter hoogte van de plaats De Lutte (gemeente Losser).

  • 2. De Landgrens van Nederland met Duitsland volgend in zuidelijke richting overgaand in westelijke richting tot aan de rivier de Rijn (ter hoogte van de plaats Spijk, gemeente Rijnwaarden)

  • 3. De rivier de Rijn volgend in westelijke richting, overgaand in het Bijlands Kanaal, overgaand in het Pannerdens Kanaal overgaand in de rivier de Nederrijn, overgaand in de rivier de IJssel tot aan de kruising van de rivier de IJssel met de A1 (Deventer)

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

Klinische inspectie op een bedrijf:

  • Anamnese afnemen waarin gevraagd wordt naar recente problemen.

  • Klinische inspectie waarbij alle varkens visueel beoordeeld worden. Extra aandacht voor groepen dieren waarbij uit anamnese is gebleken dat er mogelijk iets aan de hand is.

  • Temperaturen van een aantal dieren volgens bijgevoegde lijst, zoveel mogelijk op geleide van visuele beoordeling van de dieren (5% prevalentie, 95% betrouwbaarheid) (koorts is: zeugen/beren > 39 °C, vleesvarken/gelt > 40 °C, ongespeende/gespeende big > 40,5 °C)

Beoordeling:

  • Bij het vinden van een dier met koorts worden minimaal 5 andere dieren in de directe omgeving van het dier getemperatuurd.

  • Indien op deze wijze minimaal 2 dieren met koorts worden aangetroffen in één afdeling, of minimaal 3 dieren met koorts verspreid over het bedrijf, wordt geen verklaring voor transport afgegeven.

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 26-06-2006]

  • Het serologische onderzoek omvat het afnemen van bloedmonster van een aantal dieren volgens onderstaande lijst (5% prevalentie, 95% betrouwbaarheid)

  • Bloedmonsters worden op de dag van afname verstuurd naar CIDC-Lelystad, ter attentie van de afdeling DSU:

    CIDC-Lelystad

    t.a.v. afdeling DSU

    Postbus 2004

    8203 AA Lelystad

Steekproefgrootte voor detectie van genoemde prevalenties met 95% betrouwbaarheid

Aantal dieren op bedrijf

Aantal dieren onderzoeken

1–19

alles

20

19

21

20

22

21

23–24

22

25

23

26–27

24

28

25

29–30

26

31–32

27

33–34

28

35–36

29

37–38

30

39–40

31

41–43

32

44–45

33

46–48

34

49–51

35

52–54

36

56–58

37

59–62

38

63–67

39

68–72

40

73–77

41

78–83

42

84–90

43

91–98

44

99–107

45

108–117

46

118–130

47

131–144

48

145–162

49

163–184

50

185–211

51

212–247

52

248–297

53

298–369

54

370–483

55

484–691

56

692–11501

57

11512–40003

58

40014 en meer

59

  1. = benadering van exacte aantal dieren ^ [1]
  2. = benadering van exacte aantal dieren ^ [2]
  3. = benadering van exacte aantal dieren ^ [3]
  4. = benadering van exacte aantal dieren ^ [4]
Naar boven