Besluit van 3 februari 2006 tot wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement,
het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit rechtspositie vrijwillige
politie, het Burgerlijk Ambtenarenreglement Defensie, het Algemeen Militair Ambtenarenreglement,
het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken
in verband met het opnemen van bepalingen met betrekking tot het openbaar maken van
nevenwerkzaamheden, het melden van financiële belangen en effectentransacties en het
omgaan met vermoedens van misstanden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
19 september 2005, nr. 2005-0000225119, gedaan mede namens Onze Minister van Buitenlandse
Zaken en de Staatssecretaris van Defensie;
Gelet op de artikelen 125, eerste lid, onderdelen l en m, en tweede lid, van de Ambtenarenwet, 50 van de Politiewet 1993 en 12, eerste lid, onderdelen q en r, en tweede lid, van de Militaire Ambtenarenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 11 november 2005, nr. W04.05.0412/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 25 januari 2006, nr. 2006-0000009940, uitgebracht mede namens Onze Minister van
Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Defensie;
Hebben goedgevonden en verstaan: