Wet op belastingen van rechtsverkeer, assurantiebelasting: belastingplicht aangewezen assurantietussenpersonen

[Regeling vervallen per 16-03-2008 met terugwerkende kracht tot en met 06-03-2008.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-02-2006 t/m 05-03-2008

Wet op belastingen van rechtsverkeer, assurantiebelasting: belastingplicht aangewezen assurantietussenpersonen

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aanleiding

[Regeling vervallen per 16-03-2008 met terugwerkende kracht tot en met 06-03-2008]

Per 1 januari 2006 is de Wet financiële dienstverlening, Stb. 2005, 677 (hierna: Wfd) gedeeltelijk in werking getreden. Met de Wfd is een nieuw samenhangend vergunningstelsel voor het verlenen van financiële diensten opgezet. Met ingang van dezelfde datum is de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf (hierna: Wabb) met de daarbij horende registers ingetrokken. Artikel 25 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: WBR), waarin de belastingplicht voor de assurantiebelasting is geregeld, is hieraan aangepast. In de Wfd is voorzien in overgangsrecht met betrekking tot de vergunningen. Voor assurantietussenpersonen die op 31 december 2005 waren ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wabb geldt dat zij hun huidige werkzaamheden mogen voortzetten als zij voor 1 februari 2006 een nieuwe vergunning hebben aangevraagd. Zonder overgangsrecht zouden de bemiddelaars hun werkzaamheden moeten staken totdat hun een nieuwe vergunning is verleend.

Belastingplicht assurantiebelasting

[Regeling vervallen per 16-03-2008 met terugwerkende kracht tot en met 06-03-2008]

De belastingplicht voor de assurantiebelasting werd tot 1 januari 2006 in artikel 25, eerste lid, van de WBR primair gelegd bij de door de minister aangewezen tussenpersoon, die als zodanig was ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wabb en daarbij voldeed aan de in artikel 25, eerste lid, van de WBR genoemde kwalificaties. In het gewijzigde artikel 25, eerste lid, van de WBR geldt de eis dat men in het bezit dient te zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 10 van de Wfd. Gelet op het feit dat het nieuwe vergunningstelsel nog niet is voltooid, kan er onduidelijkheid bestaan over de belastingplicht van bemiddelaars die onder het overgangsrecht vallen. De vergunningen zullen worden verleend binnen de in artikel 102, vierde lid, van de Wfdgenoemde termijn. Zodra aan een bemiddelaar een vergunning is verleend, valt hij onder het bereik van de gewijzigde tekst van artikel 25, eerste lid, van de WBR en is de situatie duidelijk. Voor de periode van 1 januari 2006 tot de dag waarop de vergunning is verleend, zou er mogelijk een onbedoelde onduidelijkheid ten aanzien van zijn belastingplicht kunnen bestaan.

Teneinde rechtsonzekerheid op dit punt te voorkomen, zal met terugwerkende kracht een nadere wettelijke overgangsregeling worden voorgesteld. Vooruitlopend op deze wettelijke overgangsregeling maak ik de volgende praktische handelwijze bekend.

Assurantietussenpersonen die op 31 december 2005 op grond van artikel 25, eerste lid, van de WBR werden aangemerkt als belastingplichtige én die voor 1 februari 2006 een vergunning als bedoeld in artikel 10 van de Wfd hebben aangevraagd en voorts voldoen aan de bepalingen van het eerste en tweede lid van artikel 102 van de Wfd, worden beschouwd als belastingplichtige als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de WBR. Dit geldt totdat op de vergunningaanvraag is beslist.

Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 16-03-2008 met terugwerkende kracht tot en met 06-03-2008]

Dit besluit treedt in werking op de dagtekening daarvan en werkt terug tot en met 1 januari 2006 en vervalt op het tijdstip dat de nadere wettelijke overgangsregeling in werking treedt.

Naar boven