Besluit verlening ondermandaat inzake internationale inlichtingenuitwisseling

[Regeling vervallen per 01-09-2009.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 15-03-2006 t/m 31-08-2009

Besluit verlening ondermandaat inzake internationale inlichtingenuitwisseling

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten:

1. Ondermandaatverlening ter uitvoering van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

De volgende functionarissen zijn gemandateerd om besluiten te nemen en gemachtigd om te handelen namens ‘Onze Minister’ en als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de artikelen 5, 7, 7a, 8, 9, 12, 13, 14 en 15 van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (hierna: WIB), alsmede artikel 3 en artikel 4, tweede tot en met vierde volzin, van de Uitvoeringsregeling internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (hierna: Uitvoeringsregeling WIB):

  • De voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/FIOD-ECD, met betrekking tot de inlichtingenuitwisseling inzake de belastingen waarop de WIB van toepassing is alsmede de renten daarover en bestuursrechtelijke sancties en boeten die daarmee verband houden, met uitzondering van de heffing op accijns, de brandstoffenbelasting en de energiebelasting.

  • De voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Rotterdam, met betrekking tot de inlichtingenuitwisseling inzake de heffing op accijns, de brandstoffenbelasting en de energiebelasting waarop de WIB van toepassing is alsmede de renten daarover en bestuursrechtelijke sancties en boeten die daarmee verband houden.

1a. Doormandatering

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

Tevens zijn de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/FIOD-ECD en de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Rotterdam gemandateerd en gemachtigd om voor het nemen van de aan hen gemandateerde besluiten en voor de uitvoering van de aan ‘Onze Minister’ toebedeelde taken en het handelen als ‘bevoegde autoriteit’ in de zin van de WIB waartoe zij zijn gemachtigd, functionarissen aan te wijzen.

2. Ondermandaatverlening ter uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1798/2003

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

De voorzitters van de managementteams van de Belastingdienst/FIOD-ECD en de Belastingdienst/Oost zijn gemandateerd om besluiten te nemen en gemachtigd om te handelen als bevoegde autoriteit ter uitvoering van artikel 3, vierde lid (voor aanwijzing van bevoegde ambtenaren in incidentele gevallen), artikel 4, tweede lid, artikel 13, artikel 17, artikel 19, de artikelen 22 tot en met 27, artikel 36, artikel 40, derde lid en artikel 41, derde lid, van de Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92.

2a. Doormandatering

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

Tevens zijn de voorzitters van de managementteams van de Belastingdienst/FIOD-ECD en de Belastingdienst/Oost gemandateerd en gemachtigd om voor het nemen van de aan hen gemandateerde besluiten en het handelen als bevoegde autoriteit waartoe zij zijn gemachtigd, mandaat en machtiging te verlenen aan daartoe aan te wijzen functionarissen.

3. Ondermandaatverlening ter uitvoering van de Verordening (EG) nr. 2073/2004

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

De voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Rotterdam is gemandateerd om besluiten te nemen en gemachtigd om te handelen als bevoegde autoriteit ter uitvoering van artikel 3, vijfde lid (voor aanwijzing van bevoegde ambtenaren in incidentele gevallen), artikel 4, tweede lid, artikel 13, artikel 17, artikel 19, de artikelen 22 tot en met 25, artikel 27, artikel 30, vierde lid en artikel 31, tweede lid, van de Verordening (EG) nr. 2073/2004 van de Raad van 16 november 2004 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen.

3a. Doormandatering

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

Tevens is de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Rotterdam gemandateerd en gemachtigd om voor het nemen van de aan hem gemandateerde besluiten en het handelen als bevoegde autoriteit waartoe hij is gemachtigd, mandaat en machtiging te verlenen aan daartoe aan te wijzen functionarissen.

4. Toelichting

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

Algemeen

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

Met dit besluit wordt aangesloten bij het mandateringsbesluit nr. CPP2005/03241 M van dezelfde datum houdende mandaatverlening en machtiging door de staatssecretaris aan de directeur-generaal Belastingdienst ter uitvoering van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen. Omwille van de toegankelijkheid zijn in dit ondermandateringsbesluit inzake de internationale inlichtingenuitwisseling zowel de ondermandaatverlening met betrekking tot de onder de WIB vallende heffingen vastgelegd als de ondermandaatverlening met betrekking tot de omzetbelasting die onder de Verordening (EG) nr. 1798/2003 valt en de ondermandaatverlening met betrekking tot de accijnzen die onder de Verordening (EG) nr. 2073/2004 vallen.

WIB

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

Per 1 januari 2006 is de zakelijke werkingssfeer van de WIB verruimd. Deze wetswijziging is doorgevoerd in het onderhavige besluit. Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal in de praktijk levende onduidelijkheden weg te nemen met betrekking tot het neerleggen van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van de WIB en het beleggen van een aantal uitvoerende taken die in de WIB zijn toebedeeld aan de Minister van Financiën, bij onderdelen van de Belastingdienst

In de paragrafen 1 en 1a van dit besluit zijn de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/FIOD-ECD en de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Rotterdam dan wel de door hen ter zake aangewezen ambtenaren onder meer gemandateerd tot het nemen van besluiten met betrekking tot de verstrekking van inlichtingen aan het buitenland op grond van artikel 5 WIB (verstrekking van inlichtingen op verzoek van het buitenland) en artikel 7 WIB (spontane verstrekking van inlichtingen aan het buitenland). Van deze besluiten worden kennisgevingen gezonden aan degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn en die in Nederland woont of is gevestigd. De voorzitters dan wel de door hen ter zake aangewezen ambtenaren behandelen – met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht – ook de bezwaar- en beroepschriften die daaruit kunnen voortvloeien.

Voorts is met betrekking tot een aantal verantwoordelijkheden en bevoegdheden welke in de WIB zijn toegedeeld aan ‘Onze Minister’, zijnde de Minister van Financiën, aangegeven hoe deze in de Belastingdienst zijn belegd. Tot op heden werden deze verantwoordelijkheden en bevoegdheden belegd krachtens de algemene bevoegdheid die de Minister heeft om bepaalde dienstonderdelen of ambtenaren te belasten met bepaalde taken, maar ter wille van de rechtszekerheid en kenbaarheid is besloten dit nu expliciet vast te leggen. De voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/FIOD-ECD, de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Rotterdam en de door hen ter zake aangewezen ambtenaren zijn – in lijn met het vaste beleid om uitvoeringstaken zo veel mogelijk neer te leggen op het uitvoerende niveau – onder meer gemachtigd om:

De voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/FIOD-ECD, de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Rotterdam en de door hen ter zake aangewezen ambtenaren zijn voorts gemachtigd om te handelen als bevoegde autoriteit in de zin van artikel 2, eerste lid, onderdeel e, WIB.

Bijstandsverordening BTW en Bijstandsverordening accijnzen

[Regeling vervallen per 01-09-2009]

De Verordening (EG) nr. 1798/2003 en de Verordening (EG) nr. 2073/2004 (hierna: de Verordeningen) delen onder meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe aan ‘de bevoegde autoriteit’ alsmede aan ‘de verzoekende autoriteit’ en ‘de aangezochte autoriteit’. Namens de staatssecretaris van Financiën is de directeur-generaal Belastingdienst belast met de internationale wederzijdse bijstandsverlening en met het optreden als bevoegde autoriteit. De directeur-generaal Belastingdienst pleegt voor de uitvoerende werkzaamheden op het gebied van de internationale wederzijdse bijstandsverlening ondermandaat te geven aan (onderdelen van) de Belastingdienst.

De in de Verordening (EG) nr. 1798/2003 gehanteerde toedeling aan de verzoekende en aangezochte autoriteit betekent in de Nederlandse situatie toedeling aan de in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 aangewezen centrale verbindingsdienst, Belastingdienst/Central Liaison Office (hierna: B/CLO). B/CLO staat onder leiding van de voorzitters van de managementteams van de Belastingdienst/FIOD-ECD en de Belastingdienst/Oost. De in de Verordening (EG) nr. 2073/2004 gehanteerde toedeling aan de verzoekende en aangezochte autoriteit betekent in de Nederlandse situatie toedeling aan het in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 aangewezen centrale verbindingsbureau, Douane informatiecentrum (hierna: DIC). Het DIC staat onder leiding van de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Douane Rotterdam.

Veel van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden welke op uitvoeringswerkzaamheden betrekking hebben zijn in de Verordeningen reeds direct neergelegd bij B/CLO respectievelijk DIC, in hun functie van verzoekende en aangezochte autoriteit. In lijn met het vaste beleid om uitvoeringstaken zo veel mogelijk neer te leggen op het uitvoerende niveau, is in dit besluit met betrekking tot een aantal verantwoordelijkheden en bevoegdheden welke in de Verordeningen zijn toegedeeld aan de bevoegde autoriteit, ter wille van de kenbaarheid en rechtszekerheid expliciet aangegeven dat deze zijn belegd bij B/CLO respectievelijk DIC. Het gaat hier enerzijds om verantwoordelijkheden en bevoegdheden welke een duidelijk uitvoerend karakter hebben en aansluiten bij vergelijkbare werkzaamheden welke reeds rechtstreeks door de Verordeningen bij het centraal verbindingsbureau zijn neergelegd. Anderzijds gaat het om verantwoordelijkheden en bevoegdheden welke in wezen reeds gelet op artikel 2, tweede lid, van de Verordening (EG) nr. 1798/2003 respectievelijk artikel 2, vierde lid van de Verordening (EG) nr. 2073/2004 aan het centraal verbindingsbureau zijn toegekend (zoals de werkzaamheden genoemd in de artikelen 17 en 19 van de Verordeningen).

De aan B/CLO gedelegeerde aanwijzingsbevoegdheid van artikel 3, vierde lid, van de Verordening (EG) nr. 1798/2003 en de aan DIC gedelegeerde aanwijzingsbevoegdheid van artikel 3, vijfde lid, van de Verordening (EG) nr. 2073/2004 ziet alleen op aanwijzing in incidentele gevallen en niet op het aanwijzen van structureel bevoegde ambtenaren. De machtiging met betrekking tot artikel 17 van de Verordeningen heeft betrekking op de uitwisseling van de op basis van artikel 18 van de Verordeningen door de directeur-generaal Belastingdienst vastgestelde gegevensstromen.

Naar boven